Uitspraak Nº UTR 21/4158. Rechtbank Midden-Nederland, 2022-09-30
ECLI | ECLI:NL:RBMNE:2022:3915 |
Docket Number | UTR 21/4158 |
Date | 30 Septiembre 2022 |
Court | Rechtbank Midden-Nederland (Neederland) |
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/4158
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 september 2022 in de zaak tussen
Stichting Laat Woerden Niet Zakken, uit Woerden, eiseres
en
(gemachtigde: mr. drs. M.A.G. Stolker).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Vermilion Energy Netherlands B.V., uit Amsterdam, Vermilion
(gemachtigde: mr. R. Olivier).
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de verlenging van de aan Vermilion verleende opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen Utrecht.
De minister heeft de aanvraag van Vermilion om verlenging van de opsporingsvergunning met het besluit van 15 maart 2021 (het primaire besluit) ingewilligd.
Met het bestreden besluit van 3 september 2021 heeft de minister het bezwaar van eiseres hiertegen niet-ontvankelijk verklaard.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Vermilion heeft ook schriftelijk gereageerd.
De rechtbank heeft het beroep op 5 juli 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens eiseres [A] , [B] en [C] , namens de minister zijn gemachtigde en drs. [D] en mr. [E] , namens Vermilion de gemachtigde en [F] .
-
Bij besluit van 25 april 2007 is aan de rechtsvoorganger van Vermilion een opsporingsvergunning koolwaterstoffen Utrecht verleend (Stc. 3 mei 2007, nr. 85). Deze vergunning is verschillende malen verlengd, de laatste keer met het primaire besluit van 15 maart 2021.
De opsporingsvergunning geeft Vermilion het alleenrecht om onderzoek te doen naar de aanwezigheid van delfstoffen en gegevens daarover onder andere door middel van het verrichten van een proefboring. -
Eiseres heeft tegen de verlenging van de opsporingsvergunning bezwaar gemaakt. De minister heeft het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij naar zijn mening geen belanghebbende is bij het besluit. De minister heeft daaraan het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres stelt zich ten doel het behouden en bevorderen van een evenwichtig en gezond, schoon, natuurlijk, landschappelijk leef- en woonmilieu binnen, op, onder, en boven de gemeente Woerden en aangrenzende gemeenten alsmede het tegengaan en het voorkomen van rechts- en feitelijke handelingen die aan de natuur, het milieu of het landschap, bodem of (diepe) ondergrond, onroerend goed, wegen, of andere weren in dit gebied, of aan de collectieve bewoners of bedrijven in het voornoemde gebied, materiële dan wel immateriële aantasting, directe dan wel indirecte schade, inklinking, verzakking, trilling, vervuiling, straling, hinder, gebruiksbeperking, of waardedaling van onroerend goed toebrengen of zouden kunnen toebrengen. De verleende vergunning heeft echter volgens de minister geen ruimtelijke gevolgen, omdat op grond daarvan geen activiteiten in de ondergrond zijn toegestaan. Voor het verrichten van een proefboring is eerst nog een omgevingsvergunning nodig. De opsporingsvergunning raakt dus niet aan de statutaire belangen die eiseres behartigt, zodat zij geen belanghebbende is bij het besluit.
Beoordeling door de rechtbank -
Eiseres is het niet eens met het besluit van de minister. Zij vindt dat ze wel belanghebbende is bij het besluit tot verlenging van de opsporingsvergunning.
-
Op grond van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Het is vaste jurisprudentie dat alleen degene die een voldoende objectief en actueel, eigen en (rechts)persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT