Uitspraak Nº Wahv 200.267.698/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-04-29
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2020:3455 |
Docket Number | Wahv 200.267.698/01 |
Date | 29 Abril 2020 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer |
: Wahv 200.267.698/01 |
CJIB-nummer |
: 218196978 |
Uitspraak d.d. |
: 29 april 2020 |
Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg van 24 mei 2019, betreffende
wonende te [A] .
De beslissing van de kantonrechterDe kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.
De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
1. Tegen de beslissing van de kantonrechter kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld. Dat volgt uit de artikelen 13, derde lid, en 14 van de Wahv en de artikelen 6:24, 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht. De termijn voor het instellen van hoger beroep begint op de dag die volgt op de dag waarop de beslissing aan de betrokkene is toegestuurd.
2. Het beroepschrift is gedateerd 10 oktober 2019. Uit een stempel blijkt dat het op
14 oktober 2019 door de rechtbank is ontvangen.
3. De betrokkene stelt dat zij de beslissing van de kantonrechter pas op 10 oktober 2019 heeft ontvangen.
4. In het dossier bevindt zich een kopie van de beslissing van de kantonrechter met daarop vermeld de datum van toezending. Dat de beslissing van de kantonrechter daadwerkelijk is verzonden, blijkt echter niet uit een aantekening, stempel of anderszins. Nu een deugdelijke verzendadministratie ontbreekt, acht het hof de enkele datum van toezending op de beslissing van de kantonrechter onvoldoende om aannemelijk te achten dat verzending op 18 juli 2019 heeft plaatsgevonden. Dit brengt mee dat niet kan worden vastgesteld wanneer de beroepstermijn is aangevangen. Gelet hierop acht het hof het hoger beroep van de betrokkene ontvankelijk.
5. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie van € 340,- opgelegd voor: “voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden”. Volgens een registercontrole van de RDW zou deze gedraging op 23 mei 2018 zijn...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT