Uitspraak Nº HA ZA 14-1104. Rechtbank Amsterdam, 2015-07-29

ECLIECLI:NL:RBAMS:2015:9924
Docket NumberHA ZA 14-1104
Date29 Julio 2015
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: C/13/575901 / HA ZA 14-1104

Vonnis van 29 juli 2015

in de zaak van

de stichting

WONINGSTICHTING EIGEN HAARD,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. J.J.M. Saelman te Amsterdam,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[deurwaarderskantoor],

gevestigd te [plaats] ,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats] ,

gedaagden in conventie,

eisers in reconventie,

advocaat mr. M.J.S. van der Vorst te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Eigen Haard en [deurwaarderskantoor] genoemd worden. Gedaagden sub 2 en 3 zullen afzonderlijk [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 5 november 2014 met producties,

  • -

    de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie met producties,

  • -

    het tussenvonnis van 25 februari 2015 waarin ambtshalve een comparitie van partijen is gelast,

  • -

    de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 17 juni 2015 en de daarin vermelde stukken.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Eigen Haard verhuurt circa 60.000 wooneenheden, voornamelijk in en rond Amsterdam. Bij Eigen Haard werken en werkten meerdere juristen, die voordien bij gerechtsdeurwaarderskantoren werkzaam waren.

2.2.

[deurwaarderskantoor] is een gerechtsdeurwaarderskantoor te Amsterdam. [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] zijn gerechtsdeurwaarders en vormen samen de directie van [deurwaarderskantoor] .

2.3.

Eigen Haard heeft in de afgelopen jaren een gedeelte van de incasso van haar huurvorderingen uitbesteed aan [deurwaarderskantoor] . Op grond van een raamovereenkomst tussen partijen werden door Eigen Haard aan [deurwaarderskantoor] telkens opdrachten verstrekt. Iedere opdracht die Eigen Haard aan [deurwaarderskantoor] verstrekte om tot juridische incasso van een huurachterstand te komen, werd door partijen beschouwd als een afzonderlijke opdracht in de zin van titel 7 boek 7 Burgerlijk Wetboek (BW). Slechts een klein deel van deze opdrachten leidde uiteindelijk tot een – mogelijke – ontruiming.

2.4.

[deurwaarderskantoor] stelde Eigen Haard op de hoogte van de voortgang van de zaken. Vanaf 1999 had Eigen Haard de mogelijkheid om “in te bellen” in het computersysteem van [deurwaarderskantoor] , vanaf 2000 had zij inzage via een webportal en vanaf 2006 had Eigen Haard een online inzagemogelijkheid in het elektronisch dossier dat [deurwaarderskantoor] aanhield. In een brief van 4 april 2000 van [deurwaarderskantoor] aan (de rechtsvoorganger van) Eigen Haard staat in dit verband, voor zover van belang, vermeld:

“(…)

U kunt per dossier alle financiële gegevens inzien, d.w.z. zowel de data als het bedrag van de betalingen en de data en de kosten van de door ons gepleegde acties. (…)”

2.5.

Als [deurwaarderskantoor] een huur-incassodossier sloot, werd de zaak “afgerekend” of “gedeclareerd”. Bij afrekening was de vordering voldaan door de huurder. Bij een declaratie was geen betaling verkregen en declareerde [deurwaarderskantoor] de kosten bij Eigen Haard. Eigen Haard controleerde de cijfers op de facturen die zij van [deurwaarderskantoor] ontving.

2.6.

Op 12 februari 2013 heeft Eigen Haard aan [deurwaarderskantoor] gemeld dat zij de relatie niet zou voortzetten. Daarbij heeft zij toegezegd dat Eigen Haard een redelijke opzegtermijn van zes maanden zou hanteren. Eigen Haard zou de aanlevering van dossiers voortzetten tot augustus 2013. Eigen Haard heeft het samenwerkingsverband dienovereenkomstig bij brief van 12 februari 2013 tegen 1 augustus 2013 opgezegd.

2.7.

Omstreeks januari 2013 is de aanlevering van nieuwe zaken door Eigen Haard aan [deurwaarderskantoor] gestagneerd.

2.8.

Omstreeks 21 augustus 2013 heeft [deurwaarderskantoor] de toegang voor Eigen Haard tot het in r.o. 2.4 bedoelde online systeem afgesloten. [deurwaarderskantoor] heeft het online systeem omstreeks 16 oktober 2013 in een beperkte modus weer opengesteld voor Eigen Haard.

2.9.

De tarieven voor ambtshandelingen van gerechtsdeurwaarders worden sinds de invoering van de Gerechtsdeurwaarderswet bij AMvB vastgesteld: het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag). Het aan de geëxecuteerde in rekening te brengen tarief – het schuldenaarstarief – ligt vast in het Btag. Het tarief dat de gerechtsdeurwaarder voor ambtshandelingen aan zijn opdrachtgever in rekening kan brengen, is met het oog op de marktwerking vrijgegeven.

2.10.

In artikel 10 (financiële aangelegenheden) van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders is bepaald:

“De gerechtsdeurwaarder handelt nauwgezet en zorgvuldig in financiële aangelegenheden. Hij maakt geen onnodige kosten.”

2.11.

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam heeft op 14 april 2015 een beslissing gegeven op een klacht van de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) tegen [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] (hierna: de beslissing van de Kamer). Daarin is, voor zover van belang, het volgende overwogen en beslist:

2. De klacht

2.1

Uit de verkregen informatie is de KBvG gebleken dat de gerechtsdeurwaarders gedurende de (lange) periode dat zij voor de (…) woningcorporatie [Eigen Haard, rb] werkzaam waren, ten onrechte de navolgende werkwijzen hebben gehanteerd:

a. a) Doorberekenen kosten aanzegging van een ontruiming aan een veroordeelde schuldenaar bij afzonderlijk exploot.

(…)

b) Doorberekenen kosten aanzegging van een ontruiming aan het College van B&W.

(…)

c) Opvoeren van een ‘vaste getuige’ bij ontruimingen.

(…)

5. De beoordeling van de klacht

(…)

5.2

Met betrekking tot klachtonderdeel a overweegt de Kamer dat de gerechtsdeurwaarders zich op het standpunt stellen dat de aanzegging van een (uitgestelde) ontruiming bij exploot moet plaatsvinden en dat dit exploot valt onder de overige aanzeggingen als bedoeld in artikel 2 onder c Btag. Er is daarom volgens de gerechtsdeurwaarders sprake van een verplicht exploot waarvoor het Btag een tarief geeft. Als gevolg daarvan zijn de gerechtsdeurwaarders van mening dat die kosten wel op de schuldenaar mogen worden verhaald en dat zij daarmee de heersende opvatting volgen. Niet kan worden vastgesteld of de gerechtsdeurwaarders wel of niet het gelijk aan hun zijde hebben. Het is in ieder geval niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarders het onderhavige standpunt hebben ingenomen.

5.3

Met betrekking tot klachtonderdeel b overweegt de Kamer dat de gerechtsdeurwaarders zich op het standpunt stellen dat de woningcorporatie tot 2013 in regelingen met haar schuldenaren steeds heeft bedongen dat ook de kosten van het exploot van aanzegging van de ontruiming aan het College van B&W door hen zouden moeten worden betaald. Nu de gerechtsdeurwaarders niet bij het maken van deze afspraken zijn betrokken noch de kosten van het exploot bij de schuldenaren in rekening hebben gebracht, kan niet worden gezegd dat zij tuchtrechtelijk laakbaar hebben gehandeld.

5.4

Met betrekking tot klachtonderdeel c overweegt de Kamer dat de gerechtsdeurwaarders zich op het standpunt stellen dat zij zich, op grond van de wet, bij een ontruiming kunnen laten bijstaan door getuigen. Of daarvan gebruik wordt gemaakt heeft de wetgever volgens de gerechtsdeurwaarders volledig aan hun beoordeling overgelaten, omdat iedere aanwijzing voor situaties waarbij vooral wel of juist geen getuige wordt ingeschakeld ontbreekt. De gerechtsdeurwaarders miskennen hiermee dat artikel 556 lid 2 Rv een facultatieve bevoegdheid betreft. Dat brengt mee dat de gerechtsdeurwaarders per individueel geval een afweging moeten maken over de noodzakelijkheid van de inzet van een getuige. Er mag geen sprake zijn van een gestandaardiseerde werkwijze. De gerechtsdeurwaarders hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij per individueel geval een afweging hebben gemaakt omtrent de noodzaak om een getuige mee te nemen. Dit wordt verstrekt doordat zij in alle ontruimingszaken een getuige hebben meegenomen en dat de desbetreffende getuigen de processen-verbaal niet hebben ondertekend. De door de gerechtsdeurwaarders gehanteerde handelswijze is dan ook in strijd met de tuchtrechtelijke norm.

(…)

BESLISSING

(…)

- verklaart de klacht ongegrond ten aanzien van het hiervoor onder 5.2 en 5.3 overwogene;

- verklaart de klacht gegrond ten aanzien van het opvoeren van een ‘vaste getuige’ bij ontruimingen;

- legt ieder der gerechtsdeurwaarders afzonderlijk de maatregel op van betaling van een geldboete van € 4.000,00 (…)”

2.12.

[gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben zich neergelegd bij de beslissing van de Kamer. Eigen Haard is daarvan in beroep gegaan.

2.13.

Eigen Haard is bij vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 16 september 2013 veroordeeld € 42.000,000 te betalen aan [deurwaarderskantoor] als voorschot op schadevergoeding. Eigen Haard heeft op 26 september 2013 aan dit vonnis voldaan. In dit vonnis is, voor zover van belang, het volgende overwogen en beslist:

“4.4 (…) Voor de hoogtebepaling van de schade die [deurwaarderskantoor] heeft geleden als gevolg van het zes maanden niet aangeleverd krijgen van dossiers is van belang het aantal dossiers en de omzet die [deurwaarderskantoor] daarmee genereerde. De omzet is hier van belang omdat deze mede de vaste kosten in termen van extra personeel dekte, alsmede omdat hierin, zo begrijpt de voorzieningenrechter, verdisconteerd is het deel van de incassokosten dat verhaald kan worden op de huurder zelf. Volgens [deurwaarderskantoor] ging het over zes maanden om 300 dossier (50 per maand) met een omzet van EUR 500,= per dossier. Volgens Eigen Haard ging het om 168 (28 per maand) met een omzet van niet meer dan EUR 250,=. In kort geding kan niet worden vastgesteld welke berekening de juiste is, maar gelet op de erkenning van Eigen Haard van 168 dossiers met een omzet van EUR 250,= wordt voorshands aannemelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT