Besluit van 20 februari 1995, houdende vaststelling van het Besluit uitvoer bestrijdingsmiddelen (Besluit uitvoer bestrijdingsmiddelen)

Besluit van 20 februari 1995, houdende vaststelling van het Besluit uitvoer bestrijdingsmiddelen (Besluit uitvoer bestrijdingsmiddelen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 3 november 1994, nr. J. 9417332, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230) en op artikel 2, derde lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Gezien het advies van de Bestrijdingsmiddelencommissie;

De Raad van State gehoord (advies van 11 januari 1995, no. W11.94.0676);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 3 februari 1995, nr. J. 9556, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

wet: Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

lid-staat: staat, niet zijnde Nederland, die deel uit maakt van de Europese Unie;

derde land: land, niet zijnde Nederland, dat geen lid-staat is.

Artikel 2

De voorwaarden waaronder een uitzondering geldt als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de wet zijn:

  1. voor zover het een gewasbeschermingsmiddel betreft, dat:

    1. het toegelaten is in de lid-staat waarvoor het is bestemd en voldoet aan de voorschriften inzake controle die in die lid-staat zijn vastgesteld ter implementatie van artikel 3, eerste lid, van richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PbEG L 230), naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld, of

    2. het niet verboden is in het derde land waarvoor het is bestemd.

  2. voor zover het een niet-landbouwbestrijdingsmiddel betreft, dat het niet verboden is in de lid-staat of in het derde land waarvoor het is bestemd.

Artikel 3
  1. Degene die bestrijdingsmiddelen als bedoeld in artikel 2 voorhanden of in voorraad heeft, ontvangt of aflevert, houdt een administratie in een overzichtelijk ingericht register naar waarheid bij.2. Uit de in het eerste lid bedoelde administratie blijkt ten minste:a. de naam, zoals die op de verpakking is vermeld, en, voor zover van toepassing, het toelatingsnummer of -kenmerk in het land van bestemming;b. het aantal verpakkingseenheden per ontvangst of aflevering alsmede de op de verpakking aangegeven volume- of massa-eenheden;c. de verminderde hoeveelheid voorraad, niet zijnde de afgeleverde hoeveelheid;d. de datum van ontvangst, aflevering of vermindering als bedoeld in de onderdelen b en c;e. de totale hoeveelheid voorraad, enf. de naam, het adres en de woonplaats van de leverancier of de afnemer van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT