Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater

Besluit van 9 juni 2023 ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PbEU 2020, L 177) (Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 8 februari 2023, nr. IENW/BSK-2022/243132, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op Verordening (EU) nr. 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PbEU 2020, L 177) en artikelen 5.1 en 5.3, vierde lid, eerste volzin, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer, en artikelen 4.3, eerste lid, 5.1, tweede lid, onder b, 5.2, eerste lid, onderdeel c, 5.10, eerste lid, aanhef en onder c, onder 4°, 16.139, eerste lid, 18.2, zesde lid, 18.22, eerste lid, 20.6, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, en 23.1 van de Omgevingswet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 maart 2023, nr. No. W17.23.00032/IV ); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 30 mei 2023, nr. IENW/BSK-2023/99188, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

(definitie).

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:vergunning:

vergunning voor het produceren of leveren van teruggewonnen water als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater; en verordening hergebruik stedelijk afvalwater:

Verordening (EU) nr. 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PbEU 2020, L 177).

Artikel 2

(taken gedeputeerde staten).

  1. Gedeputeerde staten zijn de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, punt 1, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. 2. Gedeputeerde staten verstrekken aan Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat de gegevens waarover zij beschikken die nodig zijn om te voldoen aan artikel 11, eerste lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. 3. Artikel 5.2 eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

(taken omgevingsdienst).

  1. Ter uitvoering van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater worden de volgende taken door een omgevingsdienst uitgevoerd: a. het voorbereiden van beslissingen op aanvragen om een vergunning, en het toetsen en zo nodig actualiseren van die vergunning; b. het houden van toezicht op de naleving van de verboden, bedoeld in artikel 5; en c. het voorbereiden van bestuurlijke sancties ter handhaving van de verboden, bedoeld in artikel 5. 2. Tot de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onder a, behoort niet de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 4

(vergunning).

  1. De vergunningplicht, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater, geldt als het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht om zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren. 2. De aanvraag om een vergunning wordt ingediend bij gedeputeerde staten, onder overlegging van de bij ministeriele regeling bepaalde gegevens en bescheiden.

Artikel 5

(verboden).

  1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, derde lid, laatste zin, 4, eerste en tweede lid, 5, tweede lid, 6, eerste en tweede lid, en 7, derde en vierde lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. 2. Het is verboden te handelen in strijd met: a. het risicobeheerplan voor hergebruik van water, bedoeld in artikel 5, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater; en b. de voorschriften van de vergunning ten aanzien van de verplichtingen, bedoeld in artikel 6, derde lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. 3. Het is verboden water voor landbouwirrigatie te hergebruiken in bij ministeriële regeling in overeenstemming met artikel 2, tweede lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater aangewezen stroomgebiedsdistricten of delen daarvan.

Artikel 6

(nadere regels).

  1. Bij ministeriele regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater en de daarop gebaseerde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen. 2. Onder de regels, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval verstaan regels over de informatie die nodig is om aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6, derde en zesde lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater, te voldoen.

Artikel 7

(wijziging Besluit activiteiten leefomgeving).

Het Besluit activiteiten leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:AVoor artikel 19.1 wordt een paragraaftitel ingevoegd, luidende:

§ 19.1.1 Grenswaarden afvalwater

BAan afdeling 19.1 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 19.1.2 Produceren, leveren, opslaan, distribueren en gebruiken van gezuiverd stedelijk afvalwater voor landbouwirrigatie

Artikel 19.1

a (activiteiten).

Deze paragraaf gaat over het produceren, leveren, opslaan, distribueren en gebruiken van stedelijk afvalwater dat is gezuiverd in overeenstemming met de Richtlijn stedelijk afvalwater voor landbouwirrigatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater.

Artikel 19.1

b (oogmerken).

De regels in deze paragraaf zijn gesteld ter uitvoering van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater.

Artikel 19.1

c (vergunningplichtige gevallen: gelijkstelling).

  1. De vergunningplicht voor het produceren en leveren van teruggewonnen water, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater, geldt als het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een milieubelastende activiteit te verrichten. 2. In de omgevingsverordening kan worden bepaald dat geen omgevingsvergunning is vereist in gevallen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater.

Artikel 19.1

d (verboden).

  1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, derde lid, laatste zin, 4, eerste en tweede lid, 5, tweede lid, 6, eerste en tweede lid, en 7, derde en vierde lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. 2. Het is verboden water voor landbouwirrigatie te hergebruiken als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater in bij ministeriële regeling aangewezen stroomgebiedsdistricten of delen daarvan. 3. Het is verboden teruggewonnen water op te slaan, te distribueren of te gebruiken in strijd met het risicobeheerplan voor hergebruik van water, bedoeld in artikel 5, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. CIn bijlage I, onderdeel B, wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:verordening hergebruik stedelijk afvalwater:

Verordening (EU) nr. 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PbEU 2020, L 177);.

Artikel 8

(wijziging Omgevingsbesluit).

Het Omgevingsbesluit wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 4.6 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «of artikel 3.91, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving» vervangen door «artikel 3.91, eerste lid of artikel 19.1c, van het Besluit activiteiten leefomgeving». 2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt «of 3.48» vervangen door «3.48, of 19.1c». BArtikel 4.25, eerste lid, onderdeel c, onder 1° komt te luiden:1°. artikel 3.19, eerste lid, of 3.48, eerste lid, voor zover het gaat om een activiteit als bedoeld in artikel 3.47, onder a, of artikel 19.1c van het Besluit activiteiten leefomgeving; of CIn artikel 10.22 wordt onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid een lid ingevoegd, luidende: 4. Als de aanvraag betrekking heeft op het produceren en leveren van teruggewonnen water, bedoeld in artikel 19.1c van het Besluit activiteiten leefomgeving, wordt informatie uitgewisseld als bedoeld in de artikelen 6, vierde lid, en 8, eerste lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. DAan afdeling 10.8.3 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 10.36

aa (gegevensverstrekking verordening hergebruik stedelijk afvalwater).

Gedeputeerde staten verstrekken aan Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat de gegevens waarover zij beschikken die nodig zijn om te voldoen aan artikel 11, eerste lid, van de verordening hergebruik stedelijk afvalwater. EAan artikel 13.1, onderdeel a, wordt onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel 2° door een puntkomma en onder vervanging van de puntkomma door «; en» aan het slot van onderdeel 3° een onderdeel toegevoegd, luidende: 4°. bij de verplichtingen, bedoeld in artikel 19.1d van het Besluit activiteiten leefomgeving. FIn artikel 13.12, eerste lid, wordt «of 18.3» vervangen door «, 18.3 of 19.1b».GIn bijlage I, onderdeel B, wordt onder vervanging van een punt door een puntkomma aan het eind van de begripsomschrijving van cites-uitvoeringsverordening in de alfabetische rangschikking ingevoegd: verordening hergebruik stedelijk afvalwater:

verordening hergebruik stedelijk afvalwater als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving. HIn bijlage VI, categorie 1, wordt in het eerste lid «hoofdstuk 3» vervangen door «hoofdstukken 3 en 19».

Artikel 9

(inwerkingtreding en verval).

  1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 26 juni 2023, met uitzondering van de artikelen 7 en 8, die in werking treden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT