Uitvoeringswet Bewijsverdrag

Abbreviated LabelUw BVBH
CourtVeiligheid en Justitie
Subject MatterProcesrecht | Burgerlijk procesrecht

Geldend van 01-09-2017 t/m heden

Wet van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding bestaat om voorzieningen te treffen tot uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1

In deze wet wordt onder "het verdrag" verstaan: het op 18 maart 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken, waarvan de Franse en de Engelse tekst in Tractatenblad 1969, nr. 94 alsmede de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 1979, nr. 38 is geplaatst.

Artikel 2

Als centrale autoriteit, bedoeld in artikel 2 van het verdrag, wordt voor Nederland aangewezen de rechtbank Den Haag.

Artikel 3

Rogatoire commissies, waarvan de toezending niet is geschied overeenkomstig de voorschriften van het verdrag, worden door de ontvanger onder opgaaf van redenen toegezonden aan de centrale autoriteit.

Artikel 4
  • 1 Als de autoriteit door welke overeenkomstig de bepalingen van het verdrag de uitvoering geschiedt van rogatoire commissies, afkomstig uit de Staten waar het verdrag van kracht is, wordt aangewezen de rechtbank.

  • 2 De rechter voert de rogatoire commissie onverwijld uit.

Hoofdstuk II. De behandeling van uit een verdragsstaat ontvangen rogatoire commissies
Artikel 5
  • 1 De centrale autoriteit gaat na of de rogatoire commissie voldoet aan de bepalingen van het verdrag.

  • 2 Is de centrale autoriteit van oordeel dat de rogatoire commissie voldoet aan de bepalingen van het verdrag, dan zendt deze de rogatoire commissie toe aan de rechtbank binnen wier gebied de uitvoering moet geschieden. Deze rechtbank is aan deze toezending gebonden. In geval van een getuigenverhoor of deskundigenonderzoek wordt de rogatoire commissie uitgevoerd door de rechtbank binnen wier gebied de getuigen of deskundigen, of het grootste aantal van hen woonachtig zijn of verblijven. Indien de uitvoering van de rogatoire commissie in verschillende rechtsgebieden dient plaats te vinden, is elk van de rechtbanken van deze rechtsgebieden bevoegd de commissie in haar geheel uit te voeren.

  • 3 De rogatoire commissie kan worden verwezen naar de kantonrechter. De kantonrechter is aan deze verwijzing gebonden.

  • 4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het tweede lid nadere regels worden gesteld.

Artikel 6
  • 1 Is de centrale autoriteit van oordeel dat de rogatoire commissie niet voldoet aan de bepalingen van het verdrag, dan stelt de centrale autoriteit de autoriteit van de verzoekende Staat die de rogatoire commissie heeft overgemaakt onverwijld daarvan in kennis en doet daarbij nauwkeurige opgave van de bezwaren welke tegen het verzoek zijn gerezen.

  • 2 De in het voorgaande lid bedoelde mededeling moet worden gesteld of vertaald in de taal waarin het verzoek is gesteld of vertaald, indien dit is het Duits, Engels, Frans of Nederlands. In andere gevallen moet de mededeling in het Engels worden gesteld.

  • 3 Een rogatoire commissie die betrekking heeft op een procedure welke in de Staten waar de "common law" geldt bekend is als "pre-trial discovery of documents", wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van de voorgaande leden.

Artikel 7

Oordeelt de centrale autoriteit dat artikel 12, eerste lid, onder b, van het verdrag van toepassing is, dan zendt deze de stukken onder opgaaf van redenen aan Onze Minister van Justitie, die zo nodig na overleg met Onze Minister van Buitenlandse Zaken, beslist.

Artikel 8

[Vervallen per 01-12-2008]

Artikel 9

[Vervallen per 01-12-2008]

Artikel 10

De rechter die met de uitvoering van de rogatoire commissie is belast kan, indien hij zulks voor een goede uitvoering nodig oordeelt, de stukken door een beëdigd vertaler in het Nederlands doen vertalen. Hij kan daartoe de tussenkomst van de centrale autoriteit verzoeken. De kosten van de vertaling zijn kosten als bedoeld in artikel 13.

Artikel 11
  • 1 Op het verhoor van personen ter zake van rogatoire commissies vinden zoveel mogelijk de bepalingen van de Nederlandse wet toepassing, als gold het een geding voor een Nederlandse rechter.

  • 2 De rechter kan bepalen welke der partijen zorg draagt voor de oproeping uit hoofde van de uitvoering van een rogatoire commissie. Oproepingen die niet door een der partijen worden verricht geschieden door de griffier van de rechtbank. De artikelen 171, 172, 173 en 178 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn op het verhoor van getuigen van overeenkomstige toepassing.

  • 3 De rechter geeft toepassing aan een verschoningsrecht of een verbod tot het afleggen van een verklaring overeenkomstig artikel 11, eerste lid, van het verdrag en oordeelt zelfstandig over de erkenning van een verschoningsrecht of een verbod als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van het verdrag.

Artikel 12

Van de uitvoering van de rogatoire commissie wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel 13

Alle kosten van de uitvoering van rogatoire commissies komen ten laste van de Staat, behoudens de kosten bedoeld in artikel 14, tweede lid, van het verdrag en de kosten welke met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT