Besluit van 27 oktober 2011 tot vaststelling van veiligheidseisen voor het transport van gas door buisleidingen bij een druk lager dan 16 bar (Besluit veiligheid lage druk gastransport)

Besluit van 27 oktober 2011 tot vaststelling van veiligheidseisen voor het transport van gas door buisleidingen bij een druk lager dan 16 bar (Besluit veiligheid lage druk gastransport)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 4 juli 2011, nr. WJZ / 11100070; Gelet op artikel 8a, tweede lid, van de Gaswet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 september 2011, nr. W15.11.0268/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 26 oktober 2011, nr. WJZ / 11150301; Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Reikwijdte

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op het gastransportnet dat bestemd is of gebruikt wordt voor het transport van gas bij een druk tot en met 16 bar.

§ 2. Verplichtingen voor de netbeheerder

Artikel 2
  1. Een netbeheerder neemt bij het ontwerp, de aanleg, de ingebruikstelling, de exploitatie, de wijziging, het beheer, het onderhoud en de buitengebruikstelling van een gastransportnet de technische en organisatorische maatregelen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om voorvallen te voorkomen waardoor nadelige gevolgen voor de mens of het milieu kunnen ontstaan. 2. Indien zich een voorval voordoet waardoor nadelige gevolgen voor de mens of het milieu zijn ontstaan, draagt de netbeheerder zorg voor het zoveel mogelijk beperken of ongedaan maken van de nadelige gevolgen voor de mens en het milieu. 3. De netbeheerder heeft een document voorhanden waarin het door hem gevoerde beleid ter invulling van de zorgplichten, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn vastgelegd, rekening houdend met de aanwezigheid en de omvang van de risico’s op voorvallen waardoor nadelige gevolgen voor de mens of het milieu kunnen ontstaan. Dit document bevat ten minste de algemene doelstellingen en beginselen van het beleid inzake de beheersing van de risico’s.

Artikel 3

Een netbeheerder stuurt om het jaar het document, bedoeld in artikel 2, derde lid, mee bij het kwaliteits- en capaciteitsdocument, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Gaswet.

§ 3. Veiligheidsmanagementsysteem

Artikel 4
  1. Een netbeheerder heeft een veiligheidsmanagementsysteem waarmee voorvallen waardoor nadelige gevolgen voor de mens of het milieu kunnen ontstaan zoveel mogelijk worden voorkomen, en de nadelige gevolgen voor de mens of het milieu van voorvallen zoveel mogelijk worden beperkt. 2. Een veiligheidsmanagementsysteem bevat in ieder geval: a. de missie, visie en strategie van de netbeheerder met betrekking tot het beheersen van de veiligheid van de mens en het milieu; b. de doelstellingen en plannen met betrekking tot het beheersen van de veiligheid voor de mens en het milieu; c. een beschrijving van de voorwaardenscheppende, ondersteunende en controlerende processen, waaronder een risico-inventarisatie en risico-evaluatie met betrekking tot het beheersen van de veiligheid voor de mens en het milieu; d. een beschrijving van de implementatie en realisatie van systematische en gecoördineerde activiteiten met betrekking tot het beheer van de bedrijfsmiddelen ter beheersing van de veiligheid voor de mens en het milieu; e. een beschrijving van het proces en de doelstellingen van de directiebeoordeling, waaronder tevens begrepen de beoordeling door de leiding van het meest betrokken bedrijfsonderdeel; f. een beschrijving van de procedures voor het identificeren van verbetermaatregelen met betrekking tot het veiligheidsmanagementsysteem en het ontwikkelen, prioriteren en implementeren van de verbetermaatregelen. 3. Bij het continue verbeterproces van het veiligheidsmanagementsysteem, bedoeld in het tweede lid, onderdeel f, wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van de op grond van artikel 8, derde lid, van de Gaswet vastgestelde veiligheidsindicatoren.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit veiligheid lage druk gastransport.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot ’s-Gravenhage, 27 oktober 2011 Beatrix De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de achtste november 2011 De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

  1. Doel en aanleiding

Artikel 8

a, tweede lid, van de Gaswet bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld ten aanzien van de veiligheid en betrouwbaarheid van de netten. Middels dit besluit wordt hier gevolg aan gegeven. Dit besluit stelt veiligheidseisen ten aanzien van het transport van gas bij een druk tot en met 16 bar. De Minister van Infrastructuur en Milieu is op grond van de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening verantwoordelijk voor de veiligheid van het transport van gas bij een druk hoger dan 16 bar. De veiligheidseisen ten aanzien van transport van gas bij een druk hoger dan 16 bar zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen.

In Nederland ligt circa 130.000 kilometer aan gastransportnet waarin gas wordt getransporteerd met een druk van 16 bar of lager. Deze gastransportnetten worden beheerd door de netbeheerders. De netbeheerders zijn verantwoordelijk voor het beheer van de gastransportnetten en het transport van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT