Besluit van 8 december 2009, houdende verlenging van de periode in artikel 43e, derde lid, Auteurswet
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 2009
538
Besluit van 8 december 2009, houdende verlenging van de periode in artikel 43e, derde lid, Auteurswet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 10 november 2009, 5627559/09/6;
Gelet op artikel 43e, derde lid, van de Auteurswet en richtlijn nr. 2001/84/EG van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001 betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, PbEG 2001, L 272/32;
De Raad van State gehoord (advies van 19 november 2009, nr. W03.09.0475/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 2 december 2009, nr. 5630757/09/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De in artikel 43e, tweede lid, Auteurswet bedoelde periode wordt verlengd tot 1 januari 2012.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 8 december 2009 Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de vijftiende december 2009
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.
STB12799 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2009
Staatsblad 2009 538 1
NOTA VAN TOELICHTING
Met dit besluit wordt de regeling waarmee erfgenamen van de maker van een kunstwerk zijn uitgezonderd van een vergoeding op basis van het volgrecht verlengd tot 1 januari 2012. Het volgrecht is het recht van de maker om bij iedere verkoop van een origineel van een kunstwerk waarbij een professionele kunsthandelaar is betrokken, een vergoeding te ontvangen.
Het volgrecht kent dezelfde duur als het auteursrecht (artikel 43e, eerste lid, Auteurswet). Het vervalt 70 jaar na de dood van de maker van het werk, te berekenen vanaf 1 januari volgend op het sterfjaar. Erfgenamen hebben dus recht op een volgrechtvergoeding gedurende 70 jaar na de dood van de maker, tenzij voor erfgenamen een uitzondering wordt gemaakt.
De uitzondering op het volgrecht voor erfgenamen die in dit besluit wordt verlengd is gebaseerd op artikel 43e, derde lid, van de Auteursw...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT