Besluit van 7 oktober 1996, houdende intrekking van enkele onderdelen van het Verplaatsingsbesluit Meststoffenwet
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Jaargang 1996
524
Besluit van 7 oktober 1996, houdende intrekking van enkele onderdelen van het Verplaatsingsbesluit Meststoffenwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 25 september 1996, No. J. 968869, Directie Juridische Zaken; Gezien de adviezen van de Unie van Waterschappen, LTO-Nederland, Natuurmonumenten, de Unie van Provinciale Landschappen, het Landbouwschap en de Stichting Natuur en Milieu;
Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Wet verplaatsing mestproduktie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De artikelen 4, onderdelen c en d, en 5, onderdeel c, van het Verplaatsingsbesluit Meststoffenwet worden ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 december 1996.
Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 7 oktober 1996
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen
Uitgegeven de negenentwintigste oktober 1996
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager
6S0541
ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 1996 Staatsblad 1996 524 1
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit regelt de intrekking van enkele onderdelen van artikelen van het Verplaatsingsbesluit Meststoffenwet.
De aanleiding hiervoor is een toezegging van ondergetekende aan de Tweede Kamer om te bevorderen dat zo spoedig mogelijk een eind wordt gemaakt aan de omzetting van grondgebonden mestproductierechten in niet-grondgebonden rechten, als gevolg van de verkoop van grond aan publiekrechtelijke lichamen en particuliere natuurbeschermingsorganisaties. Deze toezegging is gedaan bij de mondelinge behandeling op 27 maart 1996 van het wetsvoorstel houdende verlenging van de Wet verplaatsing mestproduktie (Handelingen II 1995/96, blz. 4580-4594).
Ingevolge artikel 14 van de Meststoffenwet is het verboden om de productie van dierlijke meststoffen op een bedrijf uit te breiden, indien de productie daarmee groter wordt dan 125 kilogram fosfaat per hectare. Daarbij is tevens bepaald dat verkleining van de oppervlakte landbouwgrond bij een bedrijf gepaard dient te gaan met een evenredige verkleining van de mestproductie, tenzij de verkleining van het areaal behoort tot een bij algemene...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT