Wet van 29 mei 2006 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling onderbouw VO)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2006

281

Wet van 29 mei 2006 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling onderbouw VO)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, de regeling voor de basisvorming in de Wet op het voortgezet onderwijs te vervangen door een nieuwe regeling voor de onderbouw, waarbij de mogelijkheden worden vergroot voor variëteit in het traject tussen de bovenbouw van het primair onderwijs en de vervolgtrajecten in de verschillende schoolsoorten in het voortgezet onderwijs, evenals de ruimte voor scholen bij het inrichten van onderwijsprogramma's in de onderbouw van het voortgezet onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. De begripsbepaling ««de basisvorming in het voortgezet onderwijs»: het onderwijs, bedoeld in de artikelen 11a tot en met 11e;» vervalt.

  2. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt de volgende begripsbepaling toegevoegd: «kerndoelen»: de op grond van artikel 11b vastgestelde na te streven inhoudelijke doelstellingen voor het onderwijsprogramma voor de eerste twee leerjaren, bedoeld in artikel 11c, gericht op het verwerven door leerlingen van kennis, inzicht en vaardigheden;.

Aa

Voor artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Staatsblad 2006 281 1

Artikel 6

d. Onderwijs in lichamelijke opvoeding vmbo.

Onderwijs in lichamelijke opvoeding, bestaande uit praktische bewegingsactiviteiten, wordt gespreid verzorgd over alle leerjaren van het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs. Dit onderwijs vindt plaats gespreid over de school-weken, en in zodanige substantiële omvang en schooltijd dat wordt voldaan aan de eisen op het gebied van kwaliteit, intensiteit en variëteit van de bewegingsactiviteiten neergelegd in kerndoelen en examenprogramma's. Daarbij wordt uitgegaan van de situatie zoals die op 1 augustus 2005 voor het bewegingsonderwijs gold. In afwijking van de tweede volzin geldt voor het laatste leerjaar het voorschrift, dat het onderwijs in het eindexamenvak lichamelijke opvoeding niet eerder mag worden afgesloten dan in de maand december.

B

In artikel 7 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. Het derde lid vervalt.

  2. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

    C

    In artikel 8 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. De aanduiding «1.» voor het eerste lid vervalt.

  4. Het tweede lid vervalt.

    D

    In de artikelen 10, 10b, en 10d worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. In het tweede lid, aanhef, wordt telkens «een samenhangend onderwijsprogramma, gericht op:» vervangen door: een door het bevoegd gezag in te richten in schooltijd verzorgd samenhangend onderwijsprogramma. Het programma omvat voor elke leerling in het derde leerjaar ten minste 1000 uren en in het vierde leerjaar ten minste 700 uren. Het programma is gericht op:.

  6. In het derde lid wordt telkens «kan met ingang van het derde leerjaar worden gegeven, en wordt uiterlijk met ingang van het vierde leerjaar gegeven» vervangen door: wordt met ingang van het derde leerjaar gegeven.

  7. In het negende lid wordt telkens «omtrent de mogelijkheid vrijstelling te verlenen» vervangen door: over de mogelijkheid van vrijstelling en de bevoegdheid van het bevoegd gezag om ontheffing te verlenen.

    E

    In artikel 10f worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  8. In het derde lid komt de tweede volzin te luiden: Praktijkonderwijs wordt zo veel mogelijk op basis van de kerndoelen verzorgd.

  9. In lid 3a worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    Staatsblad 2006 281 2

    1. De eerste volzin komt te luiden: Wat betreft de eerste twee leerjaren wordt het praktijkonderwijs zodanig ingericht dat de leerlingen in afwijking van artikel 11c, eerste lid, onder a, per leerjaar ten minste 1000 uren praktijkonderwijs ontvangen. b. In de tweede volzin wordt «klokuren» vervangen door: uren.

    F

    De artikelen 11a tot en met 11g worden vervangen door zes nieuwe artikelen, luidend:

Artikel 11

a. Algemene voorschriften eerste twee leerjaren.

Het onderwijs in de eerste twee leerjaren wordt zodanig ingericht dat met behoud van keuzevrijheid de doorstroming van leerlingen wordt bevorderd naar een van de sectoren, bedoeld in de artikelen 10, 10b of 10d of naar het derde leerjaar voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en hoger algemeen voortgezet onderwijs en vervolgens naar de periode van voorbereidend hoger onderwijs, bedoeld in artikel 12.

Artikel 11

b. Kerndoelen.

  1. Bij algemene maatregel van bestuur worden kerndoelen vastgesteld, waarbij aandacht wordt besteed aan aspecten van: a. Nederlandse taal, b. Engelse taal, c. geschiedenis en staatsinrichting, d. aardrijkskunde, e. economie, f. wiskunde, g. natuur- en scheikunde, h. biologie, i. verzorging, j. informatiekunde, k. techniek, l. lichamelijke opvoeding, en m. beeldende vorming, muziek, drama en dans. 2. De algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Een maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken.

Artikel 11

c. Onderwijsprogramma eerste twee leerjaren.

  1. Het bevoegd gezag richt voor de eerste twee leerjaren een in schooltijd verzorgd samenhangend onderwijsprogramma in. Dit programma voldoet aan de volgende voorwaarden: a. het bevoegd gezag werkt de kerndoelen uit voor de verschillende schoolsoorten en verschillende groepen leerlingen, onverminderd de doorstroombevordering met behoud van keuzevrijheid van leerlingen, bedoeld in artikel 11a, b. het programma omvat per leerjaar ten minste 1040 uren, en c. in de eerste twee leerjaren worden gezamenlijk ten minste 1425 uren onderwijs verzorgd op basis van de kerndoelen. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven voor het verzorgen van onderwijs in de eerste twee leerjaren naast het onderwijs dat wordt verzorgd op basis van de kerndoelen. 3. De algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Een maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT