Besluit van 28 november 2005, houdende regels met betrekking tot het gebruik van organische oplosmiddelen in verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen en tot wijziging van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer (Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen Wms)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2005

632

Besluit van 28 november 2005, houdende regels met betrekking tot het gebruik van organische oplosmiddelen in verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen en tot wijziging van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer (Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen Wms)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 september 2005, nr. DJZ2005181912, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op richtlijn nr. 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen, en tot wijziging van Richtlijn 1999/13/EG (PbEU L 143), op de artikelen 24 en 39, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen en op artikel 8.44 van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 13 oktober 2005, nr. W08.05.0417/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 november 2005, nr. DJZ2005202959, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. richtlijn 2004/42: richtlijn nr. 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen, en tot wijziging van Richtlijn 1999/13/EG (PbEU L 143);

Staatsblad 2005 632 1

  1. VOS: vluchtige organische stof (VOS) als bedoeld in artikel 2, onderdeel 5, van de richtlijn; c. VOS-gehalte: VOS-gehalte als bedoeld in artikel 2, onderdeel 6, van richtlijn 2004/42; d. oplosmiddel: oplosmiddel als bedoeld in artikel 2, onderdeel 7, van richtlijn 2004/42.

Artikel 2
  1. Het is verboden de producten, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage I na de data, genoemd in de bij die richtlijn behorende bijlage II, in Nederland in te voeren of aan een ander ter beschikking te stellen, indien zij een VOS-gehalte hebben dat de grenswaarde, genoemd in die bijlage II, te boven gaat. 2. Producten, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage I, die niet onder het verbod van het eerste lid vallen, zijn voorzien van een etiket waarop worden vermeld: a. de subcategorie van het product en de betrokken VOS-grenswaarden in gram/liter, bedoeld in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage II, en b. het maximale VOS-gehalte in gram/liter van het product in gebruiksklare vorm. 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de producten, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage I, waaraan oplosmiddelen of andere bestanddelen die oplosmiddelen bevatten, worden toegevoegd om het product gebruiksklaar te maken.

Artikel 3
  1. Het verbod, bedoeld in artikel 2, geldt niet voor producten die worden verhandeld om uitsluitend te worden gebruikt bij een activiteit die wordt verricht in een installatie die zich bevindt in een vergunningplichtige inrichting als bedoeld in artikel 2 van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer. 2. Het verbod, bedoeld in artikel 2 geldt, tot de dag met ingang waarvan een jaar is verstreken na de data, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage II, niet voor producten die niet voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2 en die kennelijk zijn geproduceerd vóór die data.

Artikel 4

De methoden, genoemd in de bij richtlijn 2004/42 behorende bijlage III, worden gebruikt om vast te stellen of het VOS-gehalte van de producten, genoemd in de bij die richtlijn behorende bijlage I, voldoet aan de grenswaarden, genoemd in de bij die richtlijn behorende bijlage II.

Artikel 5
  1. Een wijziging van richtlijn 2004/42 gaat voor de toepassing van artikel 1 gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld. 2. Een wijziging van een van de bijlagen bij richtlijn 2004/42 gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Staatsblad 2005 632 2

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Artikel 6

In bijlage I bij het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer vervalt onder «Overspuiten van voertuigen»:

- het aanbrengen van een laklaag op wegvoertuigen, zoals gedefinieerd in Richtlijn 70/156/EG, of een deel daarvan, als onderdeel van de reparatie, de bescherming of de decoratie van voertuigen buiten de fabriek, of.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen Wms.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 november 2005 Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. A. L. van Hoof

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de dertiende december 2005

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

STB9917 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2005

Staatsblad 2005 632 3

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

  1. Achtergrond

    Dit besluit strekt tot omzetting in nationaal recht van richtlijn nr. 2004/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004, inzake de beperking van emissies van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen in bepaalde verven en vernissen en producten voor het overspuiten van voertuigen, en tot wijziging van Richtlijn 1999/13/EG (PbEU L 143). Richtlijn 1999/13/EG is in nationaal recht omgezet in het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer. Dit besluit stelt emissiegrenswaarden aan onder andere het VOS-gehalte van producten die worden gebruikt voor het overspuiten van voertuigen, hetgeen thans in het onderhavige besluit (hierna: dit besluit) is geregeld.

    Omdat dit besluit mede strekt tot bescherming van de gezondheid in het algemeen (kwaliteit van waren) en van werknemers in het bijzonder (arbeidsomstandigheden) wordt de voordracht van dit besluit mede gedaan door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

    Richtlijn nr. 2004/42 dient in relatie te worden gezien met richtlijn nr. 2001/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen (PbEG L 309), de zogenoemde NEC-richtlijn. Deze richtlijn stelt nationale maxima vast voor de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen, met inbegrip van vluchtige organische stoffen (hierna: VOS), die tegen 2010 niet meer overschreden mogen worden als onderdeel van de geïntegreerde strategie van de Gemeenschap om verzuring en de vorming van troposferische ozon te bestrijden. De NEC-richtlijn omvat echter geen grenswaarden voor de emissie van die verontreinigende stoffen uit specifieke bronnen.

    Teneinde de nationale emissieplafonds voor VOS in acht te nemen, moeten de lidstaten hun aandacht richten op een aantal verschillende categorieën van bronnen die deze emissies veroorzaken. De wetgeving van sommige lidstaten die VOS-grenswaarden voor bepaalde productcategorieën kende en die gold vóórdat richtlijn 2004/42 diende te zijn omgezet, kon per lidstaat echter uiteenlopen. Deze verschillen, gekoppeld aan het ontbreken van wetgeving op dit vlak in andere lidstaten, konden onnodige handelsbelemmeringen en concurrentievervalsing in de interne markt veroorzaken. De nationale wetten en voorschriften waarin, met het oog op de bestrijding van ozon op leefniveau, grenswaarden zijn vastgesteld voor het VOS-gehalte van de onder de onderhavige richtlijn vallende producten zijn dan ook met richtlijn 2004/42 geharmoniseerd, om te verzekeren dat zij het vrije verkeer van deze producten niet beperken. Aangezien de VOS-emissies in een lidstaat de luchtkwaliteit in andere lidstaten beïnvloeden, kan het terugdringen van VOS-emissies van producten niet voldoende door de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt. Een verlaging van de VOS-emissies kan daarom, gezien de grotere schaal en doeltreffendheid, beter op het niveau van de Gemeenschap worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT