Verzamelwet VWS 2020

Wet van 5 februari 2020 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Verzamelwet VWS 2020)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wijzigingen, bijstellingen en technische verbeteringen aan te brengen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Geneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 43, derde lid, komt te luiden:3. In aanvulling op het in het tweede lid bepaalde wordt bij een aanvraag voor een nieuwe indicatie voor een bekende stof, aan de aanvrager gegevensexclusiviteit toegekend voor een niet-cumulatieve periode van een jaar, mits de relevante preklinische of klinische studies met betrekking tot de nieuwe indicatie zijn uitgevoerd. BAan artikel 49 wordt een lid toegevoegd, luidende:10. De houder van de handelsvergunning van een geneesmiddel waarop veiligheidskenmerken zijn aangebracht draagt zorg voor de opzet en het beheer van en de toegang tot het systeem van gegevensbanken dat informatie over de veiligheidskenmerken bevat, bedoeld in artikel 54 bis, tweede lid, onder e, van richtlijn 2001/83, waaronder het vermelden, bijhouden en verwijderen van gegevens in dat systeem, overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels. CArtikel 69 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt na «waaronder begrepen het aanbrengen van veiligheidskenmerken als bedoeld in artikel 54, onderdeel o, van richtlijn 2001/83» ingevoegd « en het controleren daarvan,». 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. De fabrikant van een geneesmiddel waarop veiligheidskenmerken zijn aangebracht draagt zorg voor de opzet en het beheer van en de toegang tot het systeem van gegevensbanken dat informatie over de veiligheidskenmerken bevat, bedoeld in artikel 54 bis, tweede lid, onder e, van die richtlijn, overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels. DNa artikel 71 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 72

De apotheker, bedoeld in artikel 61, eerste lid, onder a, en de huisarts, bedoeld in artikel 61, eerste lid, onder b, controleren de veiligheidskenmerken bedoeld in artikel 69, eerste lid, overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels. EArtikel 82, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:a. beroepsbeoefenaar:

natuurlijke persoon die op grond van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg zelfstandig bevoegd is tot het verrichten van de handelingen als bedoeld in artikel 36, veertiende lid, van die wet, apotheker, apothekersassistent of natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 62, eerste lid, onderdeel d, en derde lid. FIn artikel 101 wordt «69, eerste tot en met derde lid,» vervangen door «69, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 72,».

ARTIKEL II
Artikel 2.5.5

van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet vervalt.

ARTIKEL III

De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:1. Onder het op alfabetische volgorde invoegen van de begripsomschrijving «Veilig Thuis: Veilig Thuis-organisatie als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;» vervalt de begripsomschrijving «advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling: advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;». 2. De begripsomschrijving «vertrouwenspersoon» komt te luiden: vertrouwenspersoon:1°. persoon die beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger jeugdigen, ouders of pleegouders op hun verzoek ondersteunt bij de uitoefening van hun rechten jegens het college, de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling, voor zover deze rechten samenhangen met de in deze wet geregelde onderwerpen; 2°. die onafhankelijk is van het college, de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling waarmee de jeugdige, zijn ouders of zijn pleegouders te maken hebben, en 3°. voor wie een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens is afgegeven. BArtikel 1a.2 wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «4.» geplaatst. 2. Voor het vierde lid (nieuw) worden drie leden ingevoegd, luidende: 1. Een rechtspersoon laat een vertrouwenspersoon slechts voor hem werken nadat deze hem een verklaring omtrent het gedrag heeft overgelegd die niet ouder is dan drie maanden. 2. Een vertrouwenspersoon die niet voor een rechtspersoon werkzaam is, is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan drie jaar. 3. Indien een ingevolge artikel 9.2 met het toezicht belaste ambtenaar redelijkerwijs mag vermoeden dat een vertrouwenspersoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag of een rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid dit ten aanzien van een voor hem werkzame vertrouwenspersoon redelijkerwijs mag vermoeden, verlangt deze ambtenaar of rechtspersoon dat de vertrouwenspersoon zo spoedig mogelijk opnieuw een verklaring omtrent het gedrag overlegt, die niet ouder is dan drie maanden. CIn de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel b, 3.1, eerste lid, 7.4.1, tweede lid, 9.1, eerste lid, onderdeel d, en 12.3, zesde lid, wordt «het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling» telkens vervangen door «Veilig Thuis». DIn artikel 2.6, tweede lid, wordt «artikel 4.1.6, eerste, tweede, derde en vijfde lid» vervangen door «artikel 4.1.6, eerste, tweede, vierde en vijfde lid». EArtikel 4.1.6 wordt als volgt gewijzigd:1. Het derde lid vervalt. 2. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid. 3. In het derde lid (nieuw) wordt «De jeugdhulpaanbieder» vervangen door «Een jeugdhulpaanbieder». 4. Na het derde lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende: 4. Indien een ingevolge artikel 9.2 met het toezicht belaste ambtenaar redelijkerwijs mag vermoeden dat een vertrouwenspersoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag of een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling dit ten aanzien van een voor hem werkzame vertrouwenspersoon redelijkerwijs mag vermoeden, verlangt deze ambtenaar of rechtspersoon dat de vertrouwenspersoon zo spoedig mogelijk opnieuw een verklaring omtrent het gedrag overlegt, die niet ouder is dan drie maanden. EaArtikel 4.3.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:1. De puntkomma aan het slot van onderdeel i wordt vervangen door «, en». 2. Aan het slot van onderdeel j wordt «, en» vervangen door een punt. 3. Onderdeel k vervalt. EbIn artikel 4.3.2, eerste lid, onderdeel d, wordt «en van andere voor jeugdigen en ouders geldende regelingen, alsmede een regeling als bedoeld in artikel 4.2.5, tweede lid» vervangen door «en andere voor jeugdigen en ouders geldende regelingen». FIn artikel 7.4.1, eerste lid, wordt «de jeugdhulp, preventie, jeugdhulp, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «jeugdhulp, preventie, Veilig Thuis». GIn artikel 9.2, zesde lid, wordt «de advies- en meldpunten huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «Veilig Thuis». HIn artikel 12.4, eerste lid, onderdeel d, wordt «advies- en meldpunten voor huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «Veilig Thuis».

ARTIKEL IV

De Wet afbreking zwangerschap wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 6, eerste lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van de onderdelen a tot en met f tot a tot en met e. BArtikel 7, tweede volzin, komt te luiden: «De voorschriften mogen slechts betrekking hebben op de tariefstelling en de onderwerpen waaromtrent en voor zover daarover bij of krachtens de artikelen 5 en 6 eisen zijn gesteld.» CIn artikel 20a, vervalt het tweede lid, onder vernummering van de leden één tot en met vier tot één tot en met drie.

ARTIKEL V

In artikel 42d, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende pensioengrondslag of de vast te stellen garantietoeslag ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende minimum-pensioengrondslag op maandbasis» vervangen door «of de vast te stellen garantietoeslag op de datum van deze aanvraag».

ARTIKEL VI

In artikel 49c, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende pensioengrondslag of de vast te stellen garantietoeslag ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende minimum-pensioengrondslag op maandbasis» vervangen door «of de vast te stellen garantietoeslag op de datum van deze aanvraag».

ARTIKEL VII

In artikel 35i, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende pensioengrondslag of de vast te stellen garantietoeslag ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende minimum-pensioengrondslag op maandbasis» vervangen door «of de vast te stellen garantietoeslag op de datum van deze aanvraag».

ARTIKEL VIII

In artikel 10a, tweede lid, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt «10, derde lid» vervangen door «10, tweede lid».

ARTIKEL VIII

a.

De Wet experiment gesloten coffeeshopketen wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 6, tweede lid, wordt «aan een aangewezen gemeente» vervangen door «in een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT