Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen in verband met de wijze van financiering van de uitkeringen op grond van de Ziektewet en de Werkloosheidswet voor overheidswerknemers alsmede enkele andere wijzigingen (Aanpassingswet OOW)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2000

561

Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen in verband met de wijze van financiering van de uitkeringen op grond van de Ziektewet en de Werkloosheidswet voor overheidswerknemers alsmede enkele andere wijzigingen (Aanpassingswet OOW)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet en de Ziektewet aan overheidswerknemers ten laste te brengen van de betrokken overheidswerkgever respectievelijk een voor de overheidssectoren ingesteld fonds, alsmede dat het wenselijk is enkele verbeteringen aan te brengen in de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING WET OVERHEIDSPERSONEEL ONDER DE WERKNEMERSVERZEKERINGEN

De Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In paragraaf 2 vervalt de verdeling in afdelingen, de nummering van de afdelingen en de aanduiding van de afdelingen.

B

Artikel 2

komt te luiden:

Artikel 2
  1. De ZW wordt met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 2, bedoeld in artikel 48, van toepassing op de gewezen overheidswerknemer die op de dag voorafgaande aan dat tijdstip geen wachtgeld geniet en

Staatsblad 2000 561 1

evenmin bezoldiging of uitkering ingeval van ziekte ontvangt, maar die op dat tijdstip uit hoofde van zijn voormalige dienstverband als overheidswerknemer recht zou krijgen op een uitkering op grond van de WW, en die niet op de dag voorafgaande aan dat tijdstip maar wel op dat tijdstip ongeschikt tot werken is wegens ziekte. 2. De ZW wordt met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 3, bedoeld in artikel 49, van toepassing op de gewezen overheidswerknemer die op de dag voorafgaande aan het tijdstip van aanvang van fase 2, bedoeld in artikel 48, recht heeft op: a. een wachtgeld waarvan de uitkeringsduur niet op het tijdstip van aanvang van fase 3, bedoeld in artikel 49, verstrijkt en die op dat tijdstip ongeschikt is tot werken wegens ziekte; b. bezoldiging of uitkering ingeval van ziekte, waarvan de uitkeringsduur niet op het tijdstip van aanvang van fase 3, bedoeld in artikel 49, verstrijkt en die op dat tijdstip ongeschikt is tot werken wegens ziekte. 3. De ZW wordt met ingang van de datum van eindiging van het dienstverband van toepassing op de gewezen overheidswerknemer: a. die op het tijdstip van aanvang van fase 2, bedoeld in artikel 48,

bezoldiging of uitkering ingeval van ziekte ontvangt, b. wiens dienstverband eindigt op of na dat tijdstip doch voor het tijdstip van aanvang van fase 3, bedoeld in artikel 49, en c. die op het moment van die eindiging ongeschikt is tot werken wegens ziekte. 4. De ZW wordt met ingang van de datum van het intreden van de ongeschiktheid tot werken, doch niet eerder dan met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 2, bedoeld in artikel 48, van toepassing op: a. de gewezen overheidswerknemer wiens dienstverband is geëindigd in de maand voorafgaande aan genoemd tijdstip en die op de dag voorafgaande aan genoemde datum geen recht heeft op wachtgeld of op bezoldiging of uitkering ingeval van ziekte uit hoofde van dat dienstverband; b. de gewezen overheidswerknemer wiens recht op wachtgeld wegens het verstrijken van de terzake geldende uitkeringsduur is geëindigd in de maand voorafgaande aan genoemd tijdstip; c. de gewezen overheidswerknemer wiens recht op wachtgeld wegens het verstrijken van de terzake geldende uitkeringsduur is geëindigd op of na het tijdstip van aanvang van fase 2, bedoeld in artikel 48, doch voor het tijdstip van aanvang van fase 3, bedoeld in artikel 49; indien de ongeschiktheid is ontstaan binnen een maand na de bedoelde eindiging.

C

Artikel 3

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt «ingevolge deze wet» vervangen door: op grond van deze wet of de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 8b van de ZW,.

  2. Onder vernummering van het tweede lid tot vierde lid worden twee leden toegevoegd, luidende: 2. Voor de vaststelling van het recht op ziekengeld op grond van de ZW, alsmede voor de toelating tot de vrijwillige verzekering, wordt de gewezen overheidswerknemer, bedoeld in artikel 2, vierde lid, onderdeel a, vanaf de dag van aanvang van zijn dienstverband tot de datum waarop het dienstverband is geëindigd, aangemerkt als verplicht verzekerd op grond van de ZW. 3. Voor de vaststelling van het recht op ziekengeld op grond van de ZW, alsmede voor de toelating tot de vrijwillige verzekering, wordt de gewezen

    Staatsblad 2000 561 2

    overheidswerknemer, bedoeld in artikel 2, vierde lid, onderdelen b en c, vanaf de dag van aanvang van zijn dienstverband tot de datum waarop het recht op wachtgeld is geëindigd, aangemerkt als verplicht verzekerd op grond van de ZW.

  3. In het nieuwe vierde lid wordt «het eerste lid» vervangen door: het eerste tot en met derde lid.

    D

Artikel 4

eerste lid, komt te luiden: 1. Indien hij op die datum nog niet 52 weken ongeschikt is tot werken wegens ziekte, heeft recht op ziekengeld op grond van de ZW: a. met ingang van de datum waarop de ZW op hem van toepassing wordt, de gewezen overheidswerknemer, bedoeld in artikel 2, eerste tot en met derde lid; b. met ingang van het tijdstip van aanvang van fase 3, bedoeld in artikel 49, de overheidswerknemer, die op de dag voorafgaande aan dat tijdstip recht heeft op bezoldiging of uitkering ingeval van ziekte:

  1. in verband met of in aansluiting op zwangerschaps- of bevallingsverlof;

  2. op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid in verband met orgaandonatie;

  3. die in een situatie verkeert overeenkomstig artikel 29b, eerste lid, van de ZW.

Da

In artikel 5, eerste lid, wordt de zinsnede «vermeerderd met de vakantie-uitkering voor zover betrokkene geen recht heeft op onverminderde doorbetaling van bedoelde vakantie-uitkering» vervangen door: vermeerderd met de vakantie-uitkering of eindejaarsuitkering voorzover betrokkene geen recht heeft op onverminderde opbouw of doorbetaling van die uitkering.

E

De artikelen 6, 7, 8 en 9 vervallen.

F

Artikel 10

komt te luiden:

Artikel 10
  1. Artikel 44, eerste lid, onderdeel a, van de ZW is niet van toepassing op de overheidswerknemer en de gewezen overheidswerknemer, bedoeld in de artikelen 2 en 3, eerste lid, die op de dag voorafgaande aan de datum waarop de ZW op grond van deze wet of de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 8b van de ZW, op hem van toepassing wordt, ongeschikt is tot werken wegens ziekte. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien een bepaling, overeenkomend met artikel 44, eerste lid, onderdeel a, van de ZW, reeds van toepassing was op de overheidswerknemer of de gewezen overheidswerknemer op de dag voorafgaande aan de datum waarop de ZW op grond van deze wet of de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 8b van de ZW, op hem van toepassing wordt. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, tezamen met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze

Staatsblad 2000 561 3

Minister van Defensie, nadere en, zo nodig, tijdelijk afwijkende regels stellen met betrekking tot het eerste en tweede lid.

G

In artikel 15, tweede lid, wordt de zinsnede «het met toepassing van het tweede lid vastgestelde dagloon» vervangen door: het met toepassing van artikel 33 vastgestelde dagloon.

H

In artikel 22, eerste lid, onderdelen c en d, wordt «overheidswerknemer» telkens vervangen door: beroepsmilitair.

I

In artikel 23, tweede lid, aanhef, wordt «Ziektewet» vervangen door: ZW.

J

Artikel 25

eerste lid, komt te luiden: 1. Voor de vaststelling van de hoogte van de uitkering op grond van de WAO voor de beroepsmilitair of gewezen beroepsmilitair die op grond van artikel 4, eerste lid, recht heeft gekregen op een uitkering op grond van de ZW, geldt als dagloon in de zin van de WAO het met toepassing van artikel 5, eerste lid, vastgestelde dagloon.

K

In artikel 26, tweede lid, wordt «die datum» vervangen door: dat tijdstip, en wordt «de vorenbedoelde datum» vervangen door: het vorenbedoelde tijdstip.

L

In artikel 30, eerste lid, wordt «ingevolge deze wet» vervangen door: op grond van deze wet of de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 7 van de WW,.

M

In artikel 31, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De eerste zin is eveneens van toepassing op de gewezen overheidswerknemer, bedoeld in het eerste lid, voor wie op het tijdstip van aanvang van fase 3 van deze wet geen recht op uitkering op grond van de WW ontstaat in verband met omstandigheden als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onderdeel a, b, c of d, van die wet.

N

Artikel 32

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het tweede lid vervalt «ten minste».

  2. In het derde lid wordt «het het» vervangen door: het.

O

Na artikel 32 wordt een artikel ingevoegd, luidende

Staatsblad 2000 561 4

Artikel 32

a.

  1. Onder de in artikel 16, eerste lid, van de WW bedoelde arbeidsuren per kalenderweek wordt voor de gewezen overheidswerknemer, bedoeld in artikel 31, eerste, tweede of derde lid, verstaan het aantal uren waarin die overheidswerknemer laatstelijk was aangesteld respectievelijk waarvoor hij laatstelijk in dienst was genomen in het dienstverband waarop het recht op uitkering op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT