Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen

Wet van 20 december 2023 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten tot codificatie en aanvulling van het fiscale kwalificatiebeleid inzake buitenlandse rechtsvormen en tot afschaffing van de zelfstandige belastingplicht van de open commanditaire vennootschap (Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van. Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen te treffen om het fiscale kwalificatiebeleid inzake rechtsvormen wettelijk te verankeren en aan te vullen en tevens het toestemmingsvereiste bij de kwalificatie van rechtsvormen te laten vervallen waardoor geen zelfstandige vennootschapsbelastingplicht van personenvennootschappen meer mogelijk is; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:AAan hoofdstuk 1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1.11

Buitenlandse rechtsvormen en vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld.

  1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden onder naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, coöperaties en verenigingen op coöperatieve grondslag, verenigingen en fondsen voor gemene rekening mede verstaan daarmee qua rechtsvorm vergelijkbare naar het recht van een andere staat opgerichte of aangegane lichamen. 2. Waar in deze wet en de daarop berustende bepalingen verwijzingen naar vennootschappen met een – geheel of ten dele – in aandelen verdeeld kapitaal zijn opgenomen, wordt daaronder verstaan naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, met inbegrip van daarmee qua rechtsvorm vergelijkbare naar het recht van een andere staat opgerichte of aangegane lichamen. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de beoordeling of voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam een met de rechtsvorm van een lichaam als bedoeld in het eerste of tweede lid vergelijkbare rechtsvorm heeft. Daarbij kunnen ook regels worden gesteld voor de beoordeling of een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam naast de rechtsvorm ook voor het overige met een lichaam vergelijkbaar is als bedoeld in de eerste zin. BNa artikel 2.14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.14

bis Toerekening inkomensbestanddelen bij een maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, transparant fonds of een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam.

  1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden de bezittingen en schulden alsmede de opbrengsten en uitgaven, onderscheidenlijk kosten, van een maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en een transparant fonds, toegerekend aan de participanten in dat lichaam naar rato van ieders gerechtigdheid. 2. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden de bezittingen en schulden alsmede de opbrengsten en uitgaven, onderscheidenlijk kosten, van een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam toegerekend aan de participanten in dat lichaam naar rato van ieders gerechtigdheid: a. mits de rechtsvorm van dat lichaam vergelijkbaar is met die van een maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of met die van een transparant fonds; of b. indien onderdeel a niet van toepassing is: mits de rechtsvorm van dat lichaam niet vergelijkbaar is met die van een lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, b, c, e, f of g, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en dat lichaam geen lichaam is als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, of artikel 3, tweede lid, van die wet. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op een fonds voor gemene rekening en het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een omgekeerd hybride lichaam als bedoeld in artikel 2, elfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. 4. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden de bezittingen en schulden alsmede de opbrengsten en uitgaven, onderscheidenlijk kosten, van een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam toegerekend aan dat lichaam, indien die niet op grond van het tweede lid of artikel 2.14a worden toegerekend aan een ander dan dat lichaam. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de beoordeling of voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam een met de rechtsvorm van een lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c, e of g, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 of een met die van een maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of transparant fonds vergelijkbare rechtsvorm heeft. Daarbij kunnen ook regels worden gesteld voor de beoordeling of een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam naast de rechtsvorm ook voor het overige met een lichaam vergelijkbaar is als bedoeld in de eerste zin. 6. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een fonds voor gemene rekening verstaan: een fonds voor gemene rekening als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. 7. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een transparant fonds verstaan: een fonds ter verkrijging van voordelen voor de deelgerechtigden door het voor gemene rekening beleggen of anderszins aanwenden van gelden, tenzij dat fonds een fonds voor gemene rekening is. CIn artikel 3.92, tweede lid, onderdeel d, wordt na «artikel 4.5» ingevoegd «, een lichaam als bedoeld in artikel 4.5b, onderdeel b,». DIn artikel 3.98a, negende lid, wordt «4.3, 4.4, 4.5 en 4.5a» vervangen door «4.3 tot en met 4.5b». EIn artikel 4.5, eerste lid, vervalt «als bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969». FAan afdeling 4.2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 4.5

b Niet-vergelijkbare rechtsvormen.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt:a. het stemrecht, kapitaalbelang of winstrecht in een lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, of artikel 3, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 gelijkgesteld met een aandeel; b. een lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, of artikel 3, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 gelijkgesteld met een vennootschap. GArtikel 4.6 wordt als volgt gewijzigd:1. In onderdeel d wordt «tot» vervangen door «om». 2. In onderdeel e wordt «artikel 2, twaalfde lid» vervangen door «artikel 2, elfde lid». 3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: f. een aandeel heeft in een lichaam als bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, onderdeel h, of 3, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en daardoor voor ten minste 5% deelt in de winst van dat lichaam, recht heeft op ten minste 5% van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd of ten minste 5% van de stemrechten vertegenwoordigt. HIn artikel 7.2, negentiende lid, wordt «artikel 2, twaalfde lid» vervangen door «artikel 2, elfde lid» en wordt «artikel 2, derde lid, van die wet» vervangen door «de artikelen 2, derde lid, en 2.14bis, derde lid, van die wet».

ARTIKEL II

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:ANa artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1

a.

  1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen, met uitzondering van de artikelen 2, eerste lid, onderdelen d en h, 3, eerste tot en met derde lid, 6a, 14c, 15, 28 en 28a, en van de op de artikelen 14c, 15, 28 en 28a berustende bepalingen, worden onder naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, coöperaties en verenigingen op coöperatieve grondslag, onderlinge waarborgmaatschappijen, verenigingen welke op onderlinge grondslag als verzekeraar of bank optreden, verenigingen, stichtingen, kerkgenootschappen, fondsen voor gemene rekening en Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen mede verstaan daarmee qua rechtsvorm vergelijkbare naar het recht van een andere staat opgerichte of aangegane lichamen. 2. Waar in deze wet en de daarop berustende bepalingen verwijzingen naar vennootschappen met een – geheel of ten dele – in aandelen verdeeld kapitaal zijn opgenomen, wordt daaronder verstaan naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, met inbegrip van daarmee qua rechtsvorm vergelijkbare naar het recht van een andere staat opgerichte of aangegane lichamen. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de beoordeling of voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen een naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam een met de rechtsvorm van een lichaam als bedoeld in het eerste of tweede lid of een met die van een maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of transparant fonds als bedoeld in artikel 2.14bis...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT