Wet grenzen Nederlandse territoriale zee
Abbreviated Label | Geen |
Court | Buitenlandse Zaken |
Subject Matter | Staats- en bestuursrecht | Staatsrecht |
Geldend van 01-06-1985 t/m heden
Wet van 9 januari 1985, houdende vaststelling van de grenzen van de territoriale zee van Nederland
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het bijzonder voor de veiligheid van de scheepvaart voor onze kust en voor de bescherming van het zeemilieu van belang is dat Nederland zijn territoriale zee tot twaalf zeemijlen uitbreidt;
Dat het tevens wenselijk is ter gelegenheid van deze uitbreiding preciseringen aan te brengen in de grens tussen de binnenwateren en de territoriale zee van Nederland;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1 De territoriale zee van Nederland strekt zich uit tot de lijn, waarvan elk punt gelegen is op een afstand van twaalf internationale zeemijlen, zijnde tweeëntwintig kilometer en tweehonderd vierentwintig meter, gemeten zeewaarts vanaf het dichtstbijgelegen punt van de laagwaterlijn langs de kust, met dien verstande dat, waar geheel of gedeeltelijk binnen deze afstand van deze laagwaterlijn een natuurlijk gevormde, bij eb droogvallende bodemverheffing is gelegen, die bij hoogtij onder water komt, gemeten wordt vanaf het dichtstbijgelegen punt van de laagwaterlijn van die bodemverheffing.
2 De laagwaterlijn is de dieptelijn van nul meter, zoals aangegeven op de grootschalige Nederlandse zeekaarten, uitgegeven vanwege de Minister van Defensie.
1 De laagwaterlijn langs de kust vormt, met de in het tweede en vierde lid genoemde basislijnen, voor zover deze zeewaarts daarvan zijn gelegen, de grens tussen de binnenwateren en de territoriale zee van Nederland.
-
2 Basislijnen worden getrokken door de bogen van de grootcirkels die over de kortste afstand de hierna te noemen punten verbinden:
-
a. In de mond van de Westerschelde:
Punt A, snijpunt van de Nederlands-Belgische landgrens met de laagwaterlijn, voor de toepassing van deze wet geacht te liggen op 51°22'25",0 Noorderbreedte en 3°21'52",5 Oosterlengte.
Punt B, het licht Molenhoofd op de kust van Walcheren, gelegen op 51°31'38",1 Noorderbreedte en 3°26'07",9 Oosterlengte.
-
b. Tussen Den Helder en Texel:
Punt C, de lichttoren Kijkduin bij Den Helder, gelegen op 52°57'22",5...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT