Wet Justitie-subsidies
Abbreviated Label | Wjs |
Subject Matter | Openbare orde en veiligheidsrecht |
Court | Veiligheid en Justitie |
Geldend van 01-08-2016 t/m heden
Wet van 20 juni 1996, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Justitie alsmede wijziging van enige wetten in verband met de subsidietitel in de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de verstrekking van subsidies door Onze Minister van Justitie wettelijk te regelen alsook enkele wetten aan te passen in verband met de bepalingen over subsidies in de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.
Dit hoofdstuk is slechts van toepassing op subsidies die door Onze Minister worden verstrekt en die:
a. op deze wet berusten, of
b. niet op een wettelijk voorschrift berusten.
Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Indien Onze Minister subsidie verstrekt voor activiteiten die mede door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kan Onze Minister afwijken van de bij of krachtens deze wet aan de subsidie verbonden verplichtingen, voor zover
a. dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde verplichtingen, en
b. daardoor het belang met het oog waarop die verplichtingen zijn opgelegd, niet onevenredig wordt geschaad.
1 Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet of de Algemene wet bestuursrecht aan de subsidie-ontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen.
2 De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, vermeld in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.
3 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
4 Aan door Onze Minister verstrekte subsidies is de verplichting verbonden dat de subsidie-ontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder slachtofferhulp:
-
a. de opvang en ondersteuning van slachtoffers en nabestaanden van vermoedelijke strafbare feiten, bestaande uit:
1°. juridische ondersteuning;
2°. praktische ondersteuning;
3°. kortdurende emotionele ondersteuning;
4°. doorverwijzing naar niet in het bijzonder voor slachtoffers bedoelde hulpverleningsinstellingen;
b. activiteiten ter verbetering van de positie van het slachtoffer.
1 Onze Minister wijst een rechtspersoon aan, die is belast met de taken, bedoeld in artikel 6.
2 Van de aanwijzing door Onze Minister wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
De rechtspersoon behoeft de toestemming van Onze Minister voor de handelingen, bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
1 Onze Minister verstrekt per boekjaar subsidie aan de rechtspersoon voor de werkzaamheden die door de rechtspersoon of onder zijn verantwoordelijkheid worden verricht.
2 Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
-
3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot:
a. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;
b. de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover;
c. de vaststelling van de subsidie;
d. intrekking of wijziging van de subsidie;
e. verplichtingen van de subsidieontvanger.
Onze Minister kan subsidie verstrekken voor bijzondere projecten op het terrein van slachtofferhulp.
1 De rechtspersoon vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht.
2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het bepaalde in het eerste lid.
1 Indien de rechtspersoon zaken ter beschikking stelt aan of diensten verricht voor natuurlijke personen of rechtspersonen, die niet de ondersteuning van de rechtspersoon ten doel hebben, brengt zij een vergoeding in rekening die tenminste kostendekkend is.
2 Indien aan de rechtspersoon zaken ter beschikking worden gesteld door een andere rechtspersoon die de ondersteuning van de rechtspersoon ten doel heeft, betaalt zij aan deze rechtspersoon geen hogere vergoeding dan het bedrag dat ter zake op grond van de historische kostprijs en rekening houdende met de voor de instelling geldende afschrijvingspercentages in redelijkheid in rekening kan worden gebracht.
3 Indien voor de rechtspersoon diensten worden verricht door een andere rechtspersoon, die de ondersteuning van de rechtspersoon ten doel heeft en welke in het algemeen in eigen beheer worden verricht, betaalt de rechtspersoon aan de andere rechtspersoon geen hogere vergoeding dan het bedrag dat het verrichten van de diensten in eigen beheer zou hebben gekost.
4 De rechtspersoon verstrekt desgevraagd aan Onze Minister een beschrijving van de tussen deze rechtspersoon en andere rechtspersonen bestaande organisatorische dan wel financiële banden alsmede van zodanig nog in het leven te roepen of te wijzigen banden, voor zover deze banden van invloed kunnen zijn op de bepaling van de vergoedingen, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid.
1 Onze Minister kan subsidie verstrekken aan de rechtspersoon die is belast met de bemiddeling tussen de verdachte en het slachtoffer, bedoeld in artikel 51h, van het Wetboek van Strafvordering.
2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het bepaalde in het eerste lid.
1 Bij het onderzoek, bedoeld in artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht, onderzoekt de accountant tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
2 Onze Minister stelt een aanwijzing over de reikwijdte en de intensiteit van de controle, als bedoeld in artikel 4:79, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, vast.
[Vervallen per 01-01-2009]
1 In de gevallen, bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, legt Onze Minister een volledige vergoedingsplicht op.
2 Bij de vaststelling van de hoogte van de vergoeding worden de activa gewaardeerd op hun actuele waarde. De waardebepaling van een onroerende zaak geschiedt door drie deskundigen. Onze Minister onderscheidenlijk de subsidie-ontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling overleg een derde deskundige aanwijzen.
3 Het eerste lid is niet van toepassing, indien de activiteiten van de subsidie-ontvanger door een derde worden voortgezet en de activa en passiva met toestemming van Onze Minister tegen boekwaarde aan die derde worden overgedragen.
[Vervallen per 01-07-2009]
[Vervallen per 01-07-2009]
[Vervallen per 01-07-2009]
[Vervallen per 01-07-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
[Vervallen per 01-01-2009]
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
-
criminaliteitspreventie: activiteiten gericht op:
a. het weerhouden...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT