Wet minimumbelasting 2024

Wet van 20 december 2023 tot invoering van een minimumbelasting en wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie (PbEU 2022, L 328/1) (Wet minimumbelasting 2024)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om regels te stellen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2523 van de Raad van 14 december 2022 tot waarborging van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Unie (PbEU 2022, L 328/1); Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1

Minimumbelasting.

Onder de naam minimumbelasting worden van in Nederland gevestigde groepsentiteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, de volgende belastingen geheven: a. binnenlandse bijheffing, volgens de regels van hoofdstuk 3; b. inkomen-inclusiebijheffing, volgens de regels van hoofdstuk 4; c. onderbelastewinstbijheffing, volgens de regels van hoofdstuk 5.

Artikel 1.2

Definities.

  1. Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: aangewezen informatieaangifte-indienende groepsentiteit:

de groepsentiteit die geen uiteindelijkemoederentiteit is en die door de multinationale groep of binnenlandse groep is aangewezen om namens die groep te voldoen aan de informatieverplichting, bedoeld in artikel 13.1; aftrekbaar dividend:a. een uitdeling van winst aan een belanghouder van een groepsentiteit, waarbij die groepsentiteit is onderworpen aan een aftrekbaardividendstelsel op grond waarvan een uitdeling van winst aftrekbaar is van het belastbare inkomen van die entiteit krachtens de regelgeving van de staat waarin zij is gevestigd; of b. een ledendividend uitgedeeld aan een lid van een coöperatie, waarbij die coöperatie is onderworpen aan een aftrekbaardividendstelsel; aftrekbaardividendstelsel:

een belastingstelsel waarbij het inkomen van de belanghouders van een entiteit op één niveau wordt belast door de winst die wordt uitgedeeld aan de belanghouders in mindering te brengen op of uit te sluiten van het inkomen van de entiteit, of door een coöperatie vrij te stellen van belastingheffing; belang:

elk belang in het eigen vermogen dat recht geeft op winst, kapitaal of reserves van een entiteit of van een vaste inrichting; belastingregeling voor buitenlandse gecontroleerde lichamen:

een belastingmaatregel, anders dan een kwalificerende inkomen-inclusiemaatregel, op grond waarvan de onmiddellijke of middellijke aandeelhouder van een buitenlandse entiteit of de hoofdentiteit van een vaste inrichting onderworpen is aan belasting over een deel van of het gehele inkomen, ongeacht of dat inkomen is uitgekeerd, dat is genoten door die buitenlandse entiteit, onderscheidenlijk die vaste inrichting; belastingverdrag:

elke regeling ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en een andere bestuurlijke eenheid, waaronder een Rijkswet ter voorkoming van dubbele belasting, dan wel elk soortgelijk besluit ter voorkoming van dubbele belasting; beleggingsentiteit:a. een beleggingsfonds of een vastgoedbeleggingsvehikel; b. een entiteit die onmiddellijk of via een of meer entiteiten als bedoeld in onderdeel a, voor ten minste 95% wordt gehouden door een entiteit als bedoeld in onderdeel a, en die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend activa houdt of investeert ten behoeve van die entiteit, onderscheidenlijk die entiteiten; of c. een entiteit waarvan ten minste 85% van de waarde wordt gehouden door een entiteit als bedoeld in onderdeel a, indien nagenoeg al haar inkomen wordt verkregen uit dividenden of vervreemdingswinsten of -verliezen die uitgesloten zijn van de berekening van het kwalificerende inkomen of verlies; beleggingsfonds:

een entiteit of rechtsfiguur die:a. is opgezet om financiële of niet-financiële activa van verschillende investeerders, waarvan sommigen niet-verbonden zijn in de zin van artikel 5, achtste lid, van het OESO-modelverdrag, onder hetzelfde beheer te brengen; b. investeert volgens een vooraf vastgesteld investeringsbeleid; c. het voor investeerders mogelijk maakt om transactie-, onderzoeks- en analytische kosten te verminderen of zorgt voor het collectief spreiden van risico’s; d. als hoofddoel heeft het genereren van beleggingsinkomen of -winsten, dan wel de bescherming tegen een specifieke of algemene gebeurtenis of uitkomst; e. investeerders het recht geeft op de opbrengsten uit de activa van het fonds of het inkomen dat wordt gegenereerd met die activa, naar evenredigheid van hun bijdrage; f. is onderworpen of waarvan de fondsbeheerder is onderworpen aan de toezichtregelgeving, inclusief afdoende anti-witwas- en investeringsbeschermingsregelgeving, voor beleggingsfondsen in de staat naar het recht waarvan het fonds is opgericht of wordt beheerd; en g. namens de investeerders wordt beheerd door beleggingsfondsmanagementprofessionals; betrokken belastingen:

belastingen als bedoeld in artikel 7.1;bijheffing:

de belasting die op grond van artikel 8.2 is berekend voor een staat of een groepsentiteit;binnenlandse groep:

een groep waarvan alle groepsentiteiten in Nederland zijn gevestigd;controlerend belang:

een zodanig belang in een entiteit dat de houder van het belang, in overeenstemming met een geaccepteerde financiële verslaggevingstandaard verplicht is, of verplicht zou zijn geweest indien hij een geconsolideerde jaarrekening had opgesteld, om de activa, passiva, inkomsten, uitgaven en kasstromen van de entiteit integraal te consolideren, waarbij een hoofdentiteit wordt geacht het controlerend belang te houden in haar vaste inrichting; coöperatie:

een entiteit die collectief goederen en diensten namens haar leden verhandelt of verwerft en die in de staat waarin zij is gevestigd is onderworpen aan een belastingregime dat voorziet in belastingneutraliteit met betrekking tot goederen of diensten die door de leden via de coöperatie worden verkocht of verworven; derde staat:

een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie;doorkijkentiteit:

een entiteit voor zover die fiscaal transparant is met betrekking tot haar inkomsten, uitgaven, winsten of verliezen in de staat naar het recht waarvan zij is opgericht, tenzij zij volgens de fiscale regelgeving van een andere staat aldaar als inwoner is onderworpen aan een betrokken belasting, waarbij die entiteit wordt aangemerkt als een: a. fiscaal transparante entiteit met betrekking tot haar inkomsten, uitgaven, winsten of verliezen voor zover zij fiscaal transparant is in de staat waarin haar belanghouders wonen of zijn gevestigd; b. omgekeerde hybride entiteit met betrekking tot haar inkomsten, uitgaven, winsten of verliezen voor zover zij niet fiscaal transparant is in de staat waarin haar belanghouders wonen of zijn gevestigd; entiteit:

een rechtsfiguur die een afzonderlijke financiële verslaggeving opstelt of een rechtspersoon, niet zijnde een overheid, daaronder mede begrepen een staatkundig onderdeel of lokale autoriteit van een overheid; financiële verslaggeving:

de gegevens gebruikt door een entiteit bij de totstandkoming van de geconsolideerde jaarrekening; fiscaal transparante structuur:

een keten van doorkijkentiteiten als bedoeld in onderdeel a van de definitie van doorkijkentiteit door middel waarvan een belang wordt gehouden in een groepsentiteit; geaccepteerde financiële verslaggevingsstandaard:

een internationale standaard voor financiële verslaggeving (IFRS of IFRS zoals goedgekeurd door de EU overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PbEG 2002, L 243)) en de set aan algemeen aanvaarde verslaggevingsbeginselen van het Gemenebest van Australië, de Federale Republiek Brazilië, Canada, de lidstaten van de Europese Unie, de lidstaten van de Europese Economische Ruimte, Hongkong (China), Japan, de Verenigde Mexicaanse Staten, Nieuw-Zeeland, de Volksrepubliek China, de Republiek India, de Republiek Korea, de Russische Federatie, de Republiek Singapore, de Zwitserse Bondsstaat, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, en de Verenigde Staten van Amerika; geautoriseerde financiële verslaggevingsstandaard:

een set aan algemeen aanvaarde verslaggevingsbeginselen toegestaan door een organisatie met juridische autoriteit om verslaggevingsregels voor te schrijven, vast te stellen of te aanvaarden voor toepassing van de financiële rapportage in de staat waarin een entiteit is gevestigd; geconsolideerde jaarrekening:a. voor een groep als bedoeld in onderdeel a van de definitie van groep: de jaarrekening die is opgesteld door een entiteit in overeenstemming met de geaccepteerde financiële verslaggevingsstandaard, waarin de activa, passiva, inkomsten, uitgaven en kasstromen van die entiteit en alle entiteiten waarin zij een controlerend belang heeft, zijn weergegeven als die van een enkele economische eenheid; b. voor een groep als bedoeld in onderdeel b van de definitie van groep: de jaarrekening opgesteld door de desbetreffende entiteit in overeenstemming met een geaccepteerde financiële verslaggevingsstandaard; c. voor een groep als bedoeld in de onderdelen a en b van de definitie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT