Wet op de consignatie van gelden

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterFinancieel en economisch recht
CourtVeiligheid en Justitie

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Wet van 27 augustus 1980, houdende regelen betreffende de consignatie van gelden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regeling betreffende de consignatie van gelden aan te passen aan de behoeften van de praktijk;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Deze wet verstaat onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

  • b. consignatie: het overmaken van gelden aan de Staat onder de in deze wet voorgeschreven vormen, ter beschikking van degene die van zijn recht op uitkering doet blijken.

Artikel 2
  • 1 Er is een consignatiekas waarin gelden worden opgenomen waarvan de consignatie wordt bevolen of toegelaten bij wettelijk voorschrift of een beschikking van Onze Minister dan wel een beslissing van de rechter.

  • 2 Het beheer van de consignatiekas is opgedragen aan Onze Minister.

Artikel 3
  • 1 Consignatie geschiedt in Nederlandse wettige betaalmiddelen of door storting of overschrijving op door Onze Minister aan te wijzen bankrekeningen.

  • 2 Een volmacht tot consignatie moet schriftelijk worden verleend.

Artikel 4

Onze Minister stelt nadere regels omtrent de wijze waarop de consignatie kan plaatsvinden en uitkeringen uit de consignatiekas kunnen worden gedaan.

Artikel 5
  • 1 Bij de consignatie worden aan Onze Minister de bescheiden overgelegd of toegezonden waaruit blijkt op grond van welk wettelijk voorschrift, besluit, beschikking of beslissing, de consignatie plaatsvindt. Blijkt niet wie de rechthebbende op de gelden is dan verzoekt Onze Minister aan degene die de consignatie verlangt om aanvullende gegevens. Kunnen deze niet worden overgelegd of toegezonden dan vermeldt Onze Minister de reden daarvan in het bewijs van consignatie, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

  • 2 Onze Minister vervaardigt een afschrift van elk der bescheiden, bedoeld in het vorige lid, en waarmerkt elk afschrift.

  • 3 Ingeval de consignatie door een gemachtigde geschiedt, wordt tevens de akte van volmacht overgelegd of toegezonden.

Artikel 6
  • 1 Onze Minister maakt van de consignatie een door hem ondertekend bewijs van consignatie in tweevoud op. Een exemplaar van het bewijs doet hij toekomen aan degene die de consignatie heeft verlangd. Het andere exemplaar zomede de gewaarmerkte afschriften van de overgelegde of toegezonden bescheiden worden bewaard tot de rechtsvordering tot uitkering is verjaard. De overgelegde of toegezonden bescheiden worden, bij aangetekend schrijven met bericht van ontvangst, teruggezonden aan degene die de consignatie heeft verlangd of aan diens gemachtigde.

  • 2 Het model van het bewijs van consignatie wordt vastgesteld door Onze Minister.

Artikel 7
  • 1 Onze Minister deelt overeenkomstig door hem te stellen regelen jaarlijks in de Staatscourant mede, welke gelden in de loop van het vijfde aan die mededeling voorafgaande jaar in de consignatiekas zijn opgenomen en welke nog niet zijn uitgekeerd bij de aanvang van het jaar waarin die mededeling plaatsvindt. Ten aanzien van consignaties van gelden ten belope van minder dan € 45,38 vindt geen mededeling plaats. Dit bedrag kan door Onze Minister worden bijgesteld, indien de ontwikkeling van prijsindexcijfers hem daartoe aanleiding geeft.

  • 2 Onze Minister stelt regelen vast ten einde nadere bekendheid te geven aan de in het vorige lid bedoelde mededeling in de Staatscourant.

Artikel 8
  • 1 De in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT