Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken

Abbreviated LabelWvad
Subject MatterBelastingrecht | BTW en accijns
CourtFinanciën

Geldend van 01-05-2016 t/m heden

Wet van 24 december 1992, tot vaststelling van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de aanpassing van de wetgeving inzake accijnzen aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (92/12/EEG van 25 februari 1992; PbEG L 76) wenselijk is een afzonderlijke wettelijke regeling in te voeren voor het stelsel van heffing van de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van pruimtabak en snuiftabak;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen
Belastbaar feit
Artikel 1

Krachtens deze wet wordt een verbruiksbelasting geheven ter zake van de uitslag en de invoer van alcoholvrije dranken.

Artikel 1a

[Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 2

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. vervaardigen van alcoholvrije dranken: elk handelen waarbij of waardoor die goederen ontstaan of de voor de belastingheffing relevante samenstelling daarvan wordt gewijzigd;

  • b. inrichting: iedere plaats waar op grond van de bepalingen van deze wet alcoholvrije dranken onder schorsing van belasting mogen worden vervaardigd, mogen worden verwerkt, voorhanden mogen zijn, mogen worden ontvangen en mogen worden verzonden;

  • c. douane-entrepot: de regeling douane-entrepot, bedoeld in artikel 240, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie;

  • d. plaats voor tijdelijke opslag: een ruimte voor tijdelijke opslag of een andere plaats die is aangewezen of goedgekeurd voor de opslag van goederen in tijdelijke opslag als bedoeld in artikel 147, eerste lid, van het Douanewetboek van de Unie;

  • e. lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie;

  • f. derde land: elke staat of elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing is;

  • g. EU-douaneregeling: de bijzondere regelingen douanevervoer, douane-entrepot, tijdelijke invoer en actieve veredeling, bedoeld in artikel 210 van het Douanewetboek van de Unie, uitvoer als bedoeld in artikel 269 van dat wetboek en wederuitvoer als bedoeld in artikel 270 van dat wetboek;

  • h. schorsing van belasting: het stelsel waarin van goederen die worden vervaardigd, worden verwerkt, voorhanden zijn of worden vervoerd, op grond van de bepalingen van deze wet de belasting nog niet is geheven;

  • i. ondernemer: een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968.

Artikel 3
  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder uitslag: het brengen van alcoholvrije dranken buiten een plaats die voor dat soort goederen als inrichting is aangewezen.

  • 2 Indien artikel 15a, eerste lid, van toepassing is, wordt als uitslag mede aangemerkt het vervaardigen van vruchten- of groentesap boven een hoeveelheid van 12.000 liter per kalenderjaar.

  • 3 Als uitslag wordt mede aangemerkt het verbruik, anders dan als grondstof, van alcoholvrije dranken binnen een plaats die voor dat soort goed als inrichting is aangewezen.

  • 4 Als uitslag wordt niet aangemerkt het, met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, brengen van alcoholvrije dranken vanuit een inrichting naar:

    • a. een andere inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;

    • b. een ondernemer dan wel een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer, in een andere lidstaat;

    • c. een derde land.

  • 5 De voorwaarden, bedoeld in het vierde lid, hebben betrekking op formaliteiten waaraan bij de overbrenging van de goederen moet worden voldaan.

  • 6 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.

Artikel 4
  • 1 Als uitslag wordt mede aangemerkt het voorhanden hebben van alcoholvrije dranken waarvan de belasting niet is geheven, door:

    • a. een ondernemer in het kader van zijn onderneming, anders dan in een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;

    • b. een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer;

    • c. een natuurlijke persoon voor andere doeleinden dan voor persoonlijk verbruik.

  • 2 Het eerste lid is, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, niet van toepassing met betrekking tot alcoholvrije dranken die worden vervoerd naar:

    • a. een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;

    • b. een ondernemer of een publiekrechtelijk lichaam, anders dan als ondernemer;

    • c. een natuurlijke persoon die de goederen voor andere doeleinden dan voor persoonlijk verbruik betrekt in Nederland;

    • d. een andere lidstaat via Nederland;

    • e. een derde land.

  • 3 Bij algemene maatregel van bestuur kan, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, worden bepaald dat het eerste lid geen toepassing vindt indien sprake is van het op incidentele basis aanwenden van beperkte hoeveelheden alcoholvrije dranken voor eigen verbruik in het kader van de onderneming of het publiekrechtelijke lichaam.

  • 4 Bij algemene maatregel van bestuur worden, ter verzekering van de heffing, regels gesteld met betrekking tot de verplichtingen waaraan de in het eerste lid bedoelde personen of lichamen moeten voldoen.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.

Artikel 5
  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder invoer: het vanuit een derde land brengen van alcoholvrije dranken in Nederland.

  • 2 Als invoer wordt mede aangemerkt:

    • a. het in Nederland beëindigen van een EU-douaneregeling waaronder alcoholvrije dranken zijn geplaatst, anders dan door plaatsing onder een andere EU-douaneregeling;

    • b. het in Nederland onttrekken van alcoholvrije dranken aan een EU-douaneregeling;

    • c. het eigen verbruik, anders dan als grondstof, in Nederland van alcoholvrije dranken die onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst of binnen een plaats voor tijdelijke opslag.

  • 3 Als invoer wordt niet aangemerkt het, met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden:

    • a. brengen van alcoholvrije dranken vanuit een derde land naar een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen of naar een plaats voor tijdelijke opslag;

    • b. in Nederland plaatsen onder een EU-douaneregeling van vanuit een derde land binnengebrachte alcoholvrije dranken;

    • c. brengen van alcoholvrije dranken die zijn geplaatst onder een EU-douaneregeling naar een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;

    • d. brengen van alcoholvrije dranken vanuit een plaats voor tijdelijke opslag naar een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen;

    • e. onder ambtelijk toezicht vernietigen van alcoholvrije dranken die onder een EU-douaneregeling zijn geplaatst.

  • 4 De voorwaarden, bedoeld in het derde lid, hebben betrekking op formaliteiten waaraan bij de overbrenging van de alcoholvrije dranken moet worden voldaan alsmede op de daarbij te stellen zekerheid.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.

Hoofdstuk II. Definities van de goederen en tarieven
Artikel 6

Onder alcoholvrije dranken worden verstaan vruchten- en groentesap, mineraalwater en limonade, ook indien zij alcohol bevatten, voor zover zij niet worden aangemerkt als bier, wijn, tussenproducten of overige alcoholhoudende producten in de zin van de Wet op de accijns.

Artikel 7
  • 1 Onder vruchten- en groentesap wordt verstaan drank die bestaat uit sap van vruchten of groenten of een mengsel daarvan.

  • 2 Als vruchten- en groentesap wordt mede aangemerkt de drank, bedoeld in het eerste lid, in vaste vorm of als concentraat in kleinhandelsverpakking of in een verpakking die is bestemd voor afnemers die voor gebruik gereed vruchten- en groentesap vervaardigen voor gebruik ter plaatse.

Artikel 8
  • 1 Onder mineraalwater wordt verstaan:

    • a. natuurlijk en kunstmatig mineraalwater;

    • b. spuitwater;

    • c. water dat kennelijk is bestemd voor inwendig gebruik door de mens, in kleinhandelsverpakking of in een verpakking die is bestemd voor afnemers die daaruit water voor gebruik ter plaatse afleveren.

  • 2 Als mineraalwater wordt niet aangemerkt nooddrinkwater dat door drinkwaterbedrijven in voorraad wordt gehouden en dat bij een verstoring van de drinkwatervoorziening anders dan door middel van een distributienet wordt geleverd aan consumenten of andere afnemers.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aard van en de aanduiding op de verpakking van het in het tweede lid bedoelde nooddrinkwater.

Artikel 9
  • 1 Onder limonade worden verstaan met water aangelengd vruchten- of groentesap alsmede gezoete en aromatische dranken en dranken waaraan geurstoffen of smaakstoffen zijn toegevoegd die kennelijk zijn bestemd om onverwarmd te worden gedronken.

  • 2 Als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT