Wet schadefonds olietankschepen

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterContracten, schade en aansprakelijkheid | Aansprakelijkheidsrecht
CourtVeiligheid en Justitie

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Wet van 14 mei 1981, houdende uitvoering van het op 18 december 1971 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (Trb. 1973, 101)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, in verband met de bekrachtiging van het op 18 december 1971 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (Trb. 1973, 101) regelen vast te stellen tot uitvoering van dat Verdrag;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Begripsbepalingen
Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden verstaan onder:

  • a. "Onze Minister": Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • b. «Verdrag»: het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 228);

  • c. "Fonds": het Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, bedoeld in artikel 2 van het Verdrag;

  • d. "schip", "persoon", "eigenaar", "bijdragende olie", "ton" en "garant": hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Verdrag;

  • e. «Aansprakelijkheidsverdrag»: het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1992, met Bijlage (Trb. 1994, 229);

  • f. «Aanvullend Fonds»: het Internationaal Aanvullend Fonds voor de vergoeding van schade door verontreiniging door olie, bedoeld in artikel 2 van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 2004, 196).

§ 2. Rechtsvorderingen en verhaal
Artikel 2
  • 1 De uit het Verdrag voortvloeiende verplichting tot betaling van bijdragen aan het Fonds heeft de kracht van een verbintenis naar burgerlijk recht.

  • 2 Tot de kennisneming in eerste aanleg van vorderingen van het Fonds tot betaling van bijdragen is in Nederland bij uitsluiting bevoegd de rechtbank Rotterdam.

Artikel 3
  • 1 Tot de kennisneming in eerste aanleg van vorderingen tegen het Fonds op grond van artikel 4 van het Verdrag, is in Nederland bij uitsluiting bevoegd de rechtbank Rotterdam.

  • 2 Het Fonds kan, zonder dat het daartoe een belang behoeft te stellen, zich voegen of tussenkomen in elk geding, dat op grond van het Aansprakelijkheidsverdrag tegen de eigenaar van een schip of tegen diens garant wordt gevoerd.

Artikel 4

Op het recht van verhaal dat het Fonds heeft voor bedragen die het heeft betaald op grond van artikel 4 van het Verdrag, is artikel 3, zesde lid, van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen van overeenkomstige toepassing.

§ 3. Opgave
Artikel 5
  • 1 Een ieder, die in Nederland bijdragende olie ontvangt op de wijze, bepaald in artikel 10, eerste lid, onder a of b, van het Verdrag, is verplicht ieder kalenderjaar aan Onze Minister schriftelijk opgave te doen van de hoeveelheid bijdragende olie welke hij in het voorafgaande kalenderjaar heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT