Wet van 22 februari 2023 tot wijziging van de Woningwet (huurverlaging 2023 voor huurders met lager inkomen)

Wet van 22 februari 2023 tot wijziging van de Woningwet (huurverlaging 2023 voor huurders met lager inkomen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat huurders van toegelaten instellingen met een inkomen van ten hoogste 120% van het minimuminkomensijkpunt een huurverlaging krijgen; Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I
Artikel 54

a van de Woningwet wordt als volgt gewijzigd:AIn het eerste lid, eerste zin, wordt «1 april 2021» vervangen door «1 juni 2023», wordt na «van dat boek» ingevoegd «die op 1 maart 2023 huurder van de woning was en dat nog steeds is», wordt «het op grond van artikel 14, eerste en tweede lid» vervangen door «120% van het op grond van artikel 17, eerste lid» en wordt «het toepasselijke bedrag, genoemd in artikel 20, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag» vervangen door «€ 575,03 per maand». BIn het tweede lid wordt «het in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag» vervangen door «€ 575,03 per maand». CHet derde lid wordt als volgt gewijzigd:1. In de tweede zin wordt «2019» vervangen door «2021», wordt «het op grond van artikel 14, eerste en tweede lid» vervangen door «120% van het op grond van artikel 17, eerste lid» en vervalt «en het aantal personen waaruit het huishouden volgens de registratie bestaat». 2. De vierde zin komt te luiden:

Het bepaalde in de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 252a, vierde lid, vierde zin, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is van overeenkomstige toepassing. DHet vierde lid, eerste zin, komt te luiden:

In afwijking van het eerste lid doet de toegelaten instelling aan de huurder van een zelfstandige woning als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of van een woonwagen als bedoeld in artikel 235 van dat boek een voorstel als bedoeld in dat lid, indien de huurder, die op 1 maart 2023 huurder van die woning of die woonwagen was en dat nog steeds is, daarom voor 31 december 2024 verzoekt en aantoont dat het bruto-inkomen van de bewoners, bedoeld in artikel 54b, in de zes maanden voorafgaand aan het verzoek lager is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT