Wet van 25 februari 2021, houdende implementatie van Richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18)

Wet van 25 februari 2021, houdende implementatie van Richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering te wijzigen ter implementatie van de richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18); Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:ANa artikel 80sexies wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 80

septies.

  1. Onder niet-contant betaalinstrument wordt verstaan: a. een beveiligd voorwerp, niet zijnde muntspeciën of munt- of bankbiljetten; b. een beveiligde registratie of afgeschermde gegevens,

geschikt voor het initiëren van een betaalopdracht.2. Onder niet-contant betaalinstrument wordt mede verstaan een beveiligd voorwerp, een beveiligde registratie of afgeschermde gegevens, geschikt voor het initiëren van een betaalopdracht door middel van virtuele valuta als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme. BArtikel 138b, tweede lid, komt te luiden:2. Indien het feit wordt gepleegd: a. met behulp van een aanzienlijk aantal geautomatiseerde werken die getroffen zijn door het gebruik van een middel als bedoeld in artikel 139d, tweede lid, dat hoofdzakelijk daarvoor geschikt is gemaakt of ontworpen; of b. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,

wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie. CArtikel 138c wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid wordt na «voor zichzelf of een ander overneemt» ingevoegd: of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT