Wet van 25 mei 2022, houdende wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de herpositionering van het overeenstemmingsvereiste met betrekking tot rechtspositionele regels met gevolgen voor rechten en plichten van individuele rechterlijke ambtenaren

Wet van 25 mei 2022, houdende wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de herpositionering van het overeenstemmingsvereiste met betrekking tot rechtspositionele regels met gevolgen voor rechten en plichten van individuele rechterlijke ambtenaren

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het vereiste van overeenstemming over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van rechterlijke ambtenaren, waaraan individuele rechterlijke ambtenaren rechten kunnen ontlenen dan wel die plichten voor hen kunnen meebrengen, te herpositioneren, en daartoe onder meer de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren te wijzigen, zodanig dat het internationaalrechtelijk beschermde recht op collectieve onderhandelingen voor rechterlijke ambtenaren beter gewaarborgd blijft; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:1. In onderdeel c, wordt «de artikelen 7, 9, eerste en derde lid, en 13 tot en met 16» vervangen door «de artikelen 1ab, 7 en 9, eerste en derde lid,». 2. In onderdeel d wordt «of geldelijke tegemoetkoming als bedoeld in artikel 46 van deze wet» vervangen door «of een andere geldelijke tegemoetkoming bij of krachtens deze wet». BNa artikel 1aa worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1

ab.

  1. Voor zover deze onderwerpen niet in deze wet zijn geregeld, worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften vastgesteld betreffende: a. benoeming, plaatsing en beëdiging; b. salaris, bezoldiging en andere financiële arbeidsvoorwaarden; c. arbeidsduur, werktijd en werkverdeling; d. vakantie en verlof; e. arbeidsgezondheidskundige begeleiding en voorzieningen in verband met ziekte en arbeidsongeschiktheid; f. ontslag, herplaatsing, schorsing en disciplinaire maatregelen ten aanzien van niet voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding; g. rechten en plichten bij reorganisatie; h. voorzieningen in geval van werkloosheid; i. ambtskostuum; j. installatie; k. de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de rechterlijk ambtenaar in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT