Wet van 29 mei 2019 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet in verband met het versnellen van woningbouw en het faciliteren van duurzame ontwikkeling, zoals het verduurzamen van het energiegebruik

Wet van 29 mei 2019 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet in verband met het versnellen van woningbouw en het faciliteren van duurzame ontwikkeling, zoals het verduurzamen van het energiegebruik

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is enkele wijzigingen aan te brengen in de Crisis- en herstelwet om de woningbouw te versnellen en het energiegebruik te verduurzamen en daarmee ook de overgang naar de Omgevingswet te versoepelen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Crisis- en herstelwet wordt als volgt gewijzigd:AIn de artikelen 1.2, 2.2, 2.3, tweede lid, onderdeel e, 2.9, eerste lid, onderdeel b, 2.18, 5.1, eerste lid, aanhef, en 5.2a wordt «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» vervangen door «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties». BIn artikel 2.2 wordt «Bij algemene maatregel van bestuur op de voordracht» vervangen door «Bij regeling». CArtikel 2.3, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:1. In onderdeel b, aanhef, wordt «een ander bestuurorgaan» vervangen door «een ander bestuursorgaan». 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, onder 2°, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: c. burgemeester en wethouders categorieën van gevallen aanwijzen waarin geen verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in onderdeel b, onder 1°, is vereist. DArtikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. De aanhef komt te luiden:

Bij algemene maatregel van bestuur op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met Onze Minister of Onze Ministers wie het mede aangaat, kan, met inachtneming van internationaalrechtelijke verplichtingen, op verzoek van een bestuursorgaan, bij wege van experiment worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens:. b. De onderdelen b en c worden geletterd f en g. c. De onderdelen d tot en met l worden geletterd h tot en met p. d. Na onderdeel a worden vier onderdelen ingevoegd, luidende: b. artikel 9.1, eerste lid, van de Erfgoedwet, voor zover het betreft hoofdstuk II, paragraaf 2, met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT