Wet voorkoming misbruik chemicaliën

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterOpenbare orde en veiligheidsrecht
CourtVolksgezondheid, Welzijn en Sport

Geldend van 01-11-2018 t/m heden

Wet van 16 maart 1995, houdende regelen met betrekking tot de vervaardiging, het in de handel brengen en de in-, uit- en doorvoer van bepaalde chemicaliën ter voorkoming van misbruik

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van richtlijn 92/109/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 1992 inzake de vervaardiging en het in de handel brengen van bepaalde stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (PbEG L 370) en in verband met de uitvoering van verordening (EEG) nr. 3677/90 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1990, houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (PbEG L 357) noodzakelijk is bij de wet regelen te stellen ten aanzien van de vervaardiging en het in de handel brengen van bepaalde chemicaliën alsmede ten aanzien van de op het terrein van in-, uit- en doorvoer te verlenen vergunningen en de sanctionering van de overtreding van de bepalingen van de verordening;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. Verordening nr. 273/2004: verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PbEU L 47);

  • c. Verordening nr. 111/2005: verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren (PbEU L 22);

  • d. Uitvoeringsverordening: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1013 van de Commissie van 25 juni 2015 tot vaststelling van voorschriften met betrekking tot Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (PbEU 2015, L 162);

  • e. Gedelegeerde Verordening: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1011 van de Commissie van 24 april 2015 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake drugsprecursoren en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1277/2005 van de Commissie (PbEU 2015, L 162).

Artikel 2

Het is verboden te handelen in strijd met voorschriften gesteld bij of krachtens:

  • a. de artikelen 3, tweede, derde, zesde lid en lid 6 bis, en 8, eerste en tweede lid, van Verordening nr. 273/2004 en de artikelen 6, eerste lid, 7, eerste lid, 8, eerste lid, 9, 12, eerste lid, en 20 van Verordening nr. 111/2005;

  • b. artikel 3, achtste lid, van de Gedelegeerde Verordening;

  • c. de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste, tweede en derde lid, 5, eerste tot en met zesde lid, en 7, eerste alinea, van Verordening nr. 273/2004, de artikelen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT