Besluit van 22 december 2010, houdende regels voor een zorgverzekering voor de bevolking van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Besluit zorgverzekering BES)

Besluit van 22 december 2010, houdende regels voor een zorgverzekering voor de bevolking van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Besluit zorgverzekering BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 november 2010, kenmerk Z/VV-3020244;Gelet op de artikelen 18.4.1 en 18.4.3. van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 december 2010, nummer W13.10.0526/III);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 16 december 2010, kenmerk Z/VV- 3040126;Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artículos 1 a 3
Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:a. Onze Minister:

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;b. RCN:

de Rijksdienst Caribisch Nederland, genoemd in artikel 2 van het Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES;c. Zorgverzekeringskantoor BES:

het onderdeel van het RCN dat ten behoeve van Onze Minister ten dienste staat aan de uitvoering van dit besluit;d. lichaam:

rechtspersoon, maat- en vennootschap, samenwerkingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk gelijk kan worden gesteld, of onderneming van publiekrechtelijke rechtspersoon en doelvermogens; e. instelling: 1. een organisatorisch verband dat zich jegens het Zorgverzekeringskantoor BES heeft verbonden om behandeling, verpleging of verzorging te verlenen; 2. een buiten het grondgebied van de BES-eilanden gevestigde rechtspersoon die in het land van vestiging zorg verleent in het kader van het in dat land bestaande sociale zekerheidsstelsel, dan wel bij gebreke daarvan overeenkomstig de wetgeving van dat land rechtmatig zorg verleent als bedoeld in artikel 6; f. zorgaanbieder:

een instelling of persoon die zorg als bedoeld in artikel 6 verleent;g. loon:

het loon, bedoeld in de hoofdstukken II en III, van de Wet loonbelasting BES;h. inkomen:

de belastbare som, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting BES;i. identificatiedocument:

de identiteitskaart, bedoeld in de Wet identiteitskaarten BES;j. identificatienummer:

het ID-nummer op het identificatiedocument;k. BES-eilanden:

de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba;l. BZV:

Bureau Ziektekostenvoorzieningen;m. SVB:

Sociale Verzekeringsbank Nederlandse Antillen;n. het College voor zorgverzekeringen:

het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;o. inspecteur:

de bij regeling van Onze Minister van Financiën als zodanig aangewezen functionaris;p. basisadministratie BES:

de basisadministratie, bedoeld in de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES.

Artikel 2

Ingezetene in de zin van dit besluit is degene, die rechtmatig op het grondgebied van de BES-eilanden woont.

Artikel 3
  1. Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. 2. Voor de toepassing van het eerste lid worden schepen welke op het grondgebied van de BES-eilanden hun thuishaven hebben, ten opzichte van de bemanning als deel van de BES-eilanden beschouwd. 3. Hij die de BES-eilanden metterwoon heeft verlaten en binnen een jaar metterwoon terugkeert zonder inmiddels op het grondgebied van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Nederland of op het grondgebied van een andere Mogendheid te hebben gewoond, wordt ook voor de duur van zijn afwezigheid geacht op het grondgebied van de BES-eilanden te hebben gewoond.

HOOFDSTUK 2 KRING VAN VERZEKERDEN Artículos 4 y 5
Artikel 4
  1. Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 29, derde lid, is verzekerd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit degene, die: a. ingezetene is; b. geen ingezetene is, doch op het grondgebied van de BES-eilanden in dienstbetrekking arbeid verricht ter zake waarvan het loon is onderworpen aan de Wet loonbelasting BES; c. voor zover deze niet reeds is begrepen in onderdeel a en b, op grond van de Wet toelating en uitzetting BES een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd heeft gekregen dan wel die op grond van een Verklaring van Rechtswege op het grondgebied van de BES verblijft; d. degene die na afloop van een verleende vergunning voor bepaalde tijd tijdig een aanvraag heeft ingediend voor voortzetting daarvan of voor omzetting in een vergunning voor onbepaalde tijd, tot op die aanvraag onherroepelijk is beslist; e. aansluitend op het wonen op het grondgebied van de BES-eilanden uitsluitend wegens studieredenen niet meer op het grondgebied van de BES-eilanden woont en jonger is dan 30 jaar. 2. Zo nodig in afwijking van het eerste lid, is niet verzekerd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit: a. de persoon, jonger dan dertig jaar, die uitsluitend wegens studieredenen op het grondgebied van de BES-eilanden verblijft; b. degene die als stagiair of au pair op het grondgebied van de BES-eilanden verblijft; c. de persoon die op het grondgebied van de BES-eilanden woont en die uit hoofde van een dienstbetrekking met een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon op het grondgebied van de BES-eilanden arbeid verricht ten behoeve van die rechtspersoon, alsmede diens echtgenoot en andere inwonende gezinsleden; d. de persoon die op het grondgebied van de BES-eilanden woont en die gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie maanden uitsluitend buiten het grondgebied van de BES-eilanden arbeid verricht, tenzij die arbeid uitsluitend wordt verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een op het grondgebied van de BES-eilanden wonende of gevestigde werkgever; e. de persoon die op het grondgebied van de BES-eilanden woont en aldaar arbeid verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever; f. de Rijksvertegenwoordiger, diens echtgenoot en andere inwonende gezinsleden; g. de persoon die niet beschikt over een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd op grond van de Wet toelating en uitzetting BES dan wel die niet op grond van een Verklaring van Rechtswege op het grondgebied van de BES verblijft. 3. Bij ministeriële regeling kan, zo nodig in afwijking van het eerste en tweede lid, verdere uitbreiding dan wel beperking worden gegeven aan de kring van verzekerden.

Artikel 5
  1. De rechten en plichten ingevolge dit besluit zijn van rechtswege opgeschort gedurende de periode waarover Onze Minister van Justitie in het kader van de uitvoering van een rechterlijke uitspraak verantwoordelijk is voor de verstrekking van geneeskundige zorg aan een verzekerde. 2. De verzekerde die het betreft meldt Onze Minister de dag waarop de periode, bedoeld in het eerste lid, aanvangt en eindigt.

HOOFDSTUK 3 DE AANSPRAKEN Artículos 6 a 10

§ 3.1 Curatieve zorg en langdurige zorg

Artikel 6
  1. De verzekerden hebben ter voorziening in de geneeskundige verzorging aanspraak op: a. huisartsenzorg; b. medisch-specialistische zorg; c. ziekenhuiszorg; d. paramedische zorg; e. tandheelkundige zorg; f. farmaceutische zorg; g. hulpmiddelenzorg; h. verloskundige zorg; i. kraamzorg; j. ziekenvervoer; k. langdurige zorg in verband met ouderdom, een ziekte of handicap, al dan niet gepaard gaande met verblijf in een instelling. 2. Bij ministeriële regeling kunnen de inhoud en omvang van de aanspraken, bedoeld in het eerste lid, nader worden geregeld en kunnen aan het tot gelding brengen van de aanspraken voorwaarden worden gesteld. 3. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald in welke gevallen de nabestaanden van een verzekerde recht kunnen doen gelden op een vergoeding van repatriëringskosten van een overleden verzekerde. 4. Bij ministeriële regeling kan als voorwaarde voor het tot gelding brengen van aanspraken worden bepaald dat de verzekerde een bijdrage in de kosten betaalt. De bijdrage kan verschillen naar gelang de groep waartoe een verzekerde behoort. Voor de zorg, bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, kan de bijdrage mede afhankelijk worden gesteld van het inkomen van de verzekerde en diens echtgenoot. 5. Onze Minister zorgt dat de verzekerden hun aanspraken tot gelding kunnen brengen. 6. De aanspraak op zorg of op vervoer kan slechts tot gelding worden gebracht voor zover de verzekerde, gelet op zijn behoefte en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening, redelijkerwijs daarop naar aard, inhoud en omvang is aangewezen. 7. De aanspraken op zorg of op vervoer op de onderscheiden eilanden kunnen in beginsel slechts geldend worden gemaakt voor zover de zorg in redelijkheid ook geboden kan worden.

Artikel 7

Onze Minister beslist, na advies van het Zorgverzekeringskantoor BES, of de wijzigingen van de aard, inhoud en omvang van de prestaties die ingevolge een daartoe strekkend advies van het College voor zorgverzekeringen worden aangebracht in het wettelijk aansprakenpakket, bedoeld in artikel 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en artikel 11 van de Zorgverzekeringswet, worden doorgevoerd in de aanspraken bedoeld in artikel 6 van dit besluit.

§ 3.2. Contracten met zorgaanbieders

Artikel 8
  1. Onze Minister sluit met op het grondgebied van de BES-eilanden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT