Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 30 de Marzo de 2012

Datum uitspraak30 de Marzo de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/7028 AKW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats], België (appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 oktober 2008, 07/3494 (aangevallen uitspraak),

in het geding tussen

appellant

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb).

Datum uitspraak: 30 maart 2012

  1. PROCESVERLOOP

    Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

    De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 februari 2012. Het geding is gevoegd behandeld met de gedingen 08/6794 AOW en 10/2738 AKW tussen appellant en de Svb, alsmede met het geding 09/3997 AOW tussen de echtgenote van appellant en de Svb. Appellant is, met bericht van verhindering, niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.J. Oudenes en J.Y. van den Berg. Na de behandeling zijn de zaken gesplitst.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. De Svb heeft appellant bij besluit van 18 mei 2005 laten weten dat hij met ingang van het derde kwartaal van 2004 geen recht meer heeft op Nederlandse kinderbijslag voor zijn zoon [A.], geboren [in] 1992. De Svb is bij nader inzien tot de conclusie gekomen dat appellant met ingang van genoemd kwartaal niet meer verzekerd is voor de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en heeft het recht op kinderbijslag met volledig terugwerkende kracht herzien.

    1.2. Met een beslissing van 8 september 2005 heeft de Svb het bezwaar tegen het besluit van 18 mei 2005 niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift niet binnen de daarvoor geldende termijn was ontvangen en deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.

    1.3. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep tegen dit besluit bij uitspraak van 5 maart 2007 gegrond verklaard, de beslissing van 8 september 2005 vernietigd en zij heeft de Svb opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar.

    1.4. Bij beslissing van 26 juli 2007 (bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar ongegrond verklaard.

    2. De rechtbank heeft het beroep in de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.

    3. In hoger beroep bestrijdt appellant deze uitspraak op verschillende gronden. Samengevat bestrijdt appellant dat hij de inlichtingenplicht heeft geschonden, meent hij wel verzekerd te zijn voor de AKW, en meent hij dat de Svb heeft gehandeld in strijd met de regels van goed bestuur en met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Ook is appellant van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT