Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 12 de Diciembre de 2012

Datum uitspraak12 de Diciembre de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/4784 ZVW, 11/4785 ZVW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 juli 2011, 10/4343 en 10/4345 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

de erven van [A. te B. ] (appellanten)

het College voor zorgverzekeringen (Cvz)

Datum uitspraak: 12 december 2012

PROCESVERLOOP

Namens [betrokkene] (betrokkene) heeft haar stiefzoon [stiefzoon] hoger beroep ingesteld.

Cvz heeft een verweerschrift ingediend.

Betrokkene is op [overlijdensdatum] overleden. Appellanten hebben laten weten de procedure te willen voortzetten.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2012. Namens appellanten is [stiefzoon] verschenen. Cvz heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Mulder.

OVERWEGINGEN

  1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    1.1. Betrokkene woonde in [B.] en ontving een pensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW).

    1.2. Met ingang van 1 januari 2006 is in Nederland de Zorgverzekeringswet (Zvw) in werking getreden. Ingevolge de Zvw was betrokkene door Cvz als verdragsgerechtigde in de zin van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 (Vo 1408/71) aangemerkt en had zij recht op zorg in haar woonland, ten laste van Nederland (het pensioenland). Voor dit recht op zorg was een bijdrage (buitenlandbijdrage) verschuldigd die werd ingehouden op het Nederlandse pensioen. De hoogte van de buitenlandbijdrage is gerelateerd aan de gemiddelde zorgkosten in het woonland gedeeld door de gemiddelde uitgaven voor zorg per verzekerde in Nederland (de woonlandfactor). Betrokkene heeft zich met een E-121 formulier ingeschreven bij het bevoegde orgaan van haar woonplaats, het Franse Caisse primaire d’assurance-maladie.

    1.3. Bij besluit van 13 december 2007 heeft de Belastingdienst het Niet in Nederland belastbaar inkomen (NiNbi) van betrokkene voor het jaar 2006 vastgesteld. Bij besluit van 4 april 2009 heeft de Belastingdienst het NiNbi voor het jaar 2007 vastgesteld.

    1.4. Bij besluit van 7 maart 2010 heeft Cvz aan betrokkene de definitieve jaarafrekening over 2006 toegezonden, waarbij de buitenlandbijdrage is vastgesteld op een bedrag van € 3.693,64.

    1.5. Bij besluit van 22 maart 2010 heeft Cvz aan betrokkene de definitieve jaarafrekening over 2007 toegezonden, waarbij de buitenlandbijdrage is vastgesteld op een bedrag van

    € 3.601,42.

    1.6. Bij besluiten van 28 juli 2010 (bestreden besluiten 1 en 2) heeft Cvz het bezwaar van betrokkene tegen de besluiten van 7 maart...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT