Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 9 de Octubre de 2008

Datum uitspraak 9 de Octubre de 2008
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

06/6356 AKW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellante] (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 18 september 2006, 06/508 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).

Datum uitspraak: 9 oktober 2008

  1. PROCESVERLOOP

    Appellante heeft hoger beroep ingesteld.

    De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

    Bij brief van 25 juli 2008 heeft J.M.M. van der Eerden, als gemachtigde van appellante, een nadere toelichting verstrekt.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2008. Namens appellante is daarbij verschenen J.M.M. van der Eerden, voornoemd. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. M. van der Ent.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellante heeft in november 2000 kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) aangevraagd voor haar dochter [M.], geboren [in] 1993, die in mei 2000 vanuit Rwanda naar Nederland is gekomen. Bij besluit van 27 april 2001 heeft de Svb geweigerd kinderbijslag voor [M.] toe te kennen aan appellante, omdat niet is gebleken wie de wettige moeder van [M.] is. Appellante heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen dit besluit.

    1.2. Naar aanleiding van een brief van appellante met het verzoek om kinderbijslag voor [M.] aan haar toe te kennen, heeft de Svb bij besluit van 12 oktober 2001 medegedeeld dat het verzoek om herziening niet in behandeling wordt genomen omdat sinds de vorige aanvraag geen nieuwe feiten bekend zijn geworden. Ook tegen dit besluit heeft appellante geen rechtsmiddelen aangewend.

    1.3. Bij brief van 24 augustus 2005 heeft appellante aan de Svb medegedeeld dat [M.] inmiddels is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) als haar dochter.

    1.4. Bij besluit van 20 september 2005 heeft de Svb met ingang van het derde kwartaal van 2004 kinderbijslag voor [M.] aan appellante toegekend.

    1.5. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Zij stelt vanaf het derde kwartaal van 2000 recht te hebben op kinderbijslag voor [M.]. Tijdens de hoorzitting heeft de gemachtigde van appellante aangevoerd dat sprake is van een bijzonder geval, zodat aanleiding bestaat de kinderbijslag met een verdere terugwerkende kracht toe te kennen. Tevens is daarbij verklaard dat vanaf 2000 geen sprake is geweest van financiële hardheid als bedoeld in het beleid van de Svb.

    1.6. Bij beslissing op bezwaar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT