Voorlopige voorziening+bodemzaak van Council of State (Netherlands), 23 de Mayo de 2013

Datum uitspraak23 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201301757/1/A2 en 201301757/2/A2.

Datum uitspraak: 23 mei 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het hoger beroep van:

[verzoeker], wonend te Almere,

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 februari 2013 in zaak nr. 12/3839 in het geding tussen:

[verzoeker]

en

de Beroepscommissie voor de Examens Almeerse Scholen Groep.

Procesverloop

Bij besluit van 23 maart 2012 heeft de rector van de openbare scholengemeenschap Helen Parkhurst (hierna: de rector) aan [verzoeker] het cijfer 1 zonder mogelijkheid tot herkansing toegekend voor een onderdeel van het schoolexamen voor het vak Nederlands.

Bij besluit van 21 mei 2012 heeft de Beroepscommissie het door [verzoeker] daartegen ingestelde administratieve beroep ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 12 februari 2013 heeft de rechtbank het door [verzoeker] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld.

Bij deze brief heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De Beroepscommissie heeft een verweerschrift ingediend.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 april 2013, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. A.M.H. Dellaert, en de Beroepscommissie, vertegenwoordigd door haar [voorzitter], [rector] van de openbare scholengemeenschap Helen Parkhurst, en [medewerker], werkzaam bij die scholengemeenschap, zijn verschenen.

Overwegingen

  1. Op 1 januari 2013 is de Wet aanpassing bestuursprocesrecht in werking getreden. Uit het daarbij behorende overgangsrecht volgt dat het recht zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van deze wet op dit geding van toepassing blijft.

    Ingevolge artikel 29, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt aan de leerlingen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs (hierna: H.A.V.O.) gelegenheid gegeven aan deze school een eindexamen af te leggen, tenzij in de plaats daarvan de gelegenheid bestaat tot het afleggen van een eindexamen, dat niet vanwege de school wordt afgenomen en het bevoegd gezag in verband hiermede een eindexamen aan de school niet nodig oordeelt.

    Ingevolge het vierde lid worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften vastgesteld omtrent de in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT