Eerste aanleg - meervoudig van Centrale Raad van Beroep, 8 de Mayo de 2003

Datum uitspraak 8 de Mayo de 2003
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

00/501 BPW

U I T S P R A AK

in het geding tussen

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,

en

de Raadskamer WBP van de Pensioen- en Uitkeringsraad, verweerster.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Onder dagtekening 28 december 1999, kenmerk JZ/BP/85855, heeft verweerster ten aanzien van eiser een besluit genomen ter uitvoering van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (hierna: de Wet).

    Tegen dit besluit heeft mr. F.M.H.A.C. van Domburg, werkzaam bij de Stichting 1940-1945, namens eiser bij de Raad beroep ingesteld. In een aanvullend beroepschrift is uiteengezet waarom eiser het met het bestreden besluit niet eens is. In dit verband heeft ook eiser de Raad een brief gestuurd.

    Verweerster heeft een verweerschrift ingezonden.

    Vervolgens heeft eiser de Raad een brief (met bijlage) doen toekomen van dr. W. Op den Velde alsmede stukken betrekking hebbend op hemzelf en zijn vader.

    Het geding is behandeld ter zitting van de Raad van 26 september 2002, waar voor eiser is verschenen drs. T.H.R. Kiezebrink, werkzaam bij de Stichting 1940-1945. Verweerster heeft zich daar laten vertegenwoordigen door mr. F.M.H. Kok, werkzaam bij de Stichting Pensioenfonds ABP.

    Omdat het onderzoek naar het oordeel van de Raad niet volledig was, heeft hij het onderzoek heropend.

    Verweerster heeft bij brief van 7 november 2002 (met bijlage) vragen van de Raad beantwoord. In aanvulling daarop heeft verweerster de Raad voorts nog een nader stuk doen toekomen.

    Van de zijde van eiser is bij brief van 20 februari 2003 een reactie ingezonden.

    Het geding is opnieuw behandeld ter zitting van de Raad van 27 maart 2003. Voor eiser zijn daar verschenen mr. G. Roodenburg, drs. T.H.R. Kiezebrink en dr. W. Op den Velde, allen verbonden aan de Stichting 1940-1945. Verweerster heeft zich opnieuw laten vertegenwoordigen door mr. F.M.H. Kok, werkzaam bij de Stichting Pensioenfonds ABP.

  2. MOTIVERING

    Eiser, geboren in 1943, heeft verweerster in november 1997 verzocht om toekenning van een buitengewoon pensioen ingevolge de Wet. In dit verband heeft hij een beroep gedaan op artikel 3 van het ter uitvoering van artikel 1, tweede lid, van de Wet tot stand gebrachte koninklijk besluit van 8 juli 1978, Stb. 422 (hierna: het Besluit). Daarbij heeft hij aangegeven psychisch letsel te hebben gekregen in verband met het verzet van zijn vader.

    Verweerster heeft de aanvraag van eiser afgewezen bij besluit van 30 september 1998. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft verweerster die afwijzing bij het thans...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT