Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Overijssel, 13 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Overijssel

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Bestuursrecht

Registratienummer: Awb 12/1120

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

Hartenaasje BV,

gevestigd te Deventer, eiseres,

gemachtigde: mr. M.H. Blokvoort, advocaat te Deventer,

en

de Minister van Infrastructuur en Milieu,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 13 september 2011 heeft verweerder geweigerd om eiseres een vergunning op grond van de Waterwet te verlenen ten behoeve van het slopen van een opstal en het oprichten van een nieuw gebouw aan de rechteroever van de IJssel, nabij kilometernummer 943,900, in de gemeente Deventer. Bij brief van 21 oktober 2011 heeft eiseres daartegen bezwaar gemaakt.

Het bezwaar is bij het besluit van 17 april 2012 ongegrond verklaard. Eiseres heeft tegen dit besluit bij brief van 25 mei 2012 beroep ingesteld.

Het beroep is ter zitting van 28 maart 2013 behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door M.G.J.W. Bloem, J. Klein en ing. J. van Lanen, bijgestaan door mr. Blokvoort. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door J.H. Huntelaar en M.N.S. Quartel.

Overwegingen

Deze zaak is ter zitting behandeld door de rechtbank Oost-Nederland. Met ingang van 1 april 2013 is de Wet tot wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming van de arrondissementen Gelderland en Overijssel (Staatsblad 2012, 667) in werking getreden. Als gevolg hiervan wordt deze uitspraak gedaan door de rechtbank Overijssel.

Eiseres is eigenaar van het perceel Hartenaasje 1 te Deventer. Het perceel is gelegen op een bedrijventerrein, ten zuidoosten van de stadskern van Deventer, op de rechteroever van de IJssel. De locatie ligt buiten de in 1986 aangelegde primaire waterkering. Op het perceel is sprake van bestaande, functioneel verouderde, bebouwing. Eiseres wil de bestaande bebouwing gedeeltelijk slopen en wil op dit perceel een kantoorgebouw oprichten. Het bouwplan voorziet in een centraal gelegen entree op de begane grond, met daarboven vijf verdiepingen, die uitsteken. De uitstekende bovenliggende verdiepingen worden aan de zijkanten gedragen door zuilen. Het volume van de bouwwerken wordt ten gevolge van het bouwplan uitgebreid van circa 3810 m³ naar 11560 m³. De vorm van het op te richten gebouw leidt er toe dat ten gevolge van de realisering van het bouwplan weliswaar het volume aan bebouwing toeneemt met 303,41%, maar niet de bebouwde oppervlakte.

De rechtbank stelt voorop dat artikel 6.5, aanhef en onder c, van de Waterwet bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor rijkswateren en, met het oog op internationale verplichtingen of bovenregionale belangen, voor regionale wateren kan worden bepaald dat het verboden is zonder vergunning van Onze Minister, onderscheidenlijk het bestuur van het waterschap gebruik te maken van een waterstaatwerk of een daartoe behorende beschermingszone door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarop, daarboven, daarover of daaronder werkzaamheden te verrichten, werken te maken of te behouden, dan wel vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen.

Ingevolge het bepaalde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT