Hoger beroep van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof: 200.124.553

(insolventienummer rechtbank Oost-Nederland, zittingsplaats Almelo: 08/10/233 R)

arrest van de eerste civiele kamer van 13 juni 2013

inzake

[verzoekster],

wonende te [woonplaats],

appellante,

advocaat: mr. R.E. Schepers.

  1. Het geding in eerste aanleg

    1.1 Bij vonnis van de rechtbank Almelo van 27 juli 2010 is ten aanzien van appellante (hierna te noemen: [verzoekster]) de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uitgesproken. Hierbij is tot rechter-commissaris benoemd mr. M.L.J. Koopmans en tot bewindvoerder aangesteld E. Stroot, opgevolgd door S. Enklaar.

    1.2 Bij vonnis van de rechtbank Oost-Nederland, zittingsplaats Almelo, van 26 maart 2013 is, op verzoek van de bewindvoerder, de wettelijke schuldsaneringsregeling ten aanzien van [verzoekster] tussentijds beëindigd. Het hof verwijst naar laatstgenoemd vonnis.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1 Bij ter griffie van het hof op 2 april 2013 ingekomen verzoekschrift is [verzoekster] in hoger beroep gekomen van voornoemd vonnis van 26 maart 2013 en heeft zij het hof verzocht dat vonnis te vernietigen en, opnieuw recht doende, te bepalen dat de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt voortgezet, al dan niet met verlenging van de looptijd van die regeling voor de duur van een jaar, dan wel een door het hof juist te achten termijn.

    2.2 Het hof heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen, alsmede van de brief met bijlagen van 24 mei 2013 van mr. Schepers.

    2.3 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 juni 2013, waarbij [verzoekster] is verschenen in persoon, vergezeld van een vriend, en bijgestaan door mr. Schepers. Tevens is de bewindvoerder verschenen.

  3. De motivering van de beslissing in hoger beroep

    3.1 Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is het hof het volgende gebleken.

    [verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1969, is gehuwd geweest. Uit dat door echtscheiding op

    [datum] 1995 geëindigde huwelijk zijn twee kinderen geboren: een zoon (thans 20 jaar) en een dochter (thans 18 jaar). De zoon van [verzoekster] woont niet meer thuis; de dochter, die studeert en studiefinanciering ontvangt en een bijbaantje heeft, wel. De voormalige echtgenoot van [verzoekster] woont in Duitsland en heeft sinds de echtscheiding een onderhouds-verplichting jegens voornoemde kinderen. Blijkens de bijlage bij de brief van het LBIO aan [verzoekster] van 1 mei 2013 is van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT