Besluit van 1 oktober 2014 tot verhoging van het bedrag van de alleenstaande-ouderkop in het kindgebonden budget en tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met aanpassing van het begrip van eerste kind en enige andere wijzigingen

Besluit van 1 oktober 2014 tot verhoging van het bedrag van de alleenstaande-ouderkop in het kindgebonden budget en tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met aanpassing van het begrip van eerste kind en enige andere wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 juli 2014, nr. 2014001415, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën; Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Wet op het kindgebonden budget en de artikelen 1.7, derde lid, en 1.8, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 juli 2014, nr. W12.14.0262/III);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 september 2014, nr. 2014-0000139419, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het bedrag genoemd in artikel 2, zesde lid, van de Wet op het kindgebonden budget wordt verhoogd van € 2.800,– tot € 3.050,–.

ARTIKEL II

Het Besluit kinderopvangtoeslag wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 3, derde lid, wordt «het kind met de laagste kosten» vervangen door: het kind met de hoogste kosten. BArtikel 8 wordt als volgt gewijzigd:1. In het derde lid wordt «€ 86.582» vervangen door: € 88.270. 2. In het vierde lid wordt «€ 103.574» vervangen door: € 105.594. CArtikel 8a, vierde lid, komt te luiden:4. Bij de toepassing van het eerste lid wordt indien een ouder of zijn partner aanspraak op een kinderopvangtoeslag behoudt op grond van artikel 1.6, vijfde of zevende lid, van de wet, uitgegaan van het aantal uren dat een ouder of zijn partner voorafgaand aan de beëindiging van de arbeid als bedoeld in dat artikel verrichtte. DIn Bijlage I wordt «Kinderopvangtoeslagtabel 2014» vervangen door: Kinderopvangtoeslagtabel 2015.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnootWassenaar, 1 oktober 2014Willem-AlexanderDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. AsscherDe Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Uitgegeven de vijftiende oktober 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

Als onderdeel van het koopkrachtpakket bij de begrotingsonderhandelingen voor 2015 is afgesproken dat de zogenoemde alleenstaande-ouderkop in het kindgebonden budget wordt verhoogd. De uitwerking hiervan is in dit besluit opgenomen.

Verder wordt in het Besluit kinderopvangtoeslag het begrip van het eerste kind bij een gelijk aantal uren aangepast. Ook vindt aanpassing plaats van de toetsingsinkomens op grond waarvan de ouder aanspraak heeft op 18 procent dan wel minder dan 33,3 procent van de kosten van kinderopvang van het eerste kind. Tevens vindt er een technische wijziging plaats van artikel 8a van het Besluit kinderopvangtoeslag, waarin is bepaald wat voor ieder kind het aantal uren kinderopvang is dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt.

Paragraaf 3 gaat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT