Beschikking van de Minister van Justitie van 8 april 1997, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Bekostigingsbesluit WBO/OWBO, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 25 februari 1997, Stb. 150

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1997

151

Beschikking van de Minister van Justitie van 8 april 1997, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Bekostigingsbesluit WBO/OWBO, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 25 februari 1997, Stb. 150

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel VI van het besluit van 25 februari 1997, Stb. 150;

Besluit:

de tekst van het Bekostigingsbesluit WBO/OWBO, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 25 februari 1997, Stb. 150, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 8 april 1997

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Uitgegeven de vijftiende april 1997

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

7S0117

ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 1997 Staatsblad 1997 151 1

TEKST VAN HET BEKOSTIGINGSBESLUIT WBO/OWBO, ZOALS DAT LAATSTELIJK IS GEWIJZIGD BIJ BESLUIT VAN 25 FEBRUARI 1997, STB. 150

Inhoudsopgave

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Titel I Algemeen

Artikel 1

Begripsbepalingen.

Titel II Administratieve voorschriften met betrekking tot aanvang en einde bekostiging, en borgstelling

Artikel 2

Gegevens en bescheiden nieuwe scholen en scholen die met toepassing van artikel 63a van de wet voor bekostiging in aanmerking komen.

Artikel 3

Borgstelling.

Artikel 4

Opheffing van een school Artikel 5 Gegevens bij mededeling bevoegd gezag over uitzonderingssituatie.

Titel III Leerlingenadministratie en leerlingentelling

Afdeling 1 Leerlingenadministratie

Artikel 6

Inhoud leerlingenadministratie Artikel 7 Inschrijving Artikel 8 Uitschrijving Artikel 9 Bewaren van gegevens.

Afdeling 2 Leerlingentelling

Artikel 10

Leerlingentelling Artikel 11 Verstrekken gegevens aan Minister.

Titel IV Boekhoudvoorschriften

Artikel 12

Boekhoudvoorschriften bijzondere scholen.

HOOFDSTUK II Vergoeding voor de uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding

Artikel 13

Maandelijkse vergoeding.

Artikel 14

Normatieve vaststelling schoolgrootte Artikel 15 Verstrekken gegevens vergoeding materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding Artikel 16 Omschrijving uitgaven materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding Artikel 17 Omvang vergoeding materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding.

HOOFDSTUK III Vergoeding voor de uitgaven voor het personeel

Titel I Aanvang van de bekostiging

Artikel 18

Aanvang van de bekostiging.

Titel II Voorschot

Artikel 19

Overzicht beschikbare formatierekeneenheden en gewijzigd overzicht.

Artikel 20

Voorschot.

Artikel 21

Onderscheid wijze van uitkering van het voorschot Artikel 22 Verstrekken gegevens voor bevoorschotting door bevoegd gezag aangesloten bij geautomatiseerd systeem.

Staatsblad 1997 151 2

Artikel 23

Verstrekken gegevens voor bevoorschotting door bevoegd gezag niet aangesloten bij geautomatiseerd systeem.

Artikel 24

Opschorting voorschot.

Artikel 25

Nadere voorschriften.

Titel III Vergoeding

Artikel 26

Omvang vergoeding.

Artikel 27

Korting vergoeding Artikel 28 Verrekening met de vergoeding Artikel 29 Onderscheid wijze van uitkering van de vergoeding Artikel 30 Verstrekken gegevens ten behoeve van de afrekening vergoeding voor uitgaven voor het personeel.

HOOFDSTUK IV Vergoeding voor de uitgaven voor nascholing

Artikel 31

Aanvang van de bekostiging.

Artikel 32

Vergoeding voor nascholing Artikel 33 Omvang vergoeding Artikel 34 Verstrekken gegevens i.v.m. de terugstorting van niet bestede nascholingsgelden.

HOOFDSTUK V Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 35

Inwerkingtreding, citeertitel.

Staatsblad 1997 151 3

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

TITEL I

Algemeen

Artikel 1

Begripsbepalingen.

In dit besluit wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; wet: Wet op het basisonderwijs (Stb. 1986, 256); school: een school voor basisonderwijs, tenzij het tegendeel blijkt; openbare school: door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid in stand gehouden school; bijzondere school: door een privaatrechtelijke rechtspersoon in stand gehouden school; nevenvestiging: deel van een school, dat op de plaats waar het onderwijs wordt gegeven voordat het een deel van de school werd als zelfstandige school functioneerde; bevoegd gezag van volgens de wet bekostigde scholen: voor wat betreft a. een openbare school: het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regelen dan wel het krachtens een gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan; b. een bijzondere school: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 35 van de wet; ouders: ouders of voogden; teldatum: een van de data, bedoeld in artikel 96b van de wet; leerling: een leerling die op grond van het artikel 23 van de wet tot een school is toegelaten; schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend; activiteitenplan: het activiteitenplan, bedoeld in artikel 11 van de wet; hoofdgebouw: het gebouw dat ingevolge de Regeling huisvestingsnormen Overgangswet WBO, een beslissing van Onze Minister ingevolge het overzicht, bedoeld in artikel 69 van de wet, een beslissing van Onze Minister ingevolge de artikelen 70 of 73 van de wet, of een beslissing van Onze Minister naar aanleiding van een beslissing van burgemeester en wethouders ingevolge artikel 67, vierde lid, of artikel 72, derde lid, van de wet als zodanig is aangewezen; formatiebudget: het formatiebudget, bedoeld in artikel 96c, eerste lid, van de wet; accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

TITEL II Artículo 5

Administratieve voorschriften met betrekking tot aanvang en einde bekostiging, en borgstelling

Artikel 2

Gegevens en bescheiden nieuwe scholen en scholen die met toepassing van artikel 63a van de wet voor bekostiging in aanmerking komen.

Het bevoegd gezag van een school ten aanzien waarvan Onze Minister heeft meegedeeld dat de bekostiging een aanvang kan nemen of die

Staatsblad 1997 151 4

ingevolge een beslissing van Onze Minister op grond van artikel 63a van de wet zal worden bekostigd, zendt Onze Minister uiterlijk 3 maanden voor de datum van ingang van de bekostiging de benodigde administratieve gegevens en bescheiden voor de vaststelling van de vergoedingsbedragen, waaronder ten minste wordt begrepen het vermoedelijk aantal leerlingen op 1 oktober volgend op de datum van ingang van de bekostiging. Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven omtrent de gegevens en bescheiden.

Artikel 3

Borgstelling.

1. Teneinde overeenkomstig de bepalingen van dit besluit enige bekostiging van het Rijk te verkrijgen, moet het bevoegd gezag van een bijzondere school zijn aangesloten bij een organisatie van bevoegde gezagsorganen die rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is en die als zodanig door Onze Minister is erkend en zich te zijnen genoegen heeft borg gesteld voor terugbetaling van teveel ontvangen bedragen. 2. De erkenning, bedoeld in het eerste lid, geschiedt op een daartoe door het bestuur der organisatie tot Onze Minister gericht verzoek waarbij moet worden overgelegd een opgave van elk bevoegd gezag waarvoor zekerheid wordt gesteld, vermeldende ten aanzien van elke school de gemeente waar de school is of, indien de school bestaat uit een hoofdvestiging en een of meer nevenvestigingen, de gemeente of gemeenten waar de hoofdvestiging en de nevenvestiging of nevenvestigingen zijn gelegen en de nadere plaatsaanduiding onderscheidenlijk plaatsaanduidingen binnen die gemeente of gemeenten, alsmede de naam van de rechtspersoon onder wiens bestuur de school staat. Wijzigingen die daarin worden aangebracht, deelt het bestuur der organisatie binnen twee weken mede aan Onze Minister. Deze wijzigingen ontheffen de organisaties niet van de voor het lopende jaar aangegane borgstelling ten behoeve van een aangesloten bevoegd gezag.

Artikel 4

Opheffing van een school.

Het bevoegd gezag geeft binnen twee weken na een besluit tot opheffing van de school of een nevenvestiging kennis daarvan aan Onze Minister, gedeputeerde staten, de inspecteur en, indien het een bijzondere school of een nevenvestiging daarvan betreft, eveneens aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de school onderscheidenlijk de nevenvestiging is gelegen.

Artikel 5

Gegevens bij mededeling bevoegd gezag over uitzonderingssituatie.

1. Bij de mededeling van het bevoegd gezag dat sprake is van een uitzonderingssituatie als bedoeld in artikel 107, vierde lid, van de wet worden de volgende gegevens overgelegd: a. naam, adres en het door het ministerie toegekende administratienummer van de desbetreffende school, b. het telefoonnummer van het bevoegd gezag, c. het feitelijk aantal leerlingen, niet zijnde leerlingen van een nevenvestiging, van de desbetreffende school op 1 oktober van het schooljaar waarin de mededeling wordt gedaan, verhoogd met het krachtens artikel 96b, eerste lid, van de wet bepaalde percentage, d. het door het ministerie toegekende administratienummer van de school van dezelfde richting, dan wel indien het openbaar onderwijs betreft de school met openbaar onderwijs, met het dichtst bij het hoofdgebouw van de desbetreffende school, daaronder niet begrepen een nevenvestiging, gelegen hoofdgebouw, e. een plattegrond met een schaalverdeling waarop het hoofdgebouw

Staatsblad 1997 151 5

van de desbetreffende school, daaronder niet begrepen een nevenvestiging...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT