Besluit bekostiging financieel toezicht 2019

Besluit van 2 april 2019, houdende regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Stichting Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank N.V. en de financiering van de toezichtkosten (Besluit bekostiging financieel toezicht 2019)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 22 oktober 2018, 2018-0000176217, directie Financiële Markten; Gelet op de artikelen 5, tweede lid, 8, derde en vijfde lid, en 15, derde tot en met vijfde lid, van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 november 2018, nr. W06.18.0335/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, uitgebracht mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 29 maart 2019, 2019-0000034344, directie Financiële Markten; Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artículo 1
Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:toezichtcategorie:

categorie als bedoeld in:a. bijlage 1, onderdeel A, voor zover het de Autoriteit Financiële Markten aangaat; b. bijlage 2, onderdeel A, voor zover het de Nederlandsche Bank aangaat; wet:

Wet bekostiging financieel toezicht 2019.

HOOFDSTUK 2 BEGROTING EN VERANTWOORDING TOEZICHTHOUDERS Artículos 2 a 6

§ 2.1. Begroting

Artikel 2 Berekeningswijze doorlopend toezicht

In de begroting neemt de toezichthouder een overzicht op waaruit de berekeningswijze van de kosten van het doorlopend toezicht, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de wet, in het desbetreffende jaar blijkt.

Artikel 3 Begroting DNB
  1. De Nederlandsche Bank neemt in haar begroting afzonderlijke posten op voor de toezichtcategorieën, genoemd in bijlage 2, onderdeel A. 2. Per toezichtcategorie neemt de Nederlandsche Bank in de begroting een bedrag op voor de verwachte opbrengsten van eenmalige handelingen. De kosten van het doorlopend toezicht per toezichtcategorie bedragen het totaal van kosten voor die categorie met aftrek van de verwachte opbrengsten van eenmalige handelingen.

Artikel 4 Nadere regels

Bij regeling van Onze Ministers kunnen nadere regels met betrekking tot de inrichting van de begroting worden gesteld.

§ 2.2. Verantwoording

Artikel 5 Verantwoording DNB

In de verantwoording geeft de Nederlandsche Bank per toezichtcategorie het verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten aan. In dit verschil worden de verkregen opbrengsten uit verbeurde dwangsommen en boetes niet meegenomen.

Artikel 6 Toerekenen exploitatiesaldo
  1. De Autoriteit Financiële Markten rekent in enig jaar het exploitatiesaldo van het daaraan voorafgaande jaar overeenkomstig de procentuele verdeling, bedoeld in bijlage 1, onderdeel A, zoals die in dat voorafgaande jaar van toepassing was, aan de desbetreffende toezichtcategorieën toe. 2. De Nederlandsche Bank verrekent het verschil per toezichtcategorie, bedoeld in artikel 5, met de begrote kosten voor de desbetreffende toezichtcategorie in het daaropvolgende jaar. 3. De Nederlandsche Bank rekent de opbrengsten uit boetes en verbeurde dwangsommen tot € 2,5 miljoen in het daaropvolgende jaar verhoudingsgewijs toe aan de verschillende toezichtcategorieën. Bij de berekening van de verhouding gaat de Nederlandsche Bank uit van de gerealiseerde kosten voor het doorlopend toezicht voor een toezichtcategorie in de goedgekeurde verantwoording van het jaar waarin de opbrengsten zijn ontvangen, ten opzichte van de totale gerealiseerde kosten voor het doorlopend toezicht voor de toezichtcategorieën in die verantwoording.

HOOFDSTUK 3 VERGOEDING VAN DE KOSTEN VAN HET DOORLOPEND TOEZICHT Artículos 7 a 12
Artikel 7 Vergoeding kosten AFM
  1. De Autoriteit Financiële Markten rekent de kosten van haar doorlopend toezicht toe aan de toezichtcategorieën, genoemd in bijlage 1, onderdeel A, overeenkomstig de in dat onderdeel opgenomen procentuele verdeling. 2. De Autoriteit Financiële Markten brengt de kosten van het doorlopend toezicht die worden toegerekend aan een toezichtcategorie in rekening bij de personen die op grond van bijlage 1, onderdeel B, tot die categorie behoren. 3. De hoogte van het jaarlijks aan een persoon in rekening te brengen bedrag voor het doorlopend toezicht wordt bepaald aan de hand van de maatstaven, zoals voor die persoon vastgesteld in bijlage 1, onderdeel B.

Artikel 8 Vergoeding kosten DNB
  1. De Nederlandsche Bank brengt de kosten van het doorlopend toezicht die zij voor een toezichtcategorie maakt, in rekening bij de personen die op grond van bijlage 2, onderdeel B, tot die categorie behoren. 2. De hoogte van het jaarlijks aan een persoon in rekening te brengen bedrag voor het doorlopend toezicht wordt bepaald aan de hand van de maatstaven, zoals vastgesteld in bijlage 2, onderdeel B.

Artikel 9 Vaststelling jaarlijkse tarieven
  1. Uiterlijk per 1 juni van ieder jaar worden, op voorstel van de toezichthouder, bij regeling van Onze Ministers, ieder voor diens beleidsverantwoordelijkheid, voor iedere te onderscheiden toezichtcategorie de bandbreedtes en tarieven vastgesteld. 2. Bij de vaststelling van de bandbreedtes en de tarieven wordt rekening gehouden met het bedrag dat op grond van de artikelen 3 en 7 voor het desbetreffende jaar aan de toezichtcategorie is toegerekend.

Artikel 10 Te gebruiken gegevens
  1. De toezichthouder baseert het jaarlijks aan een persoon in rekening te brengen bedrag op de bij de toezichthouder laatst bekende gegevens van de desbetreffende persoon. De gegevens gaan niet verder terug dan twee jaar voor het jaar waarin de vergoeding in rekening wordt gebracht. 2. In afwijking van het eerste lid stelt de toezichthouder per onder toezicht staande persoon de in het laatst verstreken kalenderjaar liggende periode vast waarop de gegevens voor de toepassing van de maatstaven «Marktkapitalisatie» en «Eigen vermogen», bedoeld in bijlage 1, onderdeel B, betrekking hebben. 3. De gegevens van een persoon die in de loop van een jaar onder toezicht komt te staan, worden voor dat jaar vastgesteld per de datum waarop die persoon voor het eerst deel uitmaakt van een toezichtcategorie of, indien deze gegevens niet beschikbaar zijn of indien zij pas na een onevenredige inspanning zijn te verkrijgen, per de datum waarop de jaarrekening of balans van die persoon voor het laatst is vastgesteld. 4. De gegevens van de partijen die betrokken zijn bij een fusie, splitsing of ontbinding kunnen worden vastgesteld aan de hand van de gegevens die zijn vastgesteld voor het samengaan, de splitsing of de ontbinding. 5. Indien de gegevens van een onder toezicht staande persoon niet bij de toezichthouder bekend zijn, verstrekt die persoon op verzoek, binnen een door de toezichthouder te stellen redelijke termijn, een opgave van zijn gegevens die betrekking hebben op de voor hem relevante maatstaf. 6. Indien een persoon als bedoeld in het vijfde lid niet binnen de door de toezichthouder gestelde termijn een opgave heeft gedaan of een kennelijk onjuiste of onvolledige opgave heeft gedaan, maakt de toezichthouder een schatting van zijn gegevens.

Artikel 11 Verhoudingsgewijze vergoeding
  1. Het bedrag voor het doorlopend toezicht dat aan een persoon in rekening wordt gebracht, is evenredig aan de tijdsduur dat die persoon in het desbetreffende jaar over een door de toezichthouder, de Europese Centrale Bank of Onze Minister van Financiën afgegeven vergunning of verklaring van ondertoezichtstelling beschikt dan wel dat die persoon op grond van een wettelijke verplichting bij de toezichthouder is geregistreerd. 2. In afwijking van het eerste lid is het bedrag voor een persoon die behoort tot de toezichtcategorie «Effectenuitgevende instellingen: markt» evenredig aan de tijdsduur waarin zijn effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, of op een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op een persoon die behoort tot de toezichtcategorie «Effectenuitgevende instellingen: verslaggeving». 4. Indien het bedrag dat overeenkomstig dit artikel is vastgesteld lager is dan € 30, is de betrokken persoon geen vergoeding verschuldigd. 5. Indien de toezichthouder overeenkomstig dit artikel een persoon een bedrag van minder dan € 15 is verschuldigd, kan de toezichthouder betaling achterwege laten.

Artikel 12 Fusie
  1. Indien de toezichthouder een bedrag voor het doorlopend toezicht niet langer in rekening kan brengen aan een persoon vanwege een fusie van die persoon als bedoeld in artikel 309 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, brengt de toezichthouder het bedrag in rekening bij de persoon die bij die fusie het vermogen van eerstgenoemde persoon heeft verkregen. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een persoon die in het kader van collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 83, 84, 90 of 90a van de Pensioenwet of artikel 91, 92, 98 of 98a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling vermogen heeft overgedragen aan een andere persoon. 3. Indien een persoon, die op grond van bijlage 2 behoort tot de toezichtcategorie «banken en beleggingsondernemingen», in afwikkeling wordt geplaatst en in dat kader vermogen overgaat, verrekent de toezichthouder het oorspronkelijk in rekening te brengen bedrag dan wel gebracht bedrag voor het doorlopend toezicht bij die persoon naar rato van de omvang van het vermogen dat is overgegaan, en rekening...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT