Besluit van 19 november 1997 tot wijziging van het Besluit politieregisters

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1997

549

Besluit van 19 november 1997 tot wijziging van het Besluit politieregisters

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 11 juli 1997, Directie Wetgeving, nr. 640980/97/6, gedaan mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 18 en 19 van de Wet politieregisters; Gehoord het advies van de Registratiekamer (advies van 31 januari 1997, no 96.A.481);

De Raad van State gehoord (advies van 27 oktober 1997, nr. W03.97.0525);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 3 november 1997, Directie Wetgeving, nr. 662129/97/6, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het Besluit politieregisters1 wordt na artikel 14 ingevoegd artikel 14a, luidende:

Artikel 14

a.

  1. Uit een politieregister kunnen desgevraagd gegevens worden verstrekt, voorzover zij deze behoeven voor een goede uitvoering van hun taak, aan: a. Onze Minister van Financiën op grond van: 1°. de artikelen 23, tweede lid, onder d, 24, tweede lid, onder d, 26, zesde en zevende lid, 41 en 82 van de Wet toezicht kredietwezen 1992,

  1. artikel 22, eerste en tweede lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995,

  2. de artikelen 174, vierde lid, onder c, 175, tweede lid, onder d, en 176, zesde lid, onder b, en zevende lid, onder c, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993,

  3. de artikelen 82, tweede lid, onder d, en 84, zesde lid, onder b, en zevende lid, onder c, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, b. Onze Minister van Financiën, dan wel de rechtspersoon of rechtspersonen waaraan op grond van artikel 40 van de Wet toezicht effecten-

    Staatsblad 1997 549 1

    verkeer 1995 taken en bevoegdheden zijn overgedragen, op grond van de artikelen 7, vierde lid, 11, eerste lid, aanhef en onder a, en zevende lid, 16, vierde lid, 19, eerste lid, en 20 van die wet, c. Onze Minister van Financiën, dan wel de rechtspersoon of rechtspersonen waaraan op grond van artikel 29 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen taken en bevoegdheden zijn overgedragen, op grond van de artikelen 5, eerste lid, aanhef en onder a, 12, eerste lid, en 15, aanhef en onder e, van die wet, d. De Nederlandsche Bank N.V. op grond van: 1°. de artikelen 9, eerste lid, onder c en e, 14, onder b, en slot, 15, eerste lid, onder d, 23, tweede lid, onder c, 24, tweede lid, onder c, 26, zesde en zevende lid, 39, 41, 45, eerste lid, en 47, aanhef en onder d, van de Wet toezicht kredietwezen 1992,

  4. de artikelen 3, tweede lid, aanhef en onder a en b, en 6, tweede lid, onder c, aanhef en onder 1e en 2e, van de Wet inzake de wisselkantoren, e. De Verzekeringskamer op grond van: 1°. de artikelen 29, tweede en vierde lid, 30, 45, zevende lid, 82, derde lid, 148, aanhef en onder b, 174, vierde lid, onder a en b, 175, tweede lid, onder a tot en met c, 176, zesde lid, onder b, en zevende lid, onder a tot en met c, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993,

  5. de artikelen 18, tweede en vierde lid, 19, 23, zevende lid, 60, aanhef en onder b, 82, tweede lid, onder a tot en met c, en 84, zesde lid onder b, en zevende lid, onder a tot en met c, van de Wet toezicht naturauitvaartverzekeringsbedrijf, voor zover verstrekking van deze gegevens verenigbaar is met een doeltreffende opsporing en vervolging van strafbare feiten. Verstrekking vindt niet plaats, indien de gegevens onvoldoende betrouwbaar moeten worden geacht als grondslag voor de uitoefening van vorenbedoelde taken. 2. Verstrekking van gegevens als bedoeld in het eerste lid, of van inlichtingen daarover, vindt alleen plaats door, dan wel met bijzondere toestemming van het openbaar ministerie en onder daaraan door het openbaar ministerie te stellen voorwaarden. Die voorwaarden kunnen onder meer betreffen het ter beschikking stellen of doorgeven van die gegevens of inlichtingen daarover aan derden. 3. Ingevolge dit artikel verstrekte gegevens worden niet langer dan gedurende een termijn van zes maanden na datum van verkrijgen bewaard, tenzij met bijzondere toestemming van het openbaar ministerie. Daarbij kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. 4. Onze Ministers kunnen nadere regels vaststellen met betrekking tot de verstrekking en bewaring van gegevens als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Staatsblad 1997 549 2

1 Stb. 1991, 56, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 juli 1997, Stb. 326.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Lasten en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT