Besluit van 14 december 2015 tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken en het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst in verband met wijzigingen van de rechtspositie van het Rijkspersoneel vanwege het Uitvoeringsakkoord Sectoroverleg Rijk van 24 april 2015 en de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015–2016) van 2 oktober 2015 en in verband met de rechtspositie van het schoonmaakpersoneel dat in dienst van het Rijk wordt aangesteld alsmede in verband met enkele wijzigingen van technische aard

Besluit van 14 december 2015 tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken en het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst in verband met wijzigingen van de rechtspositie van het Rijkspersoneel vanwege het Uitvoeringsakkoord Sectoroverleg Rijk van 24 april 2015 en de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015–2016) van 2 oktober 2015 en in verband met de rechtspositie van het schoonmaakpersoneel dat in dienst van het Rijk wordt aangesteld alsmede in verband met enkele wijzigingen van technische aard

Wij, Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 3 november 2015, nr. 2015-0000638573; Gelet op artikel 125, eerste lid, onderdelen c en j, van de Ambtenarenwet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 december 2015, No. W04.15.0384/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 10 december 2015, nr. 2015-0000728260; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I
  1. In oktober 2015 wordt de Eenmalige uitkering 2015 uitgekeerd aan ambtenaren die op 1 september 2015 zijn aangesteld bij het Rijk. 2. De Eenmalige uitkering 2015 bedraagt € 500 vermenigvuldigd met de voor de ambtenaar geldende arbeidsduurfactor, bedoeld in artikel 2, onderdeel h, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. 3. Indien de ambtenaar slechts een gedeelte van zijn bezoldiging geniet heeft dit geen invloed op de hoogte van de Eenmalige uitkering 2015. 4. Geen Eenmalige uitkering 2015 ontvangen de ambtenaren die in verband met buitengewoon verlof geen bezoldiging op 1 september 2015 ontvingen, tenzij het een buitengewoon verlof van maximaal zes weken betreft.

ARTIKEL II

Het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 17, vijfde lid, komt te luiden: 5. De toelage, bedoeld in het vierde lid, wordt vastgesteld op het bedrag dat de ambtenaar over de zesendertig kalendermaanden voorafgaande aan de maand waarin hij de leeftijd van 55 jaar bereikt gemiddeld per maand aan toelage als bedoeld in het eerste lid heeft genoten. Dit bedrag wordt aangepast aan de algemene salariswijzigingen. De toelage wordt naar rato aangepast bij een vermindering van de arbeidsduurfactor. B In artikel 21, tweede lid, wordt «€ 156,73» vervangen door: € 157,98. C In artikel 21, tweede lid, wordt «€ 157,98» vervangen door: € 159,95. D In artikel 21, tweede lid, wordt «€ 159,95» vervangen door: € 164,75. E Artikel 22d vervalt. F Na Hoofdstuk VI wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk VIa Rijksschoonmaakorganisatie

Artikel 25

a.

  1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. Rijksschoonmaakorganisatie:

organisatie waarin de schoonmaakwerkzaamheden bij het Rijk in eigen beheer worden uitgevoerd; b. overkomst:

aanstelling als ambtenaar bij de Rijksschoonmaakorganisatie van een werknemer van een schoonmaakbedrijf als gevolg van de verplaatsing van zijn werkzaamheden van het schoonmaakbedrijf naar de Rijksschoonmaakorganisatie; c. CAO:

Collectieve Arbeidsovereenkomst Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2014–2016. 2. Voor de ambtenaar, die is aangesteld bij de Rijksschoonmaakorganisatie en wiens functie is genoemd in bijlage C van dit besluit geldt het in die bijlage bij de genoemde functie, leeftijd en dienstjaren van de ambtenaar behorende salaris. 3. Voor de hoogte van het salaris tellen voor de ambtenaar na zijn overkomst mee de als werknemer doorgebrachte tijd in dienst van een schoonmaakbedrijf vóór die overkomst conform artikel 38, derde lid, van de CAO. 4. Als diensttijd voor een gratificatie bij een ambtsjubileum of een diensttijdgratificatie als bedoeld in artikel 79 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement telt voor de ambtenaar na zijn overkomst, mee de als werknemer doorgebrachte tijd in dienst van een schoonmaakbedrijf vóór die overkomst conform artikel 38, derde lid, van de CAO. 5. De ambtenaar die niet naar de Rijksschoonmaakorganisatie is overgekomen vanuit een schoonmaakbedrijf, de ambtenaar die niet aantoonbaar de basis(vak)- en taalopleidingen met succes heeft afgerond of de ambtenaar die wordt aangesteld binnen zes maanden nadat hij de schoonmaakbranche heeft verlaten en die niet kan aantonen dat de inleerperiode op het moment van het verlaten van die branche niet op hem van toepassing was, wordt gedurende de eerste twaalf maanden van de aanstelling als ambtenaar bij de Rijksschoonmaakorganisatie bezoldigd conform de salarissen per functie en leeftijd, zoals genoemd onder inleerperiode in bijlage C van dit besluit. 6. Artikel 5, eerste tot en met derde lid, is niet van toepassing op de ambtenaar wiens functie is vermeld in de bijlage C van dit besluit. 7. De ambtenaar die voor de overkomst op grond van artikel 38, derde lid, van de CAO vóór 31 december 2007 aanspraak had op een van de CAO afwijkende reiskostenvergoeding, heeft na de overkomst overeenkomstig deze afspraken recht op deze reiskostenvergoeding. De tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks reizen per openbaar vervoer tussen de woning en de plaats van tewerkstelling wordt op deze reiskostenvergoeding in mindering gebracht. Het recht op deze reiskostenvergoeding vervalt op het moment dat de ambtenaar gebruik maakt van de Rijksmobiliteitkaart. 8. De ambtenaar die voor de overkomst recht had op een vereenvoudigingstoeslag op basis van artikel 38, derde lid, van de CAO, heeft na de overkomst recht op een vereenvoudigingstoeslag overeenkomstig hetgeen daarover in de CAO is bepaald. Deze vereenvoudigingstoeslag is een periodieke toeslag als bedoeld in artikel 22a van het BBRA 1984.

Artikel 25

b.

In afwijking van artikel 20a, eerste en tweede lid, heeft de ambtenaar die is aangesteld bij de Rijksschoonmaakorganisatie en wiens functie is genoemd in bijlage C, recht op een eindejaarsuitkering van 2,2% van het door hem genoten bruto salaris over twaalf maanden die wordt betaald in november. Voorts wordt 6,5% van het genoten bruto salaris maandelijks uitgekeerd boven op het salaris.

Artikel 25

c.

De algemene salarismaatregelen die op de bijlagen A en B worden toegepast worden niet toegepast op de bijlage C. G Na artikel 25c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 25

d.

Indien vanaf 1 januari 2017 de som van het salaris, de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering van ambtenaren na de overkomst netto lager is dan de som van het salaris, de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering die zij bij een schoonmaakbedrijf ontvingen vóór de overkomst, draagt het bevoegd gezag er zorg voor dat zij een toeslag op basis van artikel 22a ontvangen, die dit verschil wegneemt. H Artikel 25c vervalt. I In Bijlage A. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bevattende een aantal ambten en het daaraan verbonden salaris (maandbedragen in euro), wordt «€ 9.098,26» telkens vervangen door: € 9.414,69. J In Bijlage A. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bevattende een aantal ambten en het daaraan verbonden salaris (maandbedragen in euro), wordt «€ 9.414,69» telkens vervangen door: € 9.532,37. K In Bijlage A. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bevattende een aantal ambten en het daaraan verbonden salaris (maandbedragen in euro), wordt «€ 9.532,37» telkens vervangen door: € 9.818,34. L Bijlage B. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bevattende de indelingsstructuur (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen de zwaarte van de functies wordt bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren komt te luiden:

Bijlage B. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, bevattende de indelingsstructuur (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen de zwaarte van de functies wordt bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren

Hoofdgroep I

Niveaugroep Ia

Niveaugroep Ib

Niveaugroep Ic

Schaal 1

Schaal 2

Schaal 3

(maandbedragen in euro)

 0

1.574,79

 0

1.509,67

 1

1.611,22

 1

1.540,42

 2

1.646,58

 0

1.478,90

 2

1.574,79

 3

1.682,99

 1

1.509,67

 3

1.611,22

 4

1.719,93

 2

1.540,42

 4

1.646,58

 5

1.757,33

 3

1.574,79

 5

1.682,99

 6

1.794,79

 4

1.611,22

 6

1.719,93

 7

1.833,24

 5

1.646,58

 7

1.757,33

 8

1.891,20

 6

1.682,99

 8

1.794,79

 9

1.949,65

 7

1.719,93

 9

1.833,24

10

2.008,11

 8

1.757,33

10

1.891,20

11

2.063,50

 9

1.794,79

11

1.949,65

12

2.122,98

10

1.833,24

12

2.008,11

13

2.181,44 Hoofdgroep II

Niveaugroep IIa

Niveaugroep IIb

Niveaugroep IIc

Schaal 3

Schaal 4

Schaal 5

(maandbedragen in euro)

 0

1.574,79

 1

1.611,22

 0

1.682,99

 0

1.757,33

 2

1.646,58

 1

1.719,93

 1

1.794,79

 3

1.682,99

 2

1.757,33

 2

1.833,24

 4

1.719,93

 3

1.794,79

 3

1.891,20

 5

1.757,33

 4

1.833,24

 4

1.949,65

 6

1.794,79

 5

1.891,20

 5

2.008,11

 7

1.833,24

 6

1.949,65

 6

2.063,50

 8

1.891,20

 7

2.008,11

 7

2.122,98

 9

1.949,65

 8

2.063,50

 8

2.181,44

10

2.008,11

 9

2.122,98

 9

2.239,91

11

2.063,50

10

2.181,44

10

2.298,88

12

2.122,98

11

2.239,91

11

2.357,35

13

2.181,44

12

2.298,88

12

2.415,79 Hoofdgroep II

Niveaugroep IId

Schaal 6

(maandbedragen in euro)

 0

1.891,20

 1

1.949,65

 2

2.008,11

 3

2.063,50

 4

2.122,98

 5

2.181,44

 6

2.239,91

 7

2.298,88

 8

2.357,35

 9

2.415,79

10

2.475,31

11

2.533,76 Hoofdgroep III

Niveaugroep IIIa

Niveaugroep IIIb

Niveaugroep IIIc

Schaal 5

Schaal 6

Schaal 7

(maandbedragen in euro)

 0

1.757,33

 1

1.794,79

 0

1.891,20

 2

1.833,24

 1

1.949,65

 0

2.122,98

 3

1.891,20

 2

2.008,11

 1

2.181,44

 4

1.949,65

 3

2.063,50

 2

2.239,91

 5

2.008,11

 4

2.122,98

 3

2.298,88

 6

2.063,50

 5

2.181,44

 4

2.357,35

 7

2.122,98

 6

2.239,91

 5

2.415,79

 8

2.181,44

 7

2.298,88

 6

2.475,31

 9

2.239,91

 8

2.357,35

 7

2.5...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT