Besluit van 14 december 2016, houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, het Besluit rechtspositie korps politie BES en het Bezoldigingsbesluit 1998 BES in verband met de formalisering arbeidsvoorwaardenovereenkomst CN 2016–2017

Besluit van 14 december 2016, houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, het Besluit rechtspositie korps politie BES en het Bezoldigingsbesluit 1998 BES in verband met de formalisering arbeidsvoorwaardenovereenkomst CN 2016–2017

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 november 2016, nr. 2016-0000708712; Gelet op de artikelen 17 en 81 van de Ambtenarenwet BES en artikel 21, tweede lid, onder a, van de Veiligheidswet BES; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 november 2016, nr. W04.16.0366/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 december 2016, nr. 2016-0000765582; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 3, eerste lid, onder a, wordt «een verklaring, afgegeven door de daartoe bevoegde instantie» vervangen door: een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag BES. B Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3

a.

Het bevoegd gezag kan functies aanwijzen voor de bekleding waarvan het goed zedelijk gedrag van de ambtenaar elke vijf jaar moet blijken uit een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag BES. De kosten voor de verklaring komen ten laste van: a. de staat indien de ambtenaar in dienst is van de staat; b. het openbaar lichaam, indien de ambtenaar in dienst is van dat openbaar lichaam. C Artikel 25a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt «word t vastgesteld» vervangen door: wordt met in achtneming van het derde lid vastgesteld. 2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Als de bezoldiging wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, op gelijke voet gewijzigd. D Artikel 25aa wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt «wordt een toelage toegekend» vervangen door: wordt met inachtneming van het tweede lid een toelage toegekend. 2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 2. Als de bezoldiging wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat de toelage, bedoeld in het eerste lid, op gelijke voet gewijzigd. 3. Het derde lid komt te luiden: 3. Aan de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks in december een extra beloning toegekend van USD 309. Als de bezoldiging wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat deze extra beloning op gelijke voet bij ministeriële regeling gewijzigd, onder nadere vaststelling van het in dit lid genoemde bedrag. E Artikel 25b wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt «wordt vastgesteld» vervangen door: wordt met in achtneming van het derde lid vastgesteld. 2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Als de bezoldiging wijziging ondergaat, wordt met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat de toelage, bedoeld in het eerste lid, op gelijke voet gewijzigd. F In artikel 36a, eerste lid, wordt «acht procent» vervangen door: 8,33 procent. G Artikel 71a wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt «De ambtenaar wordt» vervangen door: De ambtenaar wordt op zijn verzoek. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. Voor de toepassing van dit artikel geldt als diensttijd: a. de tijd, doorgebracht als werknemer als bedoeld in artikel 4 of 5 van de Pensioenwet ambtenaren BES; b. de tijd, vóór 10 oktober 2010 doorgebracht als overheidsdienaar in de zin van artikel 1 van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren, zoals die tot die datum luidde, de tijd waarover recht is opgebouwd op basis van de Werkliedenverordening 1944, zoals die tot die datum luidde, alsmede de door de betrokken ambtenaar aangetoonde overige tijd, vóór 10 oktober 2010 doorgebracht als werknemer bij het land Nederlandse Antillen of bij een eilandgebied van de Nederlandse Antillen; c. de door de betrokken ambtenaar aangetoonde tijd, doorgebracht als overheidswerknemer bij de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten, en d. de door de betrokken ambtenaar aangetoonde diensttijd, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum Rijk 2014.

ARTIKEL II

Het Bezoldigingbesluit 1998 BES wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 9a wordt «USD 83,33» vervangen door: USD 104,16. B Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19
  1. Aan de ambtenaar die gedurende het gehele jaar 2015 voltijd in dienst was en niet voor 11 mei 2016 ontslagen is, wordt een eenmalige uitkering verleend ter hoogte van USD 500,00. Voor de ambtenaar die in 2015 een onvolledige werktijd had, wordt de uitkering naar evenredigheid van de omvang van de dienstbetrekking vastgesteld. Voor de ambtenaar die na 1 januari 2015, maar vóór 1 januari 2016 in dienst is getreden, wordt de uitkering naar evenredigheid van de duur van de dienstbetrekking in 2015 vastgesteld. 2. Voor zover de ambtenaar recht had op een standplaatstoelage, bedoeld in artikel 28, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, wordt de eenmalige uitkering vermeerderd met 16,13%. 3. Voor zover de ambtenaar recht had op de toelagen, bedoeld in artikel 28, derde en vierde lid, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, wordt de eenmalige uitkering vermeerderd met 12,1% voor de ambtenaar die in 2015 werkzaam was op Sint Eustatius en met 12% voor de ambtenaar die in 2015 werkzaam was op Saba.

ARTIKEL III

Het Besluit rechtspositie korps politie BES wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende: 6. In afwijking van het derde lid, onderdeel d, is de hoofdrang van brigadier voor de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die krachtens artikel 15, vijfde lid, is bekleed met deze rang, verbonden aan functies die zijn gewaardeerd op bezoldigingsschaal 6 en 7. B In artikel 8l wordt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT