Besluit van 17 december 2014 tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 en van enkele andere besluiten in verband met de Wet afschaffing plusregio’s

Besluit van 17 december 2014 tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 en van enkele andere besluiten in verband met de Wet afschaffing plusregio’s

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 21 november 2014, nr. IenM/BSK-2014/140127, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 61 en 62, achtste lid, van de Spoorwegwet, artikel 8, tweede lid, van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, en de artikelen 8 en 9 van de Wet Infrastructuurfonds; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 december 2014, No.W14.14.0432/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 december 2014, nr. IenM/BSK-2014/273771, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 7a, tweede lid, onderdelen c en d, van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur wordt «artikel 20, eerste en derde lid, van de Wet personenvervoer 2000» vervangen door: artikel 20, eerste en vierde lid, van de Wet personenvervoer 2000.

ARTIKEL II

Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 35 wordt «de bijlage» vervangen door: bijlage I. B In artikel 36a eerste lid, wordt «artikel 20, derde lid, van de wet» vervangen door: artikel 20, vierde lid, van de wet. C In § 1 van hoofdstuk 3 wordt na artikel 36a het volgende artikel toegevoegd:

Artikel 36

b.

  1. Bevoegd tot het verlenen, wijzigen, of intrekken van concessies als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de wet, is: a. in het in bijlage II weergegeven gebied het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Stadsregio Amsterdam; b. in het in bijlage III weergegeven gebied het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, dat is ingesteld bij gemeenschappelijke regeling van de 24 gemeenten gelegen binnen dat gebied. 2. Zodra in het in bijlage II weergegeven gebied, onderscheidenlijk het in bijlage III weergegeven gebied, een openbaar lichaam is ingesteld met als enig belang de behartiging van taken op het terrein van verkeer en vervoer, gaat de bevoegdheid van het dagelijks bestuur van het in het eerste lid, onder a, genoemde openbaar lichaam over naar het dagelijks bestuur van het nieuw ingestelde openbaar lichaam indien daaraan in ieder geval de gemeente Amsterdam deelneemt, en van het dagelijks bestuur van de in het eerste lid onder b genoemde openbare lichaam naar het dagelijks bestuur van het nieuw ingestelde openbaar lichaam, indien daaraan in ieder geval de gemeenten Rotterdam en Den Haag deelnemen. De overgang vindt plaats met ingang van de datum waarop de gemeenschappelijke regeling waarin het desbetreffende openbaar lichaam wordt ingesteld, in werking treedt. D Het opschrift van de bijlage van het Besluit personenvervoer 2000 wordt vervangen door: Bijlage I behorende bij artikel 35 van het Besluit personenvervoer 2000.

ARTIKEL III

In artikel 1 van het Besluit toegankelijkheid van het openbaar vervoer komt onderdeel f te luiden: f. concessieverlener:

een overheid als bedoeld in artikel 20, tweede en derde lid, van de Wet personenvervoer 2000.

ARTIKEL IV

Het Besluit Infrastructuurfonds wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden: c. samenwerkingsgebied:

gebied aangewezen op grond van artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000. B Artikel 9, vierde lid, onderdeel a, komt te luiden: a. de financiële draagkracht van de aanvrager hiertoe aanleiding geeft;

hiervan is in ieder geval sprake indien de hoogte van de brede doeluitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet BDU verkeer en vervoer, in het jaar waarin de aanvraag is ingediend, vermenigvuldigd met twee, gelijk is aan of lager dan € 225.000.000,–: of.

ARTIKEL V
  1. Indien het bij koninklijke boodschap van 14 juni 2013 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de afschaffing van de plusregio’s (Kamerstukken II 2012/13, 33 659, nr. 1) tot wet is of wordt verheven en die wet in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT