Besluit van 23 juni 2023 tot wijziging van het Algemeen militair ambtenarenreglement en het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305)

Besluit van 23 juni 2023 tot wijziging van het Algemeen militair ambtenarenreglement en het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 27 december 2021, nummer BS/2021025091;Gelet op Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PbEU 2019, L 305); de artikelen 12quater, eerste lid, onderdeel f, van de Wet ambtenaren defensie en artikel 12o, derde lid, van de Wet ambtenaren defensie jo artikel 5, eerste lid, onderdeel e, van de Ambtenarenwet 2017; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 10 februari 2022, No. W07.22.00001/II; Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 23 mei 2023, nr. BS2023004066;Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:AHet opschrift van hoofdstuk 11c komt te luiden:

Hoofdstuk 11c Het melden van een vermoeden van een misstand

BArtikel 153b komt te luiden:

Artikel 153

b.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:betrokken derde:

betrokken derde als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;COID:

Centrale Organisatie Integriteit Defensie;degene die een melder bijstaat:

degene die een melder bijstaat als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;melder:

melder als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;melding:

melding als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;vermoeden van een misstand:

vermoeden van een misstand als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders.CArtikel 153c vervalt.DIn het opschrift van paragraaf 2 van hoofdstuk 11c wordt «misstand» vervangen door «vermoeden van een misstand». EArtikel 153d, tweede lid, komt te luiden:2. De vertrouwenspersoon integriteit heeft in elk geval tot taak een (potentiële) melder, degene die een (potentiële) melder bijstaat en een betrokken derde op diens verzoek te adviseren over het omgaan met een vermoeden van een misstand. FArtikel 153e komt te luiden:

Artikel 153

e.

  1. Een melder doet een melding bij zijn direct leidinggevende, bij een hogere leidinggevende of bij het Meldpunt Integriteit Defensie. De melder kan ook rechtstreeks een melding doen bij de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders of een andere daartoe bevoegde instantie. 2. Een melding over een andere organisatie dan het defensieonderdeel waar hij is tewerkgesteld, doet een melder bij een leidinggevende of bij een vertrouwenspersoon van die organisatie of rechtstreeks bij de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders of een andere daartoe bevoegde instantie. GArtikel 153f komt te luiden:

Artikel 153

f.

Een (potentiële) melder, degene die een (potentiële) melder bijstaat en een betrokken derde kan een krachtens artikel 153d, eerste lid, aangewezen vertrouwenspersoon integriteit in vertrouwen raadplegen over een vermoeden van een misstand. HArtikel 153g vervalt.IIn artikel 153h wordt «het hoofd defensieonderdeel, de Secretaris-Generaal en de COID» vervangen door «de Secretaris-Generaal door tussenkomst van de COID». JArtikel 153i vervalt.KIn artikel 153j wordt «Het hoofd defensieonderdeel» vervangen door «De Secretaris-Generaal» en wordt na «de ontvangst van de melding» ingevoegd «binnen zeven dagen». LArtikel 153k komt te luiden:

Artikel 153

k.

  1. De Secretaris-Generaal stelt onverwijld een onderzoek in naar de melding, tenzij: a. de melding kennelijk ongegrond is; b. de melding kennelijk onredelijk laat is gedaan. 2. De Secretaris-Generaal stelt de melder, al dan niet via de vertrouwenspersoon integriteit, doorlopend en in ieder geval binnen een termijn van ten hoogste drie maanden na verzending van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 153j, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van informatie over de verdere behandeling van de melding en, in voorkomend geval, de mededeling van het achterwege laten van een onderzoek dan wel de bevindingen van het onderzoek, het oordeel daarover en de eventuele consequenties die daaraan worden verbonden. 3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de persoon of personen op wie de melding betrekking heeft, tenzij daardoor een onderzoeksbelang kan worden geschaad. 4. Bij de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, wordt mededeling gedaan van de mogelijkheid het vermoeden van een misstand te melden bij de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders of een andere daartoe bevoegde instantie. 5. Het onderzoek wordt niet verricht door een persoon die mogelijk betrokken is of is geweest bij de vermoedelijke misstand of op onvoldoende afstand staat van de te onderzoeken kwestie of personen. MArtikel 153l vervalt.NArtikel 153m wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «Wet Huis voor klokkenluiders» vervangen door «Wet bescherming klokkenluiders». 2. In het tweede lid wordt «de commandant» vervangen door «de Secretaris-Generaal». OArtikel 153n wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «tegen een gestelde benadeling als gevolg van een melding» vervangen door «tegen een melding en gestelde benadeling». 2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «Wet Huis voor klokkenluiders» vervangen door «Wet bescherming klokkenluiders». 3. In het tweede lid, aanhef, wordt «als gevolg van een melding of van» vervangen door «in verband met een melding of». 4. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «het gevolg is van de melding of van» vervangen door «verband houdt met een melding of het gevolg is van». 5. In het derde lid wordt «het hoofd defensieonderdeel» vervangen door «de Secretaris-Generaal». PIn artikel 153p wordt telkenmale «Het hoofd defensieonderdeel» vervangen door «De Secretaris-Generaal». QIn artikel 153q wordt «de commandant» vervangen door «het bevoegd gezag».RIn het eerste lid van artikel 153r wordt «de commandant of het hoofd defensieonderdeel »vervangen door het bevoegd gezag». SArtikel 153s komt te luiden:

Artikel 153

s.

Op meldingen van militairen die zijn gedaan voor 17 december 2021 blijft hoofdstuk 11c van het Algemeen militair ambtenarenreglement, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van het Besluit van 23 juni 2023, houdende wijziging van het Algemeen militair ambtenarenreglement en het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) van toepassing.

ARTIKEL II

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:AHet opschrift van hoofdstuk 7c komt te luiden:

Hoofdstuk 7c Het melden van een vermoeden van een misstand

BArtikel 98a komt te luiden:

Artikel 98

a.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:betrokken derde:

betrokken derde als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;COID:

Centrale Organisatie Integriteit Defensie;degene die een melder bijstaat:

degene die een melder bijstaat als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;melder:

melder als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;melding:

melding als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;vermoeden van een misstand:

vermoeden van een misstand als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders.CArtikel 98b vervalt.DIn het opschrift van paragraaf 2 van hoofdstuk 7c wordt «misstand» vervangen door «vermoeden van een misstand». EArtikel 98c, tweede lid, komt te luiden:2. De vertrouwenspersoon integriteit heeft in elk geval tot taak een (potentiële) melder, degene die een (potentiële) melder bijstaat en een betrokken derde op diens verzoek te adviseren over het omgaan met een vermoeden van een misstand. FArtikel 98d komt te luiden:

Artikel 98

d.

  1. Een melder doet een melding bij zijn direct leidinggevende, bij een hogere leidinggevende of bij het Meldpunt Integriteit Defensie. De melder kan ook rechtstreeks een melding doen bij de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders of een andere daartoe bevoegde instantie. 2. Een melding over een andere organisatie dan het defensieonderdeel waar hij is tewerkgesteld, doet een melder bij een leidinggevende of bij een vertrouwenspersoon van die organisatie of rechtstreeks bij de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders of een andere daartoe bevoegde instantie. GArtikel 98e komt te luiden:

Artikel 98

e.

Een (potentiële) melder, degene die een (potentiële) melder bijstaat en een betrokken derde kan een krachtens artikel 98c, eerste lid, aangewezen vertrouwenspersoon integriteit in vertrouwen raadplegen over een vermoeden van een misstand. HArtikel 98f vervalt.IIn artikel 98g wordt «het hoofd defensieonderdeel, de Secretaris-Generaal en de COID» vervangen door «de Secretaris-Generaal door tussenkomst van de COID». JArtikel 98h vervalt.KIn artikel 98i wordt «Het hoofd defensieonderdeel» vervangen door «De Secretaris-Generaal» en wordt na «de ontvangst van de melding» ingevoegd «binnen zeven dagen». LArtikel 98j komt te luiden:

Artikel 98

j.

  1. De Secretaris-Generaal stelt onverwijld een onderzoek in naar de melding, tenzij: a. de melding kennelijk ongegrond is; b. de melding kennelijk onredelijk laat is gedaan. 2. De Secretaris-Generaal stelt de melder, al dan niet via de vertrouwenspersoon integriteit, doorlopend en in ieder geval...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT