Besluit van 26 november 2016 houdende wijziging van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde percentages met ingang van het berekeningsjaar 2017

Besluit van 26 november 2016 houdende wijziging van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag in verband met gewijzigde percentages met ingang van het berekeningsjaar 2017

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 13 oktober 2016, kenmerk 1026977-155908-WJZ; Gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet op de zorgtoeslag; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 november 2016, no. W13.16.0333/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2016, kenmerk 1051012-155908-WJZ; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I
Artikel 1

van het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag komt te luiden:

Artikel 1

Het percentage van het drempelinkomen respectievelijk het percentage van het toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet op de zorgtoeslag, worden voor de hierna genoemde berekeningsjaren vastgesteld als in navolgend schema voor verzekerden met en zonder partner weergegeven:

Percentage van het drempelinkomen

Percentage van het toetsingsinkomen voor zover dat het drempelinkomen te boven gaat

Berekeningsjaar

Zonder partner

Met partner

Zonder partner

Met partner

2017

2,305%

5,055%

13,460%

13,460%

2018

2,320%

5,070%

13,490%

13,490%

2019

2,335%

5,085%

13,520%

13,520%

2020

2,350%

5,100%

13,550%

13,550%

2021

2,365%

5,115%

13,580%

13,580%

2022

2,380%

5,130%

13,610%

13,610%

2023

2,395%

5,145%

13,640%

13,640%

2024

2,410%

5,160%

13,670%

13,670%

2025

2,425%

5,175%

13,700%

13,700%

2026

2,440%

5,190%

13,730%

13,730%

2027

2,455%

5,205%

13,760%

13,760%

2028

2,470%

5,220%

13,790%

13,790%

2029

2,485%

5,235%

13,820%

13,820%

2030

2,500%

5,250%

13,850%

13,850%

2031

2,515%

5,265%

13,880%

13,880%

2032

2,530%

5,280%

13,910%

13,910%

2033

2,545%

5,295%

13,940%

13,940%

2034

2,560%

5,310%

13,970%

13,970%

2035

2,575%

5,325%

14,000%

14,000%

2036

2,590%

5,340%

14,030%

14,030%

2037

2,605%

5,355%

14,060%

14,060%

2038

2,620%

5,370%

14,090%

14,090%

2039

2,635%

5,385%

14,120%

14,120%

2040

2,650%

5,400%

14,150%

14,150%

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot Gegeven te Wassenaar, 26 november 2016 Willem-Alexander De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de zevende december 2016 De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

    1. Inleiding

      Via de zorgtoeslag wordt een inkomensafhankelijke tegemoetkoming verstrekt die het voor huishoudens met lage inkomens en middeninkomens mogelijk moet maken de nominale zorgpremies en het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering te betalen.

      In het kader van de koopkrachtbesluitvorming voor 2017 is besloten tot een structurele verhoging van de zorgtoeslag. Dit is één van de maatregelen die moet zorgen voor een evenwichtig inkomensbeeld. Deze verhoging van de zorgtoeslag wordt bereikt door de normpercentages van het drempelinkomen die de hoogte van de normpremie en daarmee van de zorgtoeslag bepalen vanaf 2017 neerwaarts aan te passen. Deze normpercentages staan in het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag. Met het onderhavige besluit zijn die percentages met ingang van het berekeningsjaar 2017 gewijzigd. De afbouwpercentages die in het Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag zijn opgenomen veranderen niet.

    2. De systematiek van de zorgtoeslag

      De hoogte van de zorgtoeslag wordt bepaald door de standaardpremie (de geraamde gemiddelde nominale premie voor een zorgverzekering plus het geraamde gemiddelde te betalen bedrag vanwege het verplicht eigen risico) en het huishoudinkomen van de ontvanger (het toetsingsinkomen in het kader van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir)). De Wet op de zorgtoeslag (hierna: Wzt) gaat ervan uit dat een huishouden maximaal een op basis van een formule bepaald percentage van het inkomen dient bij te dragen aan de nominale premie voor de binnen het huishouden bestaande, premieplichtige1 zorgverzekeringen en voor de betalingen in verband met het verplicht eigen risico. Dit is de normpremie.

      Het bedrag dat een huishouden geacht wordt aan zorg te betalen (de normpremie) wordt berekend als een percentage van het minimumloon plus een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT