Besluit van 19 november 1998, houdende de vaststelling van enkele rechtspositionele bepalingen ten aanzien van ambtenaren in de Rijksdienst die belast zijn met het vervoer van bewindslieden en hoge ambtelijke functionarissen (Besluit personenchauffeurs Rijksdienst)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1998

662

Besluit van 19 november 1998, houdende de vaststelling van enkele rechtspositionele bepalingen ten aanzien van ambtenaren in de Rijksdienst die belast zijn met het vervoer van bewindslieden en hoge ambtelijke functionarissen (Besluit personenchauffeurs Rijksdienst)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 september 1998, nummer AD1998/U50458, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;

Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1998, nr. W04.98.0437)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 november 1998, nummer AD1998/U56042 directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal beleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. Onze Minister: het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur; b. personenchauffeur: de ambtenaar aangesteld op grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken of het Ambtenarenreglement Staten-Generaal die belast is met het vervoer van bewindslieden en hoge ambtelijke functionarissen en als zodanig door Onze Minister is aangewezen.

Artikel 2

Ten aanzien van toepassing van dit besluit op de personenchauffeurs bij de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Hoge Raad van Adel, het Kabinet der Koningin,

Staatsblad 1998 662 1

de Kanselarij der Nederlandse Orden en de Nationale ombudsman wordt voor Onze Minister telkens respectievelijk gelezen de Voorzitters van elk der beide Kamers der Staten-Generaal, de vice-president van de Raad van State, het college van de Algemene Rekenkamer, de voorzitter van de Hoge Raad van Adel, de directeur van het Kabinet der Koningin, de kanselier der Nederlandse Orden of de Nationale ombudsman.

Artikel 3
Artikel 21

tweede tot en met vierde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel 34, tweede tot en met vierde lid van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal alsmede de artikelen 17, 17a, 18a en 23 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 zijn op de personenchauffeur niet van toepassing.

Artikel 4

Voor de personenchauffeur die mede belast is met het uitvoeren van beveiligingstaken geldt salarisschaal 4 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 5

De arbeidsduur voor de personenchauffeur met een volledige arbeidsduur bedraagt gemiddeld 45 uur per week.

Artikel 6
  1. De personenchauffeur ontvangt een aanvulling op zijn salaris. 2. De aanvulling, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per maand voor de personenchauffeur met een volledige arbeidsduur 39/156e maal het voor de personenchauffeur geldende salaris per maand, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, vermenigvuldigd met de factor 1,5. 3. De aanvulling, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend over het voor de personenchauffeur geldende salaris per maand, met dien verstande dat het salaris per maand ten hoogste kan bedragen het salaris behorende bij salarisnummer 12 van salarisschaal 4 van de bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. 4. Voor de personenchauffeur met een arbeidsduur van minder dan gemiddeld 45 uur per week wordt de aanvulling op het salaris vastgesteld op een evenredig deel van de aanvulling op het salaris bij een volledige arbeidsduur.

Artikel 7
  1. De personenchauffeur met een volledige arbeidsduur ontvangt een vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren ten bedrage van f 250,- bruto per maand. 2. Voor de personenchauffeur met een arbeidsduur van minder dan gemiddeld 45 uur per week wordt de vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren vastgesteld op een evenredig deel van de toelage, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8
  1. Indien Onze Minister heeft vastgesteld dat de personenchauffeur gedurende de pauzes is geconsigneerd, heeft hij recht op een toelage voor bereikbaarheid en beschikbaarheid. 2. De toelage voor de personenchauffeur met een volledige

Staatsblad 1998 662 2

arbeidsduur bedraagt 43/195e van de som van het salaris per maand en de aanvulling per maand vermenigvuldigd met de factor 0,5. 3. De toelage wordt berekend over het voor de personenchauffeur geldende salaris per maand, met dien verstande dat het salaris per maand ten hoogste kan bedragen het salaris behorende bij salarisnummer 12 van salarisschaal 4 van de bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. 4. Voor de personenchauffeur met een arbeidsduur van minder dan gemiddeld 45 uur per week wordt de toelage vastgesteld op een evenredig deel van die toelage bij een volledige arbeidsduur.

Artikel 9

De in de artikelen 6, 7 en 8 genoemde aanvulling op het salaris, vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren en toelage voor bereikbaarheid en beschikbaarheid behoren tot de bezoldiging, bedoeld in artikel 2...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT