Wet van 10 april 2008, houdende bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2008

157

Wet van 10 april 2008, houdende bepalingen houdende regeling van de inwerkingtreding van de Binnenvaartwet (Invoeringswet Binnenvaartwet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de invoering van de Binnenvaartwet te regelen, alsmede een aantal wetten waarin wordt verwezen naar de Binnenschepenwet, de Wet vervoer binnenvaart en de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart aan te passen aan de Binnenvaartwet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 OVERGANGSBEPALINGEN Artículos 1 a 20
Artikel 1

Een geldig certificaat van onderzoek, afgegeven op grond van de Binnenschepenwet, geldt als certificaat van onderzoek als bedoeld in artikel 9 van de Binnenvaartwet.

Artikel 2

Een kennisgeving als bedoeld in artikel 7 van de Binnenschepenwet, gedaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 11 van de Binnenvaartwet, geldt als een kennisgeving als bedoeld in artikel 11 van de Binnenvaartwet.

Artikel 3

Een geldige ontheffing als bedoeld in artikel 5a, tweede lid, van de Binnenschepenwet geldt als ontheffing als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Binnenvaartwet.

Staatsblad 2008 157 1

Artikel 4

Op grond van artikel 27 van de Binnenschepenwet aangewezen natuurlijke personen, diensten, onderzoekingsbureaus en instellingen worden geacht te zijn aangewezen op grond van artikel 14 van de Binnenvaartwet.

Artikel 5

Een meetbrief als bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van de Binnenschepenwet geldt als een meetbrief als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Binnenvaartwet.

Artikel 6

Een ontheffing als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart geldt als een ontheffing als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Binnenvaartwet.

Artikel 7
  1. Een aanwijzing van een arts op grond van artikel 21, eerste lid, van de Binnenschepenwet geldt als een aanwijzing van een deskundige als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Binnenvaartwet. 2. Een geldige geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Binnenschepenwet, geldt als een geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 28 van de Binnenvaartwet.

Artikel 8
  1. Een aanwijzing van een instelling of persoon op grond van artikel 22, eerste lid, van de Binnenschepenwet geldt als een aanwijzing van een instelling of persoon als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Binnenvaartwet. 2. Een geldige verklaring als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Binnenschepenwet, geldt als een verklaring als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Binnenvaartwet.

Artikel 9

Een vaarbewijs dat op grond van artikel 25, derde lid, van de Binnenschepenwet ongeldig is verklaard wordt geacht ongeldig te zijn verklaard op grond van artikel 30, eerste lid, onderdeel d, van de Binnenvaartwet.

Artikel 10

Een geldige ontheffing als bedoeld in artikel 17, derde lid, van de Binnenschepenwet geldt als een ontheffing als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Binnenvaartwet.

Artikel 11

Een geldig registratienummer als bedoeld in artikel 53, aanhef en onderdeel b, van de Wet vervoer binnenvaart geldt als scheepsnummer als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Binnenvaartwet.

Staatsblad 2008 157 2

Artikel 12
  1. Een aanwijzing van een ambtenaar op grond van artikel 28, eerste of tweede lid, van de Binnenschepenwet, artikel 11, eerste of tweede lid, van de Wet vaartijden bemanningssterkte binnenvaart of artikel 60, eerste lid, van de Wet vervoer binnenvaart geldt als een aanwijzing van een met het toezicht op de naleving van de Binnenvaartwet of de Herziene Rijnvaartakte belaste ambtenaar als bedoeld in artikel 40, eerste of tweede lid, van de Binnenvaartwet. 2. De krachtens artikel 28, eerste lid, van de Binnenschepenwet met het toezicht op de naleving van die wet of de Herziene Rijnvaartakte belaste ambtenaren zijn eveneens belast met het toezicht op de naleving van de Binnenvaartwet en de Herziene Rijnvaartakte.

Artikel 13

Met betrekking tot een onderzoek als bedoeld in artikel 8 van de Binnenschepenwet, dat is ingesteld voorafgaande aan de inwerkingtreding van artikel 15, eerste lid, van de Binnenvaartwet, blijven de bepalingen gegeven bij of krachtens de Binnenschepenwet, zoals die luidden voor dat tijdstip, van toepassing.

Artikel 14

Op het onderbreken van de vaart van een schip op grond van artikel 9 van de Binnenschepenwet voorafgaande aan de inwerkingtreding van artikel 17, eerste lid, van de Binnenvaartwet blijven de bepalingen gegeven bij of krachtens de Binnenschepenwet, zoals die luidden voor dat tijdstip, van toepassing.

Artikel 15

Op een onderzoek als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Binnenschepenwet, dat is gevorderd voorafgaande aan de inwerkingtreding van artikel 24, eerste lid, van de Binnenvaartwet, zijn de artikelen 25 en 26 van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT