Wet van 11 december 2002, houdende enige wijzigingen van de Successiewet 1956

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

614

Wet van 11 december 2002, houdende enige wijzigingen van de Successiewet 1956

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Successiewet 1956 bijstellingen en technische verbeteringen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Successiewet 19561 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 8, derde lid, ten vierde, wordt «echtgenoot van de overledene» vervangen door: echtgenoot van de overledene of verkrijger als bedoeld in artikel 24, tweede lid.

  2. Artikel 13a wordt vervangen door:

Artikel 13

a.

  1. Indien aandelen in of winstbewijzen van een vennootschap welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld in waarde zijn gestegen door het overlijden van de erflater en deze aandelen of winstbewijzen worden gehouden door een ander dan de erflater, worden deze geacht door de houder krachtens erfrecht te zijn verkregen, waarbij deze aandelen of winstbewijzen voor het bedrag van de bedoelde waardestijging in aanmerking worden genomen. 2. Het eerste lid vindt slechts toepassing indien: a. de aandelen of winstbewijzen behoren tot een aanmerkelijk belang in de zin van afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en b. de houder van de aandelen of winstbewijzen de echtgenoot van de erflater is of behoort tot diens bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad of hun echtgenoten, dan wel een verkrijger is als bedoeld in artikel 24, tweede lid. 3. Bij het bepalen van de in het eerste lid bedoelde waardestijging blijven buiten aanmerking verplichtingen die in verband met het overlijden van de erflater ontstaan, voorzover deze middellijk of onmid-

    Staatsblad 2002 614 1

    dellijk een waardedrukkend effect hebben op de waarde van de aandelen of winstbewijzen, behoudens voorzover deze verplichtingen leiden tot verkrijgingen die ten gevolge van het overlijden van de erflater op grond van deze wet in de heffing worden betrokken of zijn vrijgesteld. 4. Indien een verplichting die ingevolge het derde lid buiten aanmerking blijft, aanleiding geeft tot inkomsten die bij een in het eerste lid bedoelde houder op grond van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT