Besluit van 19 november 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Ministerie van Economische Zaken)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1997

618

Besluit van 19 november 1997, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Ministerie van Economische Zaken)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 20 mei 1997, nr. 97028964 WJA/JZ;

Gelet op de In- en uitvoerwet en de Kaderwet LNV-subsidies, de Kaderwet specifieke uitkeringen EZ, de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ, de Mijnwet 1903, de Mijnwet continentaal plat, de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, de Wet op de kansspelen en de Wet op de Registeraccountants;

De Raad van State gehoord (advies van 14 juli 1997, nr. W10.97.0293); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 12 november 1997, nr. 97068566 WJA/JZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. IN- EN UITVOERWET EN KADERWET LNV-SUBSIDIES Artículo 1
ARTIKEL I

Het In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 19801 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8

wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «een restitutie vaststellen, door hem op aanvrage te verlenen» vervangen door: op aanvrage een restitutie verstrekken. 2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «verlening» vervangen door: verstrekking. 3. In het tweede lid wordt «vastgestelde» vervangen door: te verstrekken.

Staatsblad 1997 618 1

B

Artikel 9

wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt «te verlenen of vast te stellen en te verlenen» vervangen door «te verstrekken», wordt «vastgesteld en verleend» vervangen door «verstrekt» en wordt «vastgestelde» vervangen door «te verstrekken». 2. In het tweede lid wordt «toegekend» vervangen door: verstrekt.

C

Artikel 10

wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, aanhef, wordt «toe te kennen of vast te stellen en toe te kennen» vervangen door: te verstrekken. 2. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. op aanvrage ter zake van de invoer van het in de aanhef bedoelde goed een subsidie verstrekken; 3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «toekenning» vervangen door «verstrekking». 4. In het tweede lid wordt «toegekend» vervangen door «verstrekt».

D

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20

Dit besluit berust mede op de Kaderwet LNV-subsidies.

HOOFDSTUK 2 KADERWET SPECIFIEKE UITKERINGEN EZ Artículos 2 a 13
ARTIKEL II

Het Besluit co-financiering EFRO-programma's 1995/20012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2

komt te luiden:

Artikel 2

Onze Minister kan op aanvraag een subsidie in het kader van de co-financiering van Europese programma's verstrekken door: a. een subsidie te verstrekken aan degene die een project tot stand

brengt dat past in een Europees programma, of b. een subsidie te verstrekken als bijdrage in de kosten van het door de subsidie-ontvanger verstrekken van subsidies aan een ander die een project tot stand brengt dat past in een Europees programma.

B

Artikel 3

komt te luiden:

Staatsblad 1997 618 2

Artikel 3

1. Onze Minister wijst bij ministeriële regeling de Europese programma's aan. Daarbij stelt hij inzake ieder Europees programma regels vast met betrekking tot: a. de rechtspersonen waaraan een subsidie kan worden verstrekt; b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald en c. de vaststelling van het subsidieplafond en de wijze van verdeling

daarvan. 2. Onze Minister kan bij ministeriële regeling nadere regels vaststellen met betrekking tot: a. de criteria, waaraan moet worden voldaan om voor een subsidie in aanmerking te komen; b. de aanvraag en de besluitvorming; c. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend; d. de verplichtingen voor de subsidie-ontvanger; e. de vaststelling van de subsidie en f. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten.

C

De artikelen 4 tot en met 9 vervallen.

D

Artikel 10

komt te luiden:

Artikel 10

1. De subsidie-ontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle door hem gemaakte en betaalde kosten, aangegane verplichtingen en verrichte betalingen en de eventueel aan het project toe te rekenen opbrengsten kunnen worden afgelezen. 2. De subsidie-ontvanger doet onverwijld nadat een verzoek tot verlening van surséance van betaling aan of faillietverklaring van hem bij de rechtbank is ingediend daarvan mededeling aan Onze Minister.

E

De artikelen 11 en 12 vervallen.

F

Artikel 13

komt te luiden:

Artikel 13

Onze Minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken. Indien de beschikking niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt Onze Minister de subsidie-ontvanger daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

G

De artikelen 14 tot en met 16 vervallen.

Staatsblad 1997 618 3

ARTIKEL III

Het Besluit stimulering ruimte voor economische activiteit3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2

komt te luiden:

Artikel 2

Onze Minister stelt ieder begrotingsjaar bij ministeriële regeling een subsidieplafond vast voor het in dat jaar verlenen van subsidies op grond van onderscheidenlijk de hoofdstukken II en III van dit besluit. Daarbij kan hij afzonderlijke subsidieplafonds vaststellen voor de verschillende soorten projecten.

B

Artikel 4

komt te luiden:

Artikel 4

1. De subsidie bedraagt 20 procent van de projectkosten in geval van een ontwikkelingsproject en 40 procent van de projectkosten in geval van een revitaliseringsproject, doch niet meer dan f 7 500 000,00. 2. Het bedrag van de subsidie wordt zodanig vastgesteld dat de bijdragen aan het project van anderen dan de aanvrager en de subsidie in totaal niet meer bedragen dan 60 procent van de projectkosten in geval van een ontwikkelingsproject en 80 procent in geval van een revitaliseringsproject.

C

Artikel 5

komt te luiden:

Artikel 5

1. Als projectkosten worden uitsluitend in aanmerking genomen alle rechtstreeks aan het project toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag door de subsidie-ontvanger gemaakte en betaalde kosten, met uitzondering van: a. kosten van voorbereiding; b. kosten van financiering; c. kosten die verband houden met bodemsanering voor zover zij een vijfde deel van de projectkosten te boven gaan en voor zover...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT