Beschikking van de Minister van Justitie van 6 april 1995, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Destructiewet, zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 29 september 1994, Stb. 784

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1995

177

Beschikking van de Minister van Justitie van 6 april 1995, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Destructiewet, zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 29 september 1994, Stb. 784

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel III van de wet van 29 september 1994, Stb. 783;

Besluit:

de tekst van de Destructiewet, zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 29 september 1994, Stb. 784, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 6 april 1995

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Uitgegeven de dertiende april 1995

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

51U0145

ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-Gravenhage 1995 Staatsblad 1995 177 1

TEKST VAN DE DESTRUCTIEWET (STB. 1992, 622) ZOALS DEZE LAATSTELIJK IS GEWIJZIGD BIJ DE WET VAN 29 SEPTEMBER 1994, STB. 784

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

Onze Minister

: Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

slachtdieren

: eenhoevige dieren, runderen, schapen, geiten, varkens en pluimvee;

dierlijk afval

: niet voor menselijke consumptie bestemde dode dieren, vis daaronder begrepen, of delen daarvan, en produkten van dierlijke oorsprong, met uitzondering van dierlijke uitwerpselen, keukenafval en etensresten;

destructiemateriaal

: hoog- en laag-risico-materiaal als bedoeld in artikel 2;

verwerking

: het onschadelijk maken van destructiemateriaal door het te verwerken tot nuttige produkten in een verwerkingsbedrijf voor hoog-risico-materiaal, dan wel het verwerken van laag-risico-materiaal tot ingrediënten van diervoeder of vismeel, tot voeder voor gezelschapsdieren dan wel tot technische of farmaceutische produkten in een verwerkingsbedrijf voor laag-risico-materiaal;

gezelschapsdieren

: andere dieren dan slachtdieren, welke niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere produktie, en door de mens in of rond het huis worden gehouden en verzorgd;

diervoeder

: voeder voor andere dieren dan gezelschapsdieren, met uitzondering van vismeel;

verwerkingsbedrijf voor hoog-risico-materiaal

: inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd tot het onschadelijk maken van hoog-risicomateriaal door dit te verwerken tot nuttige produkten;

verwerkingsbedrijf voor laag-risico-materiaal

: bedrijf waar laag-risicomateriaal wordt verwerkt tot ingrediënten van diervoeder of vismeel, tot voeder voor gezelschapsdieren dan wel tot technische of farmaceutische produkten;

ondernemer

: natuurlijke of rechtspersoon, aan wie of aan welke een vergunning, als bedoeld in artikel 5, is verleend ter zake van de verwerking van hoog-risico-materiaal.

Artikel 2
  1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder hoog-risico-materiaal dierlijk afval, voor zover het betreft: a. gestorven slachtdieren, alsmede gestorven voor de landbouwproduktie gehouden dieren, met inbegrip van doodgeboren dieren en onvoldragen vruchten; b. dieren die in het kader van ziektebestrijdingsmaatregelen zijn gedood; c. dierlijk afval, dat ingevolge de Vleeskeuringswet of de Gezondheidsen welzijnswet voor dieren onbruikbaar moet worden gemaakt voor voedsel voor mens en dier, alsmede alle pluimvee - of delen daarvan -, dat ingevolge de Landbouwwet ongeschikt is verklaard voor menselijke consumptie; d. alle delen van een geslacht dier, die niet aan de keuring na het slachten zijn onderworpen, met uitzondering van huiden, vellen, hoeven, veren, wol, hoornen en andere soortgelijke delen; e. alle vlees, met inbegrip van vlees van pluimvee, alsmede vis en wild,

Staatsblad 1995 177 2

en alle levensmiddelen van dierlijke oorsprong, die zijn bedorven en derhalve een gevaar voor de gezondheid van mens en dier inhouden; f. van buiten de lid-staten van de Europese Gemeenschap of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte ter invoer aangeboden dieren, vers vlees, daaronder begrepen vlees van pluimvee en wild, vis, vlees- en zuivelprodukten, die tijdens de voorgeschreven controle niet blijken te voldoen aan de veterinaire voorschriften voor invoer in de Europese Gemeenschap en de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, tenzij zij worden teruggevoerd naar het land van herkomst danwel invoer ervan is toegestaan op beperkende voorwaarden die in bepalingen van de Europese Gemeenschap of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn vastgesteld; g. dode honden en katten; h. dierlijk afval dat residuen van stoffen bevat, die gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van mens of dier, daaronder mede begrepen melk, vlees of produkten van dierlijke oorsprong, die door de aanwezigheid van deze residuen niet geschikt zijn voor menselijke consumptie; i. vissen met klinische verschijnselen van op de mens of op vissen overdraagbare ziekten. 2. Onze Minister kan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ander dan het in het eerste lid bedoelde dierlijk afval aanwijzen als hoog-risico-materiaal. Daarbij kan ten aanzien van categorieën van het dierlijk afval, bedoeld in de eerste volzin, worden bepaald dat de artikelen 17, eerste en derde lid, en 20, derde lid, van overeenkomstige toepassing zijn. 3. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder laag-risico-materiaal dierlijk afval van de in het eerste lid bedoelde dieren en vis, dat niet ingevolge het eerste lid als hoog-risicomateriaal wordt aangemerkt, met dien verstande dat de ingevolge onderdeel d van dat lid daarvan uitgezonderde produkten slechts als laag-risico-materiaal worden aangemerkt, voor zover deze worden gebruikt bij de vervaardiging van ingrediënten van diervoeder. 4. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden onder laag-risico-materiaal tevens verstaan niet voor menselijke consumptie bestemde poten en koppen, uitsluitend afkomstig van pluimvee waarbij noch bij de keuring voor het slachten overeenkomstig hoofdstuk VI van bijlage I bij Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van de produktie en het in de handel brengen van vers vlees van pluimvee (PbEG 1993, L 62), noch bij de keuring van het karkas na het slachten overeenkomstig hoofdstuk VIII van die bijlage, klinische verschijnselen van op mens of dier overdraagbare ziekten zijn vastgesteld. 5. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden al de in open zee voor de produktie van vismeel gevangen vis, alsmede al het vers visafval, afkomstig van bedrijven die voor de menselijke consumptie bestemde visprodukten vervaardigen, in afwijking van het eerste lid, aangemerkt als laag-risico-materiaal. 6. Mengsels van hoog-risico-materiaal en laag-risico-materiaal worden voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde aangemerkt als hoog-risico-materiaal.

Artikel 3
  1. Hoog-risico-materiaal wordt onschadelijk gemaakt volgens het bij of krachtens deze wet bepaalde. 2. Laag-risico-materiaal wordt volgens het bij of krachtens deze wet bepaalde verwerkt tot ingrediënten van diervoeder of vismeel, tot voeder

Staatsblad 1995 177 3

voor gezelschapsdieren of tot technische of farmaceutische produkten, dan wel op dezelfde wijze als hoog-risico-materiaal onschadelijk gemaakt. 3. Het eerste lid is niet van toepassing, indien bij het nemen van maatregelen als bedoeld in artikel 21 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren onschadelijkmaking door verbranden of begraven wordt bevolen. 4. Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij stelt eisen met betrekking tot begraven en verbranden als bedoeld in het derde lid.

Artikel 4
  1. Het is verboden destructiemateriaal aan verwerking te onttrekken. 2. Het is verboden destructiemateriaal, anders dan in een verwerkingsbedrijf voor hoog- of voor laag-risico-materiaal, te mengen met ander materiaal dan destructiemateriaal.

Artikel 4

a.

  1. Het is verboden hoog-risico-materiaal als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met e, en tweede lid: a. van buiten het gebied waar het is ontstaan, te brengen naar het gebied, bedoeld in artikel 10, eerste lid; b. vanuit het gebied, bedoeld in artikel 10, eerste lid, naar een ander gebied te brengen. 2. Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan met het oog op de gezondheid van dieren in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid. 3. Het is verboden laag-risico-materiaal in Nederland te brengen en anders dan in doorvoer buiten Nederland te brengen, tenzij zulks is toegestaan ingevolge de in artikel 4b gestelde regelen. 4. Het is verboden het eindprodukt van verwerking in Nederland te brengen en het anders dan in doorvoer buiten Nederland te brengen, tenzij het voldoet aan de ter zake door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gestelde regelen.

Artikel 4

b.

  1. Onze Minister kan met betrekking tot het brengen in Nederland en het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van laag-risicomateriaal regelen stellen, anders dan die bedoeld in het tweede lid. 2. Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan met het oog op de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT