Fiscale verzamelwet 2024

Wet van 20 december 2023 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2024)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2024 en volgende jaren wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen aan te brengen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 3.20, tweede lid, wordt «de zonnepanelen een vermogen hebben van ten minste 1 kilowattpiek» vervangen door «het vermogen van de zonnepanelen in wattpiek gedeeld door het verbruik in wattuur per kilometer ten minste 7 is». Voorts wordt een zin toegevoegd, luidende: Het verbruik in wattuur wordt gemeten overeenkomstig bijlage XXI bij Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PbEU 2017, L 175). BAan artikel 3.104, onderdeel p, wordt toegevoegd «, alsmede vervoersvoorzieningen die strekken tot verbetering van de leefomstandigheden en die deel uitmaken van dan wel rechtstreeks samenhangen met eerstgenoemde vervoersvoorzieningen». CArtikel 3.133, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:1. In de aanhef vervalt «indien». 2. In de onderdelen a en b wordt voor «de verzekeringnemer» ingevoegd «indien». 3. In onderdeel c wordt voor «het gezamenlijke bedrag» ingevoegd «voor zover». DArtikel 5.14 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na «toezicht,» ingevoegd «of onderdelen van banken,». 2. In het zevende lid wordt na «met betrekking tot» ingevoegd «het administratieve onderscheid tussen het onderdeel van de bank dat het groenfonds is en de overige onderdelen van de bank en met betrekking tot». DaIn artikel 5.16b, eerste lid, wordt «het bedrag, genoemd in artikel 3.127, derde lid,» vervangen door «het in artikel 3.127, derde lid, als eerste vermelde bedrag». EArtikel 6.38 wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vierde tot en met zesde lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 2. Periodieke giften in natura waarvan de waarde in het economische verkeer in totaal meer bedraagt dan € 10.000 per kalenderjaar, worden voor de toepassing van het eerste lid slechts in aanmerking genomen voor zover die waarde in het economische verkeer volgt uit een onafhankelijk taxatierapport of een factuur. 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder giften in natura mede begrepen een kwijtschelding van een vordering die betrekking heeft op een of meer vermogensbestanddelen in natura. 2. In het vijfde lid (nieuw) wordt na «tweede» ingevoegd «en vierde». Voorts wordt een zin toegevoegd, luidende: Over deze periode geldt voor de toepassing van het tweede lid, in plaats van een bedrag van € 10.000, een bedrag van € 20.000. 3. Onder vernummering van het zesde lid (nieuw) tot achtste lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 6. De akte van schenking kan voorschrijven dat de periodieke gift in ieder geval wordt beëindigd bij: a. verlies van de status als instelling of vereniging; b. faillissement van de instelling of vereniging; c. bij arbeidsongeschiktheid van de schenker of van een van de schenkers; of d. bij werkloosheid van de schenker of van een van de schenkers. 7. Tussentijdse beëindiging van de periodieke gift op grond van een omstandigheid als bedoeld in het zesde lid kan uitsluitend betrekking hebben op de nog niet vervallen termijnen van de periodieke gift en is uitsluitend mogelijk indien de schenker niet of nauwelijks invloed heeft op die omstandigheid. Indien de periodieke gift binnen een periode van vijf jaar eindigt op grond van een omstandigheid als bedoeld in het zesde lid, wordt geacht te zijn voldaan aan het eerste lid. 4. In het achtste lid (nieuw) wordt «onderhandse akte van schenking, bedoeld in het eerste lid» vervangen door «akte van schenking, alsmede het taxatierapport, onderscheidenlijk de factuur. FArtikel 6.39 wordt als volgt gewijzigd:1. Het opschrift komt te luiden: Het in aanmerking nemen van andere giften. 2. In het eerste lid wordt «voorzover» telkens vervangen door «voor zover». 3. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot vierde en vijfde lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 2. Andere giften in natura waarvan de waarde in het economische verkeer in totaal meer bedraagt dan € 10.000 per kalenderjaar, worden voor de toepassing van het eerste lid slechts in aanmerking genomen voor zover die waarde in het economische verkeer volgt uit een onafhankelijk taxatierapport dat of factuur die aan bij ministeriële regeling te stellen regels voldoet. 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder giften in natura mede begrepen een kwijtschelding van een vordering die betrekking heeft op een of meer vermogensbestanddelen in natura. 4. Aan het vierde lid (nieuw) worden, onder vervanging van de tweede zin door «Over deze periode geldt:», twee onderdelen toegevoegd, luidende: a. voor de toepassing van het eerste lid, in plaats van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van de belastingplichtige en zijn partner vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek; b. voor de toepassing van het tweede lid, in plaats van een bedrag van € 10.000, een bedrag van € 20.000. 5. In het vijfde lid (nieuw) wordt «tweede» vervangen door «vierde». GAan artikel 9.5, vijfde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De termijn, bedoeld in het tweede lid, bedraagt ter zake van de beschikking belastingrente ten minste zes weken na de dag van dagtekening van de gehele of gedeeltelijke afwijzing van een verzoek om herziening, met dien verstande dat een verzoek om herziening kan worden ingediend tot zes weken na de dag van dagtekening van de aanslag waarmee de voorlopige aanslag wordt verrekend.

ARTIKEL II

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 13bis, tweede lid, wordt «de zonnepanelen een vermogen hebben van ten minste 1 kilowattpiek» vervangen door «het vermogen van de zonnepanelen in wattpiek gedeeld door het verbruik in wattuur per kilometer ten minste 7 is». Voorts wordt een zin toegevoegd, luidende: Het verbruik in wattuur wordt gemeten overeenkomstig bijlage XXI bij Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PbEU 2017, L 175). BAan artikel 20 wordt een lid toegevoegd, luidende:5. Een werknemer die op grond van artikel 2.2, tweede of derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT