Rijkswet van 7 juli 2010, houdende regeling van taken en bevoegdheden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

335

Rijkswet van 7 juli 2010, houdende regeling van taken en bevoegdheden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de regeringen van de landen van het Koninkrijk en de bestuurscolleges van Curaçao en Sint Maarten binnen het Koninkrijk willen samenwerken door inrichting van één rechterlijke organisatie voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat zij deze samenwerking onderling willen regelen in een rijkswet op grond van artikel 38, tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk en dat de regeringen van de landen van het Koninkrijk en de bestuurscolleges van Curaçao en Sint Maarten instemmen met de inhoud van deze regeling;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artículos 1 a 9
Artikel 1

In deze rijkswet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. algemene maatregel van rijksbestuur: algemene maatregel van rijksbestuur in de zin van artikel 38, tweede lid, van het Statuut; b. bestuur van het Hof: bestuur als bedoeld in artikel 40, eerste lid; c. hofvergadering: hofvergadering als bedoeld in artikel 16, eerste lid; d. Beheerraad: Beheerraad als bedoeld in artikel 50, eerste lid; e. Hof : Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als bedoeld in artikel 15, eerste lid; f. Gerechten in eerste aanleg: Gerecht in eerste aanleg van Aruba, Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten of Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Staatsblad 2010 335 1

g. gerechtsambtenaren: personen op basis van een aanstelling werkzaam bij het Hof, niet met rechtspraak belast en niet zijnde rechterlijke ambtenaar in opleiding, directeur bedrijfsvoering of buitengriffier; h. Hoge Raad: Hoge Raad der Nederlanden; i. landen: Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland, voor zover betrekking hebbende op Bonaire, Sint Eustatius en Saba; j. Onze Ministers: Onze Minister van Justitie van Aruba, Onze Minister van Justitie van Curaçao, Onze Minister van Justitie van Sint Maarten en Onze Minister van Justitie van Nederland; k. rechter: lid of plaatsvervangend lid van het Hof of rechter-plaatsvervanger in eerste aanleg; l. Statuut: Statuut voor het Koninkrijk.

Artikel 2
  1. De tot de rechterlijke macht in de landen behorende gerechten zijn: a. de Gerechten in eerste aanleg; b. het Hof. 2. Elke tussenkomst in rechtszaken is verboden.

Artikel 3

Er wordt in de landen recht gesproken in naam van de Koning.

Artikel 4
  1. Aan de rechterlijke macht is opgedragen: a. de berechting van geschillen over burgerlijke zaken; b. de berechting van strafbare feiten. 2. Aan de rechterlijke macht is voorts opgedragen de berechting van geschillen over bestuursrechtelijke zaken, tenzij bij landsverordening of wet de kennisneming van bestuursrechtelijke zaken is opgedragen aan bijzondere rechtscolleges waarin mede een of meer leden van het Hof zitting hebben.

Artikel 5
  1. Tenzij bij landsverordening of wet anders is bepaald zijn de zittingen, op straffe van nietigheid, openbaar. 2. Om gewichtige redenen kan het onderzoek ter zitting geheel of gedeeltelijk plaatsvinden met gesloten deuren. In het proces-verbaal van de zitting worden de redenen vermeld. 3. Op straffe van nietigheid worden uitspraken in het openbaar gedaan en bevatten zij de gronden waarop zij steunen. 4. Op straffe van nietigheid worden uitspraken gedaan met het bij landsverordening of wet bepaalde aantal rechters. 5. Indien bij landsverordening of wet is bepaald dat ook anderen dan rechters deelnemen aan meervoudige rechtspraak, zijn de beslissingen van de desbetreffende rechterlijke instantie nietig, indien deze beslissingen niet zijn genomen met het in die landsverordening of wet bepaalde aantal personen, niet zijnde rechter.

Artikel 6

Geen rechter of rechterlijke ambtenaar in opleiding mag zich op enige wijze inlaten met partijen, haar advocaten of gemachtigden, leden van het openbaar ministerie en verdachten, over voor hem aanhangige zaken of zaken waarvan hij weet of vermoedt dat zij voor hem aanhangig zullen worden.

Staatsblad 2010 335 2

Artikel 6

b.

Rechters, rechterlijke ambtenaren in opleiding, gerechtsambtenaren, buitengriffiers en de directeur bedrijfsvoering zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover zij bij de uitoefening van hun taak de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijk karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, behoudens zover enig wettelijk voorschrift tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 7

Het Hof, de Gerechten in eerste aanleg en rechterlijke colleges in Nederland zijn onderling verplicht gevolg te geven aan verzoeken om rechtshulp.

Artikel 8

De leden en plaatsvervangend leden van het Hof en de rechtersplaatsvervanger in eerste aanleg zijn met rechtspraak belast.

Artikel 9

Het Hof en de Gerechten in eerste aanleg doen uitspraak in het Nederlands. Overigens zijn de voertalen bij het Hof en de Gerechten in eerste aanleg Engels, Nederlands en Papiaments.

HOOFDSTUK 2 INRICHTING EN TAAKVERDELING Artículos 10 a 39

§ 1. De Gerechten in eerste aanleg

Artikel 10
  1. Er is een Gerecht in eerste aanleg van Aruba, een Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, een Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten en een Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 2. Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten is gevestigd in en houdt zitting op Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten. Het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba houdt zitting op elk van deze eilanden. 3. Het bestuur van het Hof kan in bijzondere gevallen bepalen dat in afwijking van het tweede lid de onderscheiden Gerechten in eerste aanleg zitting houden in één van de andere landen. 4. Als rechter in eerste aanleg treden op de leden en plaatsvervangend leden van het Hof, alsmede de rechters-plaatsvervanger in eerste aanleg. Zij zijn bevoegd als zodanig op te treden in alle Gerechten in eerste aanleg.

Artikel 11
  1. De Gerechten in eerste aanleg nemen, behoudens hoger beroep, kennis van alle burgerlijke zaken en alle strafzaken waarvan de kennisneming in eerste aanleg niet bij wet of landsverordening aan het Hof is opgedragen. 2. De Gerechten in eerste aanleg nemen in strafzaken ook kennis van de vordering tot vergoeding van de kosten en schade ten behoeve van de benadeelde partij.

    Staatsblad 2010 335 3

  2. De Gerechten in eerste aanleg nemen, behoudens hoger beroep, kennis van alle bestuursrechtelijke zaken, tenzij kennisneming daarvan bij landsverordening of wet aan een bijzonder rechtscollege als bedoeld in artikel 4, tweede lid, of aan het Hof is opgedragen. 4. Bij landsverordening of wet kan worden bepaald dat één of meer anderen dan rechters mede zitting hebben in de Gerechten in eerste aanleg.

Artikel 12
  1. De Gerechten in eerste aanleg behandelen en beslissen zaken in enkelvoudige kamer, tenzij bij landsverordening of wet behandeling door een meervoudige kamer is voorgeschreven. 2. De meervoudige kamer bestaat, tenzij bij landsverordening of wet anders is bepaald, uit drie rechters van wie een als voorzitter optreedt. Indien ook anderen dan rechters deel uitmaken van een meervoudige kamer, treedt een rechter op als voorzitter. 3. De rechterlijke werkzaamheden worden door het bestuur van het Hof verdeeld onder de leden en de plaatsvervangende leden en de rechtersplaatsvervanger in eerste aanleg. 4. Degene die een functie vervult waardoor afbreuk zou kunnen worden gedaan aan zijn onpartijdigheid in een bepaalde zaak, werkt niet als rechter mee aan de beslissing in die zaak. 5. Het bestuur van het Hof kan bepalen dat in een zaak een of meer rechters zich met het oog op mogelijke vervanging gereed houden in het belang van het onderzoek dan wel indien de zitting langer dan een dag zal duren. Deze rechters zijn bij de behandeling van die zaak aanwezig, maar nemen aan het onderzoek in en de beraadslaging en beslissing over die zaak niet deel, tenzij zij op verzoek van het bestuur in de plaats treden van de te vervangen rechter.

Artikel 13
  1. Indien besluitvorming in meervoudige kamer plaatsvindt, dan doet de voorzitter van die kamer in raadkamer hoofdelijk omvraag. De voorzitter geeft als laatste zijn oordeel. 2. Ieder lid van de meervoudige kamer is verplicht aan de besluitvorming in raadkamer deel te nemen. 3. Rechters, gerechtsambtenaren, rechterlijke ambtenaren in opleiding, buitengriffiers en anderen als bedoeld in artikel 11, vierde lid, in raadkamer aanwezig, zijn tot geheimhouding verplicht van gevoelens die in de raadkamer zijn geuit.

Artikel 14
  1. Partijen kunnen in geschillen over zaken die ter vrije bepaling van partijen staan de beslissing opdragen aan een Gerecht in eerste aanleg naar keuze van partijen. 2. Het Gerecht in eerste aanleg is verplicht aan die opdracht te voldoen. 3. Partijen kunnen in geschillen over zaken die ter vrije bepaling van partijen staan afstand doen van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT