Besluit van 15 november 1996, houdende regeling van de indicatiebeoordeling bij verpleging en verzorging en wijziging van enige besluiten in verband met de Overgangswet verzorgingshuizen (Besluit indicatiebeoordeling verpleging en verzorging)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1996

563

Besluit van 15 november 1996, houdende regeling van de indicatiebeoordeling bij verpleging en verzorging en wijziging van enige besluiten in verband met de Overgangswet verzorgingshuizen (Besluit indicatiebeoordeling verpleging en verzorging)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 september 1996, kenmerk DOB/ZO-U-967668;

Gelet op de artikelen 9a, eerste en tweede lid, 9b, tweede lid, en 11 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, artikel 60 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, de artikelen 67, 70, 71, 78, 81, 82, 84 en 88 van de Woningwet, artikel 9 van de Huurprijzenwet woonruimte en artikel 17, onder b en c, van de Wet persoonsregistraties;

De Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 1996, nr. W.13.96.0460);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport van 11 november 1996, DOB/ZO 969164;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1

  1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten; b. indicatieorgaan: een indicatieorgaan, ingesteld ingevolge artikel 9a van de AWBZ; c. indicatiebeoordeling: de beoordeling, bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de AWBZ, of het oordeel, bedoeld in artikel 60 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen; d. de aanvrager: de persoon ten behoeve van wie een aanvraag om een indicatiebeoordeling bij het indicatieorgaan is ingediend; e. verzorgingshuis: een verzorgingshuis als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Overgangswet verzorgingshuizen; f. verpleeginrichting: een verpleeginrichting als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering; g. psycho-geriatrische verpleeginrichting: een op grond van artikel 1,

    Staatsblad 1996 563 1

    eerste lid, onder h, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen als zodanig aangemerkte zorginstelling of afdeling daarvan. 2. Als vormen van zorg als bedoeld in artikel 9a van de AWBZ worden aangewezen de zorg, bedoeld in de artikelen 10 en 14 van het Besluit zorgaanspraken bijzondere ziektekostenverzekering, bestaande uit opneming en verder verblijf of dagbehandeling in een verpleeginrichting, en de zorg, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Overgangswet verzorgingshuizen. 3. Het indicatieorgaan wordt voor zover het opneming en verder verblijf in een psycho-geriatrische verpleeginrichting betreft, aangewezen als commissie als bedoeld in artikel 60, derde lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

    Paragraaf 2. Samenstelling en deskundigheid indicatieorgaan Artikel 2

  2. Van het indicatieorgaan maken ten minste deel uit: a. telkens een persoon uit de kring van de hierna bedoelde, in het werkgebied van het indicatieorgaan werkzame organisaties:

    1. huisartsenorganisaties; 2°. ziekenfondsen, ziektekostenverzekeraars of uitvoerende organen als bedoeld in hoofdstuk V van de AWBZ;

    2. patiënten/consumentenorganisaties; b. een persoon uit de kring van de gemeente of gemeenten, die het indicatieorgaan hebben ingesteld. 2. Ten behoeve van onderzoeken en het opstellen van rapporten als bedoeld in paragraaf 4 stelt het indicatieorgaan een of meer commissies in. 3. Van een commissie maken ten minste deel uit een arts en een maatschappelijk werker. 4. De arts die deel uitmaakt van een commissie beschikt over geriatrische en psycho-geriatrische deskundigheid. Indien meer danéén arts deel uitmaakt van een commissie, beschikken zij ten minste gezamenlijk over deze deskundigheden. 5. De maatschappelijk werker die deel uitmaakt van een commissie beschikt over deskundigheid op het terrein van de psycho-sociale verschijnselen, die kunnen voorkomen bij het verouderingsproces, en is in het bezit van een der getuigschriften, uitgereikt vanwege: a. een ingevolge de Wet op het Hoger Beroepsonderwijs bekostigde Sociale Academie, b. een ingevolge de Wet op het Hoger Beroepsonderwijs bekostigde opleiding voor Hogere Sociale Arbeid, richting algemeen maatschappelijk werk, uitgaande van de Stichting voor Opleiding tot Sociale Arbeid, te Haarlem of van de Katholieke Leergangen te Tilburg, of c. over een naar het oordeel van het indicatieorgaan, aan de onder a en b genoemde opleidingen gelijk te stellen combinatie van opleiding en ervaring. 6. Ook overigens voorziet het indicatieorgaan commissies zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel en draagt het indicatieorgaan zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde en onafhankelijke onderzoeken en rapporten van commissies.

    Paragraaf 3. De aanvraag om een indicatiebeoordeling Artikel 3

  3. Een aanvraag om een indicatiebeoordeling wordt door of namens de aanvrager ingediend. Ondertekent de aanvrager de aanvraag niet zelf, dan

    Staatsblad 1996 563 2

    wordt de reden daarvan vermeld. In de aanvraag kan aangegeven worden of de aanvrager in aanmerking wenst te komen voor zorg als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a of b, van de Overgangswet verzorgingshuizen dan wel voor opneming en verder verblijf of dagbehandeling in een verpleeginrichting, waarbij het verzorgingshuis of de verpleeginrichting met name kan worden genoemd. 2. In de aanvraag wordt aangegeven of de aanvrager toestemming geeft tot het zonodig raadplegen van behandelend artsen en het gebruik maken van bij dezen aanwezige medische gegevens. 3. Indien het een aanvraag betreft tot opneming en verder verblijf in een psycho-geriatrische verpleeginrichting, deelt het indicatieorgaan, tenzij uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager de bereidheid bezit tot zodanige opneming en verder verblijf, de aanvrager meteen na ontvangst van de aanvraag schriftelijk mede dat hij bedenkingen kan inbrengen tegen zodanige opneming en verder verblijf. 4. In situaties als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt de aanvraag ingediend binnen twee weken nadat de verlening van zorg aangevangen is.

    Paragraaf 4. Het onderzoek Artikel 4

  4. Een commissie verricht naar aanleiding van de aanvraag een onderzoek naar: a. de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de aanvrager, door of onder verantwoordelijkheid van een arts, welke deel uitmaakt van de commissie; b. de huishoudelijke en sociale omstandigheden en de woonsituatie van de aanvrager, de aard en mate van aan deze geboden hulp en de mogelijkheden voor continuering of uitbreiding van die hulp. 2. Indien het een aanvraag betreft tot opneming en verder verblijf in een psycho-geriatrische verpleeginrichting, is het onderzoek, tenzij de aanvrager blijk geeft van de benodigde bereidheid daartoe, gericht op de beantwoording van de vraag of stoornis van zijn geestvermogens meebrengt dat de aanvrager zich niet buiten een zodanige inrichting kan handhaven. 3. Indien het een aanvraag betreft tot opneming en verder verblijf in een psycho-geriatrische verpleeginrichting, deelt het lid van de commissie dat als eerste contact met de aanvrager heeft, tenzij de aanvrager blijk geeft van bereidheid daartoe, de aanvrager onmiddellijk mondeling mede dat hij bedenkingen kan inbrengen tegen zodanige opneming en verder verblijf. 4. Bij het onderzoek wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van gegevens die bij de aanvraag zijn gevoegd of waarvan met toestemming van de aanvrager gebruik mag worden gemaakt. 5. De commissie kan bij zijn onderzoek personen of instellingen betrekken, die deskundig zijn op het terrein van voorzieningen die bestemd zijn of mede bestemd zijn voor ouderen. 6. Een commissie verricht zijn onderzoek in overeenstemming met door Onze Minister vastgestelde of goedgekeurde protocollen.

Artikel 5
  1. Bij het onderzoek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, wordt in elk geval acht geslagen op: a. de gesteldheid van de motorische vermogens, nodig voor het kunnen verrichten van alle noodzakelijke dagelijkse levensverrichtingen; b. de gesteldheid van de zintuiglijke vermogens; c. de gesteldheid van de geestelijke vermogens;

Staatsblad 1996 563 3

d. de algemene lichamelijke gesteldheid. 2. Het onderzoek richt zich tevens op de noodzaak van verpleging, waaronder begrepen de noodzaak van dagbehandeling of dag- en nachtverzorging, van geneeskundige behandeling en daarmee verband houdend onderzoek, te verlenen door artsen, alsmede van met de verpleging verband houdende revalidatie, reactivering, fysiotherapie en bezigheidstherapie. 3. Indien daartoe aanleiding bestaat, worden de behandelende artsen van de aanvrager geraadpleegd. Het raadplegen van deze artsen geschiedt slechts met toestemming van de aanvrager.

Artikel 6

Bij het onderzoek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, wordt in elk geval acht geslagen op de volgende aspecten: a. het kunnen verrichten van alle noodzakelijke huishoudelijke verrichtingen, waaronder begrepen het bereiden van warme maaltijden, het schoonhouden van de woning, het doen van de dagelijkse boodschappen, het doen van de was, het verzorgen van de kleding en het verzorgen van de verwarming; b. de contacten van de aanvrager met familie, vrienden en buren; c. de grootte van de woning, de toegankelijkheid daarvan en de situering in de woonplaats.

Artikel 7
  1. Van het onderzoek wordt schriftelijk rapport opgemaakt. 2. Indien het een aanvraag betreft tot opneming en verder verblijf in een psycho-geriatrische verpleeginrichting, maakt het rapport, tenzij de aanvrager blijk geeft van de bereidheid daartoe, melding van: a. de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT